Innovatie moet een veel grotere rol spelen in de stikstofcrisis, vinden ondernemers. En het goede nieuws is: die innovaties zijn er ook. Waar gaat het nu nog mis?
Dat valt tegen: heb je als boer duizenden euro’s geïnvesteerd in één nieuw technisch snufje om je stikstofuitstoot terug te dringen, blijkt die onvoldoende te werken en moet je alsnog stoppen met boeren. De vraag is dan: ligt dat aan de boer of aan de innovatie? Of is er een andere oorzaak aan te wijzen?
Boeren – of eigenlijk veehouders – mogen voor het terugdringen van hun uitstoot kiezen uit technieken die voorkomen op een lijst, de zogenoemde Regeling ammoniak en veehouderij (RAV) lijst. Per techniek staat in die regeling hoeveel reductie je ermee bereikt. In de praktijk blijkt dat vaak onvoldoende te werken. Een enkele keer komt dat door sjoemelen in de fase van proefmetingen. Meestal is het zo dat een nieuwe techniek in de dagelijkse praktijk anders werkt dan in een proefopstelling. Het moet goed worden toegepast, het moet goed worden onderhouden, onderdelen moeten op tijd vervangen worden. En dat gebeurt kennelijk niet altijd waardoor de stikstofuitstoot minder wordt teruggedrongen dan verwacht.
Wie stoten de meeste stikstof uit?Boerenbedrijven stoten eigenlijk geen stikstof (N2) maar ammoniak (NH3) uit. Dat is een stikstofverbinding die als gas ontstaat als mest, urine en zuurstof samen komen – dus als een koe een plas doet op de ondergepoepte vloer van een stal. Boeren zijn bepaald niet de enige producenten van stikstofverbindingen zoals ammoniak. Energiecentrales, het verkeer en fabrieken stoten stikstofoxides (NOx) uit. Het verkeer is daarbij de grootste boosdoener, volgens het RIVM. De tien bedrijven met de grootste emissie van ammoniak zijn vrijwel allemaal fabrieken, geen veehouderijen. Het zijn bijvoorbeeld chemieconcerns (Chemelot), een kunstmestfabriek (Yara), of voedselproducenten (FrieslandCampina, Suikerunie). Het overgrote deel – 85 procent – van de ammoniakuitstoot komt desondanks van de landbouw.
Innovaties zijn daarmee niet afgeschreven als onderdeel van de oplossing, volgens het rapport Versnellen van innovatie voor een toekomstbestendig agrarisch Nederland. Maar innovaties moeten wel werken in de praktijk en de boer moet in staat zijn om de investering terug te verdienen. Daarvoor is het belangrijk dat de regels die de overheid opstelt, duidelijk zijn, meebewegen met de techniek en goed te handhaven zijn.
Wat daarbij enorm zou helpen is om in de regelgeving niet langer de techniek centraal te stellen maar het doel: deze reductie in ammoniakuitstoot moet gerealiseerd worden, maakt niet uit hoe.
Dat schept veel meer ruimte voor de boer om te ondernemen en te innoveren. En er is een sterkere prikkel om te zorgen dat die innovatieve stalvloer of luchtzuivering goed onderhouden blijft en werkt. De boer wordt immers gecontroleerd op de daadwerkelijk bereikte emissie, niet op het feitelijk hebben van die installatie.
Gesloten systeem
Een ander probleem is dat de RAV-lijst ervan uit gaat dat een boer één technologie toepast – wat dus ook meestal is wat de boer vervolgens doet. In de praktijk is een combinatie van technieken vaak beter, meent ondernemer Adriaan Lieftinck van Mezt. Een emissievrije stalvloer, én luchtzuivering, én iets om de mest die je overhoudt te zuiveren.
‘Het vervelende is dat je de effecten van die afzonderlijke technieken niet zomaar bij elkaar kunt optellen om te weten hoeveel stikstof je hebt opgevangen. De technieken werken op elkaar in. Je moet kijken naar het totaal: wat komt er deze boerderij op, in de vorm van krachtvoer, kunstmest, en wat gaat ervan af, in de vorm van melk, vlees, kaas, en mineralen. Per boerderij kun je dan berekenen, wat er is achtergebleven, weggewaaid, of weggespoeld. Een afrekenbare stoffenbalans heet dat.’ Daarmee heeft de veehouder een sterke uitgangspositie om te laten zien dat er genoeg stikstof is teruggedrongen.
Pilots
De provincies zijn er wel voor te porren om het systeem met RAV-lijsten te veranderen. Zij werken nu aan een plan voor alle kwetsbare natuurgebieden, waarbij ze per gebied beslissen welke vorm van ingrijpen het beste is. Innovatie is daar onderdeel van. De zes provincies waar de stikstofproblematiek het meeste speelt, hebben 27 miljoen euro extra gevraagd aan het Rijk om vijftig pilots te starten. Uit die pilots moet duidelijk worden welke innovaties écht werken, te controleren zijn én stand houden bij de rechter. Provincies willen daarbij een nieuw stelsel van vergunningverlening en handhaving opzetten, waarbij alle innovaties continu kunnen worden gemonitord. Geen moment te vroeg, want of we nu op een huis wachten, een boerenbedrijf runnen of kwetsbare natuur verloren zien gaan: de stikstofcrisis raakt ons inmiddels allemaal.
Welke innovaties zijn er zo al?
Klaas de Boer, eigenaar, Special Machines De Boer:
‘Voor 5 miljard kunnen we alle boeren van Nederland helpen’
‘Als je iets vies maakt, moet je het ook schoonmaken. Dat is mijn motto. Dus toen ik negen jaar geleden voor een houtfabriek een installatie bouwde om hout te verouderen met behulp van ammoniak, bedacht ik er ook een manier bij om alle ammoniak weer op te vangen. Die vinding stond in de schuur tot een paar jaar geleden de stikstofcrisis losbarstte.'
'Mijn vinding zuigt de ammoniakgassen direct onder de koeien vandaan. Dat scheelt energie en warmteverlies in vergelijking met traditionele ventilatiesystemen, die lucht in de hele stal verversen. De lucht wordt veel gezonder, zowel voor de mensen die er werken als voor de dieren. Kalveren groeien bijvoorbeeld sneller en hebben minder last van luchtwegaandoeningen. Daarbij is de werking juridisch waargeborgd. Het concept is controleerbaar en is niet manipuleerbaar. Er wordt op meer dan acht parameters gemeten. Komt er honderd liter mest binnen, of vijf, dat maakt niet uit. Het apparaat meet het, de toezichthouder weet het.'
'Het systeem produceert aan het eind van de cyclus een waardevol eindproduct, dat als kunstmest of in de toekomst zelfs als energiedrager is in te zetten. Naast de aantoonbare vermindering op ammoniakemissie, is dat namelijk de basis van ons concept: een volledig circulair systeem, dat een ogenschijnlijk schadelijk product met een lage energiebehoefte weet om te zetten in een waardevol product. Hoe duurzaam wil je het hebben?'
'Als je iets vies maakt, moet je het ook schoonmaken'
'Waar we nu staan? We zijn op dit moment wat positiever gestemd, omdat er landelijk meer aandacht komt om met innovaties aan de slag te gaan. Uiteindelijk is dat waardoor de agrarische sector bij problemen altijd sterker is teruggekomen: innovatie en daadkracht.'
Adriaan Lieftinck, Mezt:
‘We moeten af van het idee dat innovatie ons niks zal brengen’
‘Wij halen ammoniak uit vloeibare mest met elektrolyse. De mest loopt langs membranen waarover een spanningsverschil staat. De positief geladen ionen – ammonium en kalium – worden getransporteerd door het membraan naar de negatieve electrode. Zo ontstaat een mineralenconcentraat van ammonium en kalium, dat we ook weer van elkaar kunnen scheiden. Deze mineralenconcentraten zijn de basis voor circulaire kunstmestvervangers, geschikt voor precisiebemesting met de beste nutriënten voor planten. De technologie ondersteunt de afrekenbare stoffenbalans. Het apparaat houdt precies bij hoeveel mineralen erin komen, hoeveel eruit vloeien en wat er overblijft in de mest.'
'De stikstofcrisis is technisch gewoon opgelost'
Wij zeggen: de stikstofcrisis is technisch gewoon opgelost. Maar als we onze vinding aan politici laten zien krijgen we twee reacties. Ofwel: 'Fantastisch! Direct doen!' of: 'Leuk, maar we willen sowieso de veestapel halveren'. Dan zeg ik: er is 25 miljard apart gezet voor het oplossen van de stikstofcrisis, niet voor het saneren van de veestapel. Verder wil ik me niet met die politieke discussie bemoeien. Het oplossen van de stikstofcrisis is mogelijk, met behoud van de sector, en je kunt de Nederlandse agrisector in één keer weer helemaal vooraan laten staan in de wereld. Als je dat wilt, moet je nu innoveren.'
'Natuurlijk lopen wij ook tegen zaken aan. Alle regelgeving gaat uit van bestaande technologieën. Wij behandelen mest als grondstof. Wij willen ons eindproduct toe kunnen passen als kunstmestvervanger, zodat het als kunstmestvervanger op het land gebracht kan worden. Maar dat kan niet, want de Mestwet zegt dat alleen alles wat uit het achtereind van een koe komt mest is. Heel frustrerend natuurlijk, dat technologieën van de RAV-lijst soms niet blijken te doen wat ze beloven. Dit ondermijnt het vertrouwen in innovatie. We moeten af van het idee dat innovatie ons niks zal brengen. Innovatie is de enige weg. Maar doe het wel goed. Als het Rijk echt de stikstofcrisis wil oplossen, maak dan een regeling die passend is op nieuwe technologieën. Dan zijn we voor een fractie van het geld klaar.’
Benieuwd naar meer oplossingen? Netwerk Groene Groeiers bracht vijftig kansrijke innovaties in kaart. Daar werden nog eens 35 oplossingen aan toevoegd door InnovatieSpotter. De complete lijst van die 35 ondernemers vind je hier.
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief