Ton Goedmakers (Vebego): 'Als wij het niet doen, wie dan wel?'

14-02-2024

Wat is de rol van bedrijven in bestaanszekerheid? Moeten zij mensen gewoon meer betalen, of hun medewerkers grotere deeltijdcontracten aanbieden? Bij Vebego zoekt ceo Ton Goedmakers de balans tussen opbrengst en sociaal zijn. Dat leidt dagelijks tot dilemma’s.

 

De inkomensongelijkheid is in Nederland niet groot, maar toch zijn er zo’n achthonderdduizend mensen die in armoede leven. Bij Vebego, gespecialiseerd in facilitaire dienstverlening en zorg, werken ook mensen met financiële problemen. Het bedrijf doet er veel aan om hun werknemers, zo’n veertigduizend mensen, financieel gezond te houden. Er worden tweejaarlijkse gezondheidsmetingen gehouden, er is schuldhulp aanwezig en jongeren leren hun huishoudboekje bij te houden. Ondertussen beweegt het facilitair bedrijf zich in een zogeheten ‘red ocean’ sector, waar steeds nieuwe bedrijven op de markt komen en met ultralage prijzen proberen opdrachten binnen te halen voor schoonmaak, zorg, facilitair management en groenonderhoud. Ceo Ton Goedmakers blijft er rustig onder.

Wie is Ton Goedmakers?Ton Goedmakers (1980) is de kleinzoon van oprichter Tonny Goedmakers en vanaf 2007 werkzaam bij Vebego. Na managementfuncties in Nederland en Zwitserland is hij sinds 2021 ceo van Vebego Group. Hij studeerde financiële bedrijfskunde aan Nyenrode Business Universiteit. Goedmakers woont in Amsterdam, is samen met Claire en heeft vijf kinderen. 

Hoe maakt u de afwegingen tussen rendement en sociaal zijn?

‘Het is een dagelijks dilemma en daarbij kiezen wij net iets vaker voor het sociale aspect en minder voor op de korte termijn zo veel mogelijk geld verdienen. Dat is onze basishouding. Kijk, wij moeten ook meer verdienen dan uitgeven, we zijn geen sociale instelling. Maar bij veel keuzes laten wij het sociale prevaleren. Ik sta misschien niet in de schoenen van mensen met financiële problemen, maar ik begrijp wel dat het heel belastend kan zijn. Met Vebego kan ik wat voor mensen betekenen, dat vind ik belangrijk.’

 

Noemt u eens zo’n dagelijks dilemma?

‘Tijdens de coronacrisis gingen veel bedrijven in de overlevingsstand. Wij hebben meteen gezegd tegen onze mensen: ‘We gaan niemand ontslaan’. Dat betekende dat als er geen werk in de schoonmaak voor ze was, zij terecht konden in de zorg. We hadden werknemers kunnen laten gaan. Maar toen en nu zien we het grote belang in van het hebben van zinvol werk. Het is de plicht van de werkgever dat er überhaupt werk is dat gedaan kan worden.’
‘We hebben ook weleens een opdracht overgenomen die niet goed liep, waar veel verzuim was en mensen met schulden kampten. Veel van hen waren kostwinner en dan treffen hun problemen een heel gezin. Wij hebben de opdracht aangehouden en de mensen geholpen met bijvoorbeeld schuldhulp. Daar liepen we niet voor weg. Want als wij het niet doen, wie dan wel?’
‘We hebben onszelf de vraag gesteld: ‘Waarom bestaat Vebego?’ Nou, om dus werk te creëren voor mensen, en met name voor mensen uit de basis van de samenleving. Het gaat ons erom betekenisvolle banen te creëren. Iemand aan het werk helpen, heeft ook een enorme positieve impact op de directe omgeving. Help je mensen, dan zorgt dat ook voor enorme loyaliteit en betrokkenheid. Dat is niet ons doel, maar dat is een mooi bijverschijnsel.’

Ton Goedmakers: ‘Help je mensen, dan zorgt dat ook voor enorme loyaliteit en betrokkenheid’
Ton Goedmakers: ‘Help je mensen, dan zorgt dat ook voor enorme loyaliteit en betrokkenheid’

Maar wat als het over twee jaar toch onverhoopt enorm tegen zit?

‘Dat is een continu spanningsveld. Nu, met deze krappe arbeidsmarkt, is het makkelijker om mensen met afstand tot de arbeidsmarktaan het werk te helpen. We hebben veel men

en uit die groep bij ons werken. Als het economisch slechter gaat, zijn dat wel de eerste doelgroepen die ook weer buiten staan. Wij hebben in tachtig jaar tijd alle economische ups en downs wel meegemaakt. En ik kan zeggen dat wij altijd een heel stuk langer dan andere bedrijven toch nog ervoor probeerden te zorgen dat er werk is voor deze collega’s.’

 

‘Alleen het minimumloon verhogen is te kort door de bocht’

 

Zou u mensen niet meer moeten betalen dan u nu doet?

‘Ik geloof er niet zo in dat gewoon het loon verhogen de oplossing is. De lonen in de schoonmaak en in de groenvoorziening hebben net een mooi stapje gemaakt en dat juichen we toe. Wij betalen ook meer dan het minimumloon. Alleen het minimumloon verhogen is te kort door de bocht. Het gaat er uiteindelijk om hoe je met je inkomsten omgaat. Ik geloof meer in mensen helpen met het inkomen dat ze hebben. Wij helpen mensen om bewust met hun huishoudboekje om te gaan. Jongeren leren dat ook niet op school of thuis, dus doen wij het. Meer werken zorgt ook voor meer inkomen.’

 

Kunt u dat stimuleren?

‘In Nederland krijgen veel mensen toeslagen, die ze verliezen zodra ze meer gaan werken en dus meer gaan verdienen. Onze mensen vragen mij ook: ‘Waarom zou ik meer gaan werken als ik er financieel niet op vooruit ga?’ Zo stimuleert het Nederlandse systeem dat er veel parttime wordt gewerkt. Daar mag de overheid wel eens iets aan doen, al begrijp ik dat het een heel complex systeem is.’

 

Kunnen mensen bij u makkelijk meer werken als ze dat willen?

‘Zeker. Vroeger was de schoonmaak ’s ochtends een paar uur en ’s avonds laat twee, drie uurtjes. Steeds meer kunnen we met de klanten afspreken dat onze mensen overdag komen schoonmaken. We merken ook dat er een betere band ontstaat tussen schoonmaker en klant. En die stofzuigers, dat is maar een paar minuten, het koffiezetapparaat maakt meer lawaai. Dan kan iemand een hele dag werken, in plaats van vier personen een paar uur. We hebben daarnaast ook veel vrouwen in dienst, zo’n 68 procent, die juist alleen ’s morgensvroeg willen werken omdat ze daarna de kinderen naar school willen brengen. Veel collega’s willen dus die kleine contracten. We zitten ook in het groenonderhoud en de thuiszorg bijvoorbeeld en daar zijn juist veel fulltime contracten.’

 

‘Hoe kunnen we helpen, hoe halen we de schaamte van het onderwerp af’

 

In de schoonmaakbranche komt schuldenproblematiek relatief vaak voor. Hoe herken je het?

‘Niet alleen daar hoor, je kunt ook in de problemen raken als je in een hogere salarisschaal zit. Wij doen er veel aan om de signalen vroeg op te pikken. Leidinggevenden en onze hr-mensen zijn daarvoor opgeleid. Je merkt dan misschien dat iemand geld moet lenen om dat gezamenlijke cadeau voor een collega te kopen. Of dat iemand opeens niet meer meegaat naar uitjes en steeds een excuus heeft. Dan ga je het gesprek aan en als het nodig is, kunnen wij collega’s naar de schuldhulp begeleiden. Collega’s kunnen elkaar ook dat zetje geven. Wij helpen ze dan bijvoorbeeld om regelingen van de overheid te vinden. Maar dat wil je eigenlijk voorkomen door je medewerkers te leren met hun huishoudboekje om te gaan. Ook als je wat meer geld maandelijks ontvangt, is het heel verleidelijk om dat meteen uit te geven of die breedbeeld-tv op afbetaling te kopen om straks het EK op te kijken. Dan moet je sterk in je schoenen staan om daar nee tegen te zeggen. Zeker als je in het begin denkt dat je toch iedere maand 1.400 euro op je rekening krijgt. Het lijkt niet op te kunnen. Wij merken sowieso dat het probleem toeneemt. Vermoedelijk door inflatie en gestegen energieprijzen. Dat raakt de doelgroepen waar wij mee werken nog meer. Het is een vast thema op de vergaderingen van hr. Hoe kunnen we helpen, hoe halen we de schaamte van het onderwerp af. Ik vind dat je als werkgever deels verantwoordelijk bent dat mensen hun leven op de rit krijgen. Belangrijk is dat je makkelijk benaderbaar bent, en een steunpunt, vraagbaak en hulplijn kunt zijn.’

 

Heeft u nooit de neiging gehad om gewoon die schuld of verkeersboete van een collega af te betalen, of voor een ander die wasmachine te kopen die hij of zij echt nodig heeft?

‘Absoluut denk ik dat wel eens. Maar dat doe ik niet. Feitelijk los je daar niks mee op. Je moet de oorzaak van het probleem aanpakken. We hebben wel een foundation en daar helpen we ouders mee. In augustus begonnen de scholen weer en medewerkers die voor hun kinderen geen rugzakken en schriftjes konden aanschaffen, die helpen we dan. Ja, dan bestaat het risico dat iemand er weleens niet helemaal correct gebruik van maakt, nou, dat accepteren we dan maar. We willen geen al te hoge drempels opwerpen.’

 

Spreekt u weleens andere ceo’s over dit onderwerp?

‘Ja. Veel bedrijven zijn misschien niet zo bezig met bestaanszekerheid als maatschappelijk probleem. Maar ik zou dan zeggen, denk eens na wat het voor jezelf en je bedrijf betekent als je er energie insteekt. Onderhuids zorgen financiële problemen namelijk voor veel ziekteverzuim. Dat treft jou ook zakelijk als bedrijf. Ik hoop dat Vebego hierin een voorbeeld kan zijn, dat we anderen inspireren om zo naar de wereld en je medewerkers te kijken. Daarom zijn we ook actief in de nationale coalitie financiële gezondheid. Als bedrijf moet je ook goed burgerschap nastreven. Iedereen wijst naar elkaar, maar wat ga je er zelf aan doen.’ 

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.