'De recente uitbreiding van de doelgroep van de Banenafspraak is een goede eerste stap.'
Ondernemers hebben in 2022 voor het achtste jaar op rij de doelstelling voor hun deel van de Banenafspraak gehaald. Vorig jaar hebben zij meer dan 10.000 nieuwe banen voor mensen met een arbeidsbeperking gecreëerd. Met een tussenstand van ruim 71.000 liggen ondernemers daarmee op koers voor 100.000 banen in 2026. Cruciaal is echter wel dat gemeenten de mensen uit de doelgroep beter in beeld brengen bij werkgevers, zeggen VNO-NCW en MKB-Nederland. ‘Bedrijven willen graag, de baankansen zijn er, maar het aantal bemiddelbare kandidaten loopt terug. Dáár ligt voor de komende tijd de grote uitdaging.’
‘Goed om te zien dat minister Schouten, in haar brief aan de Tweede Kamer, ondernemers complimenteert met de behaalde resultaten’, zegt Ingrid Thijssen VNO-NCW-voorzitter. ‘En dat is ook terecht, want bedrijven halen jaar op jaar de doelen en zetten zo goede stappen naar de inclusieve arbeidsmarkt die we met elkaar nastreven. We zien vooral het aantal vaste banen in de marktsector groeien en dat is misschien wel het beste nieuws uit deze brief.’
Geen vanzelfsprekendheid
De ondernemingsorganisaties maken zich ondanks de goede voortgang wel zorgen. In een recente inventarisatie geeft namelijk bijna 60 procent van de betrokken werkgevers aan dat er baankansen blijven openstaan, omdat er onvoldoende bemiddelbare kandidaten worden aangeleverd vanuit de gemeenten. ‘Er is duidelijk meer nodig om ook de komende jaren de doelstellingen te blijven halen en de Banenafspraak succesvol af te ronden’, zegt Jacco Vonhof MKB-Nederland-voorzitter. ’Wij hebben eerder de ambitie uitgesproken om nog meer dan die 100.000 banen te realiseren, maar dan moeten met name gemeenten echt aan de bak om mensen beter te bereiken en activeren.’
Werk centraal in aanpak
Van de totale doelgroep werkt momenteel zo’n 53 procent. Daarmee zijn zo’n 118.000 mensen nog níet aan het werk, terwijl de vraag vanuit werkgevers er is. Voor een groot deel van deze groep geldt echter dat ze onvoldoende in beeld zijn bij gemeenten. Niet bekend is wie ze zijn, wat ze kunnen en graag willen. Ook wordt slechts 10 tot 20 procent door gemeenten als ‘bemiddelbaar’ aangemerkt. Daar blijven dus kansen liggen. Thijssen: ‘Vaak wordt vóór deze mensen besloten dat werk nog niet aan de orde is, bijvoorbeeld omdat ze ook andere problemen hebben. Maar werk kan júist een centraal onderdeel van de oplossing zijn. Werk biedt mensen houvast, maakt gelukkig en biedt perspectief. In de vervolggesprekken over de aanpak moet dit een belangrijk aandachtspunt zijn.’
Ondersteuningsbehoefte
Sinds de start in 2013 is de arbeidsmarkt flink veranderd, zegt Vonhof. ‘Terecht gaat er, buiten de Banenafspraak om, ook veel aandacht naar andere groepen met een ondersteuningsbehoefte, zoals statushouders en bijvoorbeeld mensen met psychische problemen. Maar eigenlijk is dat onderscheid raar. Want voor een inclusieve arbeidsmarkt gaat het maar om één ding: dat iedereen die ondersteuning nodig heeft, dat op de juiste manier krijgt. Daarom zou het goed zijn om ook deze groepen mee te nemen in de aanpak van de Banenafspraak.’
De Banenafspraak vloeit voort uit het sociaal akkoord uit 2013, waarin is afgesproken dat werkgevers -markt en overheid samen - in 2026 125.000 extra banen hebben gerealiseerd voor mensen met een arbeidsbeperking. Met nog drie jaar te gaan liggen werkgevers in de marktsector met inmiddels 71.113 (van de 100.000) banen, volledig op koers. De overheid heeft er tot dusver 10.004 geleverd.
Boegbeeld
Thijssen en Vonhof complimenteren naar aanleiding van de brief van de minister ook Aart van der Gaag, het boegbeeld van het 100.000 banen project (‘Op naar de 100.000’) van VNO-NCW en MKB-Nederland. ‘Aart is onvermoeibaar en trekt hier al vanaf het begin hard aan; door goede voorbeelden te delen in het land, ondernemers te inspireren en oplossingen aan te dragen voor de problemen die er spelen in dit sterk gereguleerde deel van de arbeidsmarkt’, aldus de beide voorzitters.