De maakindustrie is erg belangrijk voor Nederland. Met ‘maakindustrie’ bedoelen we bedrijven die fysieke producten maken, vaak met behulp van machines en computers. Het is een van de belangrijkste economische sectoren en zorgt voor veel werkgelegenheid en economische groei. De Nederlandse maakindustrie is vooral sterk in het maken van coatings (een laagje met een bijzondere eigenschap), chipmachines, chemische producten, staal, nieuwe machines en voedingsmiddelen. Veel Nederlandse bedrijven zijn over de hele wereld bekend. De industrie is ook erg productief en levert veel toegevoegde waarde op. ‘Toegevoegde waarde’ betekent dat een bedrijf iets waardevols creëert met de spullen die het koopt. Het verschil tussen wat het bedrijf inkoopt en wat het verkoopt, is de toegevoegde waarde. Het laat dus zien hoe belangrijk het bedrijf is voor de economie en voor de welvaart van het land. De maakindustrie is goed voor ongeveer 12 procent van alles dat we met z'n allen verdienen. Het is belangrijk dat we blijven investeren in innovatie, onderzoek en ontwikkeling, zodat de maakindustrie z’n concurrentiekracht behoudt. Zo kan de industrie bijdragen aan de grote maatschappelijke vraagstukken op bv het terrein van klimaat en digitalisering.
Wat zijn topsectoren?
De maakindustrie is erg belangrijk voor de export en voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken (zoals het maken van nieuwe medicijnen bijvoorbeeld). De Nederlandse regering heeft een plan gemaakt om de economie te laten groeien door te investeren in negen belangrijke sectoren. Die noemen we ‘topsectoren’. Deze sectoren hebben veel kwaliteiten om te vernieuwen door middel van. De regering wil de samenwerking tussen bedrijven, wetenschappers en het onderwijs verbeteren om zo de economie te laten groeien en antwoorden te vinden op belangrijke maatschappelijke problemen zoals voedselzekerheid en klimaatverandering. De regering heeft ook afspraken gemaakt met het bedrijfsleven en wetenschappers om te werken aan technologieën die belangrijk zijn voor Nederland.
Wat is strategische autonomie?
Nederland is een van de meest open en internationaal verbonden landen ter wereld. Door deze openheid hebben we veel welvaart gekregen. De laatste jaren worden economische relaties met andere landen ook als ‘wapen’ gebruikt. Zo draaide Rusland na de aanval op Oekraïne de gaskraan met Europa voor een groot deel dicht. Daarmee wilde Rusland Europese landen onder druk zetten om Oekraïne niet te helpen. Steeds meer mensen willen daarom dat de Europese Unie (EU) minder afhankelijk wordt van landen die andere ideeën hebben over democratie en rechtsstaat. Want als je heel erg afhankelijk bent van één land voor bijvoorbeeld grondstoffen, chips, technologie, medicijnen of energie, kun je onder druk gezet worden. Dit betekent dat we maatregelen nemen om onze economie te beschermen. Maar tegelijk willen we onze economie sterker, slimmer en duurzamer maken. Voor bedrijven heeft dat gevolgen. Een bedrijf als ASML dat chipmachines maakt, mag bijvoorbeeld niet meer de slimste machines aan China verkopen.