Wat is de rol van bedrijven in bestaanszekerheid? Moeten zij mensen gewoon meer betalen, of hun medewerkers grotere deeltijdcontracten aanbieden? Bij Vebego zoekt ceo Ton Goedmakers de balans tussen opbrengst en sociaal zijn. Dat leidt dagelijks tot dilemma’s.
De inkomensongelijkheid is in Nederland niet groot, maar toch zijn er zo’n achthonderdduizend mensen die in armoede leven. Bij Vebego, gespecialiseerd in facilitaire dienstverlening en zorg, werken ook mensen met financiële problemen. Het bedrijf doet er veel aan om hun werknemers, zo’n veertigduizend mensen, financieel gezond te houden. Er worden tweejaarlijkse gezondheidsmetingen gehouden, er is schuldhulp aanwezig en jongeren leren hun huishoudboekje bij te houden. Ondertussen beweegt het facilitair bedrijf zich in een zogeheten ‘red ocean’ sector, waar steeds nieuwe bedrijven op de markt komen en met ultralage prijzen proberen opdrachten binnen te halen voor schoonmaak, zorg, facilitair management en groenonderhoud. Ceo Ton Goedmakers blijft er rustig onder.
Wie is Ton Goedmakers?Ton Goedmakers (1980) is de kleinzoon van oprichter Tonny Goedmakers en vanaf 2007 werkzaam bij Vebego. Na managementfuncties in Nederland en Zwitserland is hij sinds 2021 ceo van Vebego Group. Hij studeerde financiële bedrijfskunde aan Nyenrode Business Universiteit. Goedmakers woont in Amsterdam, is samen met Claire en heeft vijf kinderen.
Hoe maakt u de afwegingen tussen rendement en sociaal zijn?
‘Het is een dagelijks dilemma en daarbij kiezen wij net iets vaker voor het sociale aspect en minder voor op de korte termijn zo veel mogelijk geld verdienen. Dat is onze basishouding. Kijk, wij moeten ook meer verdienen dan uitgeven, we zijn geen sociale instelling. Maar bij veel keuzes laten wij het sociale prevaleren. Ik sta misschien niet in de schoenen van mensen met financiële problemen, maar ik begrijp wel dat het heel belastend kan zijn. Met Vebego kan ik wat voor mensen betekenen, dat vind ik belangrijk.’
Noemt u eens zo’n dagelijks dilemma?
‘Tijdens de coronacrisis gingen veel bedrijven in de overlevingsstand. Wij hebben meteen gezegd tegen onze mensen: ‘We gaan niemand ontslaan’. Dat betekende dat als er geen werk in de schoonmaak voor ze was, zij terecht konden in de zorg. We hadden werknemers kunnen laten gaan. Maar toen en nu zien we het grote belang in van het hebben van zinvol werk. Het is de plicht van de werkgever dat er überhaupt werk is dat gedaan kan worden.’
‘We hebben ook weleens een opdracht overgenomen die niet goed liep, waar veel verzuim was en mensen met schulden kampten. Veel van hen waren kostwinner en dan treffen hun problemen een heel gezin. Wij hebben de opdracht aangehouden en de mensen geholpen met bijvoorbeeld schuldhulp. Daar liepen we niet voor weg. Want als wij het niet doen, wie dan wel?’
‘We hebben onszelf de vraag gesteld: ‘Waarom bestaat Vebego?’ Nou, om dus werk te creëren voor mensen, en met name voor mensen uit de basis van de samenleving. Het gaat ons erom betekenisvolle banen te creëren. Iemand aan het werk helpen, heeft ook een enorme positieve impact op de directe omgeving. Help je mensen, dan zorgt dat ook voor enorme loyaliteit en betrokkenheid. Dat is niet ons doel, maar dat is een mooi bijverschijnsel.’