‘De future is in your hands’. Sinds enkele maanden prijken tegen verschillende EU-gebouwen in Brussel reusachtige banners over de Conferentie over de toekomst van Europa. Binnen de Brussels Bubble zit het qua aandacht wel goed. Al ruimschoots voor de officiële opening mocht ik deel uitmaken van een speciale werkgroep binnen mijn fractie - de Europese Volkspartij (EVP) - waarin we intensief met elkaar debatteerden over onze visie voor de toekomst van Europa.
We waren het snel eens over het enorme belang van een sterk midden- en kleinbedrijf en de vele banen die het creëert. Voor het beste bedrijfsklimaat moeten we dus af van onnodige bureaucratie en willen we de interne markt verder versterken. Ook moeten we bouwen aan een competitieve en soevereine industrie, waarbij we minder afhankelijk zijn van landen als China en de VS, en oog houden voor sociale rechten van werknemers. Om echt toekomstbestendig te zijn moet deze sociale markteconomie bovendien een flinke digitale en duurzame transitie ondergaan, iets waar het Europese coronaherstelfonds voor de komende jaren ook alvast de nodige financiële middelen voor gereserveerd heeft.
Gezien de enorme uitdagingen waar we voor staan, is het echter spijtig dat de conferentie lange tijd overheerst werd door getouwtrek over procedures in plaats van inhoud; wie mogen de voorzitters leveren, en wie heeft precies welke bevoegdheden? Zaken die totaal voorbijschieten aan het doel van dit hele project om de burger direct te betrekken bij besluitvorming over de toekomst van ons continent.
Nu we het meer over de inhoud gaan hebben, hoop ik echt dat de betrokkenheid en het enthousiasme van de Europese burger nog stevig aangewakkerd zullen worden. Dat ook de buurvrouw en bakker om de hoek weten dat dit unieke democratische experiment gaande is. Nederland maakt er in ieder geval serieus werk van. Zo kunnen mensen via het platform ‘Kijk op Europa’ hun mening geven, zijn er themadialogen georganiseerd en is er een speciaal gezant aangewezen. Hier ligt ook een belangrijke rol voor de media. Een Europees project van deze omvang mag best wat meer aandacht krijgen in de Nederlandse huiskamers. Het zou immers zonde zijn wanneer mensen deze kans laten liggen om op een directe manier mee te praten over hun toekomst.
Jeroen Lenaers
Europarlementariër namens het CDA en lid van de delegatie bij de Conferentie over de Toekomst van Europa