Na de mislukking van de klimaattop in Kopenhagen, is alle hoop gevestigd op die in Parijs. Na 30 november zal blijken of de politiek ook echt afspraken maakt om verslechtering van het klimaat te remmen. Het bedrijfsleven is al lang aan de slag gegaan. Maar er kan veel meer als de politiek nu levert. Acht ceo’s over Parijs.
Ton Büchner, AkzoNobel
‘Klimaatverandering is al jaren topprioriteit voor AkzoNobel, en dat zal zo blijven. Wij ondersteunden in 2009 de gezamenlijke agenda van de klimaattop van Kopenhagen en in de aanloop naar deze belangrijke top ondersteunen wij deze agenda opnieuw. Het is belangrijk dat we veel krachtiger optreden tegen klimaatverandering en voorafgaand aan de top in Parijs zien we bemoedigende signalen: het tij lijkt te keren. Een wereldwijd vastgestelde koolstofprijs stimuleert de investering in alternatieve koolstofarme energiebronnen, omdat deze hierdoor economisch aantrekkelijker worden. Het is hierbij essentieel koolstof zo te beprijzen dat dit wereldwijd leidt tot een gedragsverandering. Als we een duidelijke koers willen uitzetten richting een meer duurzame toekomst, kunnen we dit niet alleen. Van onze CO2-voetafdruk ligt namelijk maar 15 procent binnen onze directe controle. Daarom hebben wij onze Planet Possible strategie ontwikkeld, gericht op meer doen met minder. Deze strategie moet ons helpen nauwer samen te werken met leveranciers en klanten om zo nieuwe manieren te vinden om onze voetafdruk te reduceren. Wij willen dat de gehele keten in 2020 25-30 procent meer efficiënt is.’
Jean-François van Boxmeer, Heineken
‘Duurzaamheid is zowel een strategische als een zakelijke prioriteit voor Heineken. We hebben duidelijke ambities gesteld voor onze waterconsumptie in gebieden waar water schaars is en moeilijk te verkrijgen. We hebben ook de nodige stappen gezet om onze CO2-doelstelling te halen. In 2020 willen we de CO2-uitstoot verminderd hebben: in onze productie met 40 procent, in de distributie met 20 procent en voor onze koelkasten met 50 procent. Recent hebben we in Oostenrijk de eerste klimaatneutrale brouwerij ter wereld geopend. En komend voorjaar nemen we vier windturbines in gebruik op onze locatie in Zoeterwoude, goed voor 35 tot 40 procent van het stroomverbruik van de brouwerij. Wind- en zonne-energie kunnen nog een stuk efficiënter en het zou helpen als het innovatiebeleid van de overheid daarop is gericht. In onze beleving zou het helpen als de top in Parijs komt met gedachten hoe incentives een rol zouden kunnen spelen om bedrijven te bewegen meer aan klimaatbeleid te doen. Je vangt nu eenmaal meer vliegen met stroop…’
Roelof Joosten, FrieslandCampina
‘Wij zouden graag zien dat in Parijs wordt ingezet op een klimaatneutrale groei door bedrijven, zoals wij die ook nastreven. Een goede uitkomst van de Klimaattop maakt voor de melkveehouders van de coöperatie, de medewerkers van de onderneming FrieslandCampina en alle andere stakeholders de gedeelde sense of urgency op dit dossier alleen maar groter. Dat stelt ons allen in de gelegenheid om meer tempo te maken. We zijn nu al bezig om ketenbreed – van gras tot glas – de CO2-uitstoot met 1.400 kiloton terug te dringen. Dat doen we met verschillende instrumenten en maatregelen. De zuivelfabrieken en andere vestigingen van FrieslandCampina in Nederland draaien sinds begin 2015 op groene stroom die voor 50 procent afkomstig is van eigen melkveehouderijen. We hebben op het land van onze melkveehouders in Noord-Brabant ons eigen windpark en onze nieuwe fabriek in Borculo draait sinds mei op duurzame biomassa. En er staat nog meer op de rol. Zo gaat volgend jaar een zuivelfabriek draaien op ruw biogas uit onder meer mest en organisch afval.’
Feike Sijbesma, DSM
‘Bij de klimaattop in Parijs zullen de regeringsleiders belangrijke stappen moeten zetten om de opwarming van de aarde en de impact op het klimaat en onze leefomstandigheden te beperken. De huidige nationale klimaatplannen laten zien dat het vooralsnog niet gaat lukken om binnen de 2 graden Celsius opwarming te blijven. Er zijn daarom meer maatregelen nodig, want we kunnen de problemen niet bij de volgende generatie neerleggen. Een CO2-prijs geeft een economische stimulans om de uitstoot van broeikasgassen te beperken en de transitie van het fossiele- naar het bio-hernieuwbare tijdperk te versnellen. DSM hanteert intern een CO2-prijs van 50 euro per ton. De komende tien jaar gaan we onze uitstoot met nog eens een kwart omlaag brengen, onder meer door voor 50 procent hernieuwbare elektriciteit te gaan gebruiken. Onze innovaties dragen ook bij, zoals onze zonnecel opbrengst verhogende coatings, lichte materialen die het brandstofverbruik van auto’s beperken en technologie om landbouwafval om te zetten in geavanceerde biobrandstoffen.’
Paul Polman, Unilever
‘2015 is een belangrijk en bepalend jaar voor het duurzaam voortbestaan van de aarde en onze maatschappij. Na het aannemen van de afgelopen september is de klimaatconferentie in Parijs een eerste test of we woorden in daden kunnen omzetten. Ik verwacht nieuwe, ambitieuze toezeggingen van overheden. We moeten de netto-uitstoot van broeikasgassen ruim voor het eind van deze eeuw naar nul hebben teruggebracht. Bedrijven spelen hierin een belangrijke rol. Unilever zet zich bijvoorbeeld in voor maatregelen tegen ontbossing. Voor het bedrijfsleven liggen er enorme mogelijkheden om duurzaam te groeien. Tussen nu en 2030 zal wereldwijd rond de 90 triljoen dollar worden geïnvesteerd in steden, landgebruik en energie-infrastructuur. Het aanpakken van klimaatverandering gaat hand in hand met economische groei – zoals ook wordt aangetoond door de Dutch Sustainable Growth Coalition.’
Pieter Elbers, KLM
‘De luchtvaart is de eerste sector die wereldwijde afspraken heeft gemaakt om te verduurzamen. In 2013 heeft internationale luchtvaartorganisatie ICAO besloten om volgend jaar een voorstel te doen voor een wereldwijd mechanisme om de CO2-emissie te verminderen voor internationale luchtvaart. Maar daarvoor is het wel noodzaak dat tijdens de Klimaattop in Parijs afspraken worden gemaakt over een wereldwijde markt voor CO2-rechten. ALs dat is gebeurd, kan KLM effectieve maatregelen nemen om luchtvaart verder te verduurzamen. Want KLM kan dit niet alleen en om gelijkwaardig te concurreren moeten de regels voor alle spelers gelden. Dan kunnen we ons ook ons Klimaat-Actie-Plan uitvoeren. We willen in 2020 de CO2-uitstoot per passagier met 20 procent terugdringen ten opzichte van 2011. Ook zetten we ons in voor de ontwikkeling van duurzame biobrandstof. Onze initiatieven moeten bijdragen aan het KLM-bedrijfsresultaat én aan het verlagen van onze milieuvoetafdruk. Alleen op deze manier genereren we blijvende maatschappelijke waarde en dragen we bij om Schiphol een duurzame luchthaven te laten zijn, die wereldwijd kan concurreren.’
Dick Benschop, Shell
‘De klimaattop in Parijs biedt een belangrijke kans om een grote stap vooruit te zetten. Het is zeer positief dat nu veel meer landen, zoals de VS, China, India en Brazilië een eigen doelstelling voor CO2-reductie vastleggen. Dat is nieuw. Maar vervolgens moet in Parijs ook gesproken worden over de ontwikkeling van een mondiaal systeem voor CO2-beprijzing. Dat is volgens Shell de meest effectieve, marktgerichte en innovatie uitlokkende manier om de uitstoot terug te dringen. Zo wordt de concurrentiepositie van energie-intensieve bedrijven niet geschaad. Wij leven in een wereld die meer energie én schonere energie nodig heeft. Een helder politiek raamwerk, waaronder het beprijzen van CO2, zal bedrijven helpen bij de noodzakelijke investeringen en innovaties. Dan zullen we een ontwikkeling zien van hernieuwbare energie, een verschuiving van kolen naar aardgas en het afvangen en opslaan van CO2.’
Frans van Houten, Philips
‘Ook Philips kijkt uit naar de afspraken die in Parijs gemaakt zullen moeten worden. Duurzaam omgaan met energie is de meest cruciale en directe manier om CO2 uitstoot terug te dringen. De besparing op energie die met de huidige inzet wordt gehaald – namelijk een besparing van 1.5 procent – is volgens ons niet ambitieus genoeg. Dat moet echt naar 3 procent per jaar. Vanwege de groeiende bevolking die steeds meer in steden woont, moeten we nog zuiniger zijn met energie en verlichting om de uitstoot terug te dringen. Op dit moment is 19 procent van ons elektriciteitsgebruik afkomstig van licht. Slimme LED verlichting, waar wij hard aan werken, zal ervoor zorgen dat het 70 procent zuiniger kan. Dat zal bovendien zorgen voor lagere energielasten bij consumenten. Maar dit kan Philips niet alleen en daarom doen we dit samen met ngo’s en de VN om te zorgen dat andere landen ook de noodzaak inzien van zuiniger omgaan met energie. Alleen zo kunnen we die 3 procent halen.’