Met zijn allen zijn we bezig om over te schakelen van aardgas naar elektriciteit. Bijvoorbeeld om ons huis te verwarmen. Bedrijven doen dat ook. Dat is een goede zaak, want zo worden we minder afhankelijk van aardgas dat we nu nog in het buitenland kopen. Bovendien is het beter voor het milieu.
‘De al maar oplopende kosten voor het stroomnetwerk dreigen de Nederlandse industrie op steeds grotere achterstand te zetten ten opzichte van buurlanden.’ Dat blijkt uit een nieuw rapport van Onderzoeksbureau Aurora (zie bijlage) dat vandaag is gepresenteerd. Volgens VNO-NCW moeten de zogeheten netwerkkosten anders worden gefinancierd om verdere negatieve effecten op de energietransitie en de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie te voorkomen.
De nieuwe studie toont aan dat de nettarieven in Duitsland, België en Frankrijk vaak meer dan 80% lager zijn dan in Nederland voor grote stroomafnemers uit de industrie. VNO-NCW wees hier eerder ook al op. De grote kostenverschillen zijn extra zorgwekkend omdat het verschil in energiekosten tussen Europa en de VS/Azië sowieso al zorgwekkend groot blijft komende decennia.
Verdrievoudigd De zogeheten netwerkkosten die bedrijven betalen zijn in de afgelopen twee jaar bijna verdrievoudigd, van 897 miljoen euro naar 2,5 miljard euro in 2024. Voor sommige bedrijven gaat het om tonnen tot vele miljoenen extra. Door de netuitbreiding (o.a. door meer wind op zee) blijven deze kosten komende jaren onveranderd hoog. De landelijk netbeheerder Tennet wees hier eerder ook al terecht op.
In 2030 verwacht Aurora dat de nettarieven in Nederland vergeleken met buurlanden flink hoger blijven voor zogeheten ‘basislast afnemers’ (15 keer zo hoog als in Frankrijk, 6 keer zo hoog als in Duitsland, en 4 keer zo hoog als in België). Voor zogeheten ‘flexibele afname’ (afkomstig van nieuwe technologie) zoals e-boilers en elektrolysers, blijven de nettarieven tot 7 keer zo hoog.
Anders financieren Zonder ingrijpen door de overheid zal de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie steeds verder verslechteren richting 2045. Ook zet het de noodzakelijke investeringen in nieuwe duurzame technologie onder druk, terwijl die juist komende jaren moeten plaatsvinden. Om de nettarieven alleen al voor grootverbruikers op een vergelijkbaar niveau te krijgen als in buurlanden, is volgens Aurora jaarlijks zo’n 300 miljoen euro nodig, wat groeit naar meer dan 500 miljoen in 2030.
‘Dit kan zo niet doorgaan. Er moet zowel op korte, als op lange termijn een eerlijk speelveld komen voor onze industriebedrijven ten opzichte van de buurlanden. Anders hollen we onze industrie uit, terwijl dat een pijler is onder onze export, innovatie en welvaart. Bovendien zet dit de benodigde investeringen in verduurzaming op het spel,’ aldus VNO-NCW.
Volgens de ondernemingsorganisatie is het zaak dat de Nederlandse politiek op korte termijn kijkt naar mogelijkheden die andere landen wel gebruiken. Zo moet de zogeheten IKC regeling sowieso verder worden verlengd (geldt nu slechts voor 1 jaar). Daarnaast is het zaak om de investeringen in het elektriciteitsnet -net als voor wegen en spoorwegen- collectief te financieren, omdat dit zichzelf terugverdient en heel Nederland ten goede komt.
Meer weten? Zie het rapport dat is opgesteld door onderzoeksbureau Aurora in opdracht van een groep bedrijven uit de basisindustrie.
|