Het Waarschuwingsregister Fraude Aanpak Detailhandel (FAD) werd in 2005 opgezet op initiatief van vijf leden van de Raad Nederlandse Detailhandel. Bestuurssecretaris Sylvia Torn van Stichting FAD vertelt.
De overheid moet het wettelijk mogelijk maken dat bedrijven in verschillende sectoren gegevens kunnen uitwisselen over wanbetalers en fraudeurs. Dat hebben VNO-NCW en MKB-Nederland en de vereniging Veilig Ondernemen door Informatie op Maat (Vodiom) bepleit tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Eindeloos actief
Ondernemers lijden jaarlijks vele miljarden euro’s schade als gevolg van allerlei vormen van fraude, terwijl veel gevallen zouden kunnen worden voorkomen als zij informatie onderling kunnen delen. Criminelen bedienen zich vaak van dezelfde trucjes en slaan op meerdere plaatsen en in meerdere sectoren hun slag. ‘Doordat private partijen onderling geen informatie mogen delen, kunnen fraudeurs eindeloos actief blijven’, aldus directeur Leendert-Jan Visser van MKB-Nederland tijdens de hoorzitting. ‘We kunnen zelf preventief veel doen. Dat helpt ook politie en justitie, waar te weinig tijd, capaciteit en soms kennis is om fraude effectief te bestrijden.’
Brits model
De ondernemingsorganisaties willen een nationaal waarschuwingssysteem naar Brits voorbeeld. In het Verenigd Koninkrijk wordt met het systeem CIFAS al decennia voor tenminste 1 miljard pond per jaar aan schade voorkomen. De door VNO-NCW en MKB-Nederland opgerichte vereniging Vodiom vroeg van de zomer voor een vergelijkbaar systeem een vergunning aan bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), maar kreeg nul op het rekest. ‘Daarom is nu de wetgever aan zet’, aldus Visser. De AP oordeelde onder meer dat fraudeopsporing- en bestrijding primair een taak van de overheid is.
Waarborgen
Zowel Visser als Vodiom-voorzitter Arthur van Dijk, tevens Commissaris van de Koning in Noord-Holland, hebben tijdens de hoorzitting benadrukt dat het voorgestelde systeem alle mogelijke waarborgen voor de privacy in zich heeft. Ook de vrees voor uitsluiting of dat mensen onterecht op een ‘zwarte lijst’ belanden, is volgens hen ongegrond. De registratie is tijdelijk en wie in het systeem terechtkomt, wordt daarvan op de hoogte gesteld én kan bezwaar maken. ‘Het systeem is zorgvuldig en verantwoord en komt wat ons betreft onder toezicht.’