Kennismaken met Rob Slagmolen

11-12-2020

In de rubriek ‘Even kennismaken met…’ leren we de beleidssecretarissen van VNO-NCW en MKB-Nederland beter kennen. Wie zijn ze en wat doen ze? Deze week: Rob Slagmolen, die zich bezighoudt met de arbeidsmarkt en arbeidsparticipatie.

 

De arbeidsmarkt, dat is een groot gebied.

‘Daarom werk ik in dit dossier samen met collega’s. Ik ben me de afgelopen tijd vooral gaan concentreren op de mensen op de basis van de arbeidsmarkt, wat vroeger de onderkant van de arbeidsmarkt heette. Bijvoorbeeld werk voor mensen met een arbeidsbeperking. Dat is complex. Bedrijven die willen meedoen met de banenafspraak, lopen toch tegen van alles aan. Zo kunnen sommige mensen maar bepaalde taken aan; ze zijn niet echt leerbaar. Als die taken wegvallen, zit het bedrijf met de handen in het haar. We moeten het zo organiseren dat zo iemand dan ergens anders terechtkan.’

 

Waarom is dat zo belangrijk?

‘Zeker nu Nederland vergrijst, hebben we er belang bij dat zoveel mogelijk mensen werken, voor de economie en maatschappij. Ondernemers hebben daarbij een belangrijke maatschappelijke opgave. Ze willen die rol vaak ook spelen, maar er zijn belemmeringen voor werkgevers en werkzoekenden om bij elkaar te komen. Ik denk na over oplossingen. Bijvoorbeeld zorgen dat kandidaten voor bedrijven makkelijker vindbaar zijn. En aanpassingen in beleid en uitvoering om van-werk-naar-werk beter mogelijk te maken voor bedrijven.’

 

Welke bagage nam je mee?

‘Ik kom van MKB-Nederland. In 2009 zijn we opgegaan in de beleidsteams die nu we kennen. Mijn achtergrond ligt in de advies- en onderzoekswereld. Ik heb een HR-studie gedaan, maar ook begeleidingskunde, een heel andere tak van sport. Als lobbyist – wat mijn werk toch ook is – vind ik communicatie belangrijk. Niet alleen wat je zegt, maar ook hóe je het zegt. Ik laat andere mensen in hun waarde, ik kijk wat de behoefte van de ander is. Dat is wezenlijk bij hoe ik mijn werk invul.’

 

Wat doe je nog meer?

‘Namens VNO-NCW en MKB-Nederland ben ik ook volop betrokken bij het werk-naar-werk-offensief van het derde herstelpakket corona. We denken met de overheid mee hoe we mensen aan een nieuwe baan helpen vóór ze werkloos worden. Veel sectoren bieden kansen en hebben eigen instroom- en opleidingsmogelijkheden via leerbedrijven. Die moeten we ook gebruiken; de uitvoering moet niet alleen via de publieke kant gaan, maar ook door onze leden zelf.’

 

Wat boeit je in dit werk?

‘Het leukste vind ik nog altijd beleidsontwikkeling, zaken voor elkaar krijgen. Daarvoor kijk ik goed naar de praktijk. Om te achterhalen wat ondernemers en anderen nodig hebben en te bereiken dat het ook echt beleid gaat worden. Concreet is dat bijvoorbeeld goed gelukt bij de statushouders en mensen in de baanafspraak. Het werk dat ik doe is heel aards, dicht bij bedrijven en mensen.’