Ze is bij de ontwikkeling en invoering van bijna driekwart van alle nieuwe kankermedicijnen betrokken. En daar is de Twentse Tatjana Romanyk trots op. Vorig jaar nog werd de ceo van Aptitude Health verkozen tot Etnische Zakenvrouw. En of Nederland niet wil zeuren over carrièrevrouwen en ambitie a.u.b. ‘Als je niet ambitieus bent, wat moet je dan bereiken?’
Tja, die uitverkiezing tot Etnische Zakenvrouw van 2016. Dat was wel even raar voor de geboren en getogen Hengelose. ‘Ik vond het ook wel humor. Ik heb ze gemaild: Tenzij jullie Twente het buitenland vinden, weet ik niet of ik helemaal aan jullie criteria voldoe. Ik had mezelf nooit geassocieerd met etnisch. Toen kreeg ik een mailtje terug dat ze hun huiswerk echt wel goed hadden gedaan. Ik heb een vader uit Oekraïne die in de oorlog uit zijn thuisland is gedeporteerd, dus ik ben inderdaad tweede generatie oorlogsvluchteling. Zo had ik dat nooit bekeken.’
Met uw achternaam moet dat toch wel eerder zijn opgekomen?
‘Ja inderdaad, dat moet ik toch meegekregen hebben.' Ze lacht volop. 'Maar ik heb daar nooit bewust last van gehad.’
De vader van Tatjana Romanyk werd als 15-jarige jongen in de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland gedeporteerd om daar in de fabrieken te werken. Na de oorlog kreeg hij na allerlei omzwervingen werk bij Stork en het bedrijf gaf hem de mogelijkheid om een opleiding te volgen. Zo kwam hij in Twente terecht. Hij trok dertien jaar van kosthuis naar kosthuis en zo trof hij zijn latere echtgenote, de dochter van de buren.
'Ik etnisch? Zo had ik dat nooit bekeken'
‘Mijn moeder was enig kind en is geboren en opgegroeid in Hengelo. Ze heeft eerst gymnasium geprobeerd, maar daar kon zij als arbeiderskind niet aarden. Ze heeft toen een beroepsopleiding gedaan waarna ze een tijd in Amsterdam ging werken. Dat was in haar tijd behoorlijk avontuurlijk. In 1962 zijn mijn ouders getrouwd en ik ben in ‘64 geboren. We hebben acht jaar in de Neptunusstraat in Hengelo gewoond. Mijn ouders hebben toen een huis gebouwd in de PC Hooftlaan en daar wonen ze nu nog. Eigenlijk een heel steady verhaal, maar wel met kleurrijke mensen.’
Oorlogsjaren
Romanyk hoorde veel verhalen uit de oorlogsjaren vorig jaar voor het eerst, toen ze een biografie liet schrijven ter ere van haar vaders 90ste verjaardag. ‘Mijn vader heeft de oorlog geblokt. Die ochtend dat hij op de trein stapte, wisten hij en zijn moeder niet of ze elkaar ooit weer zouden zien. Later heb ik gehoord dat zijn moeder, mijn oma, die ik nooit heb gekend, van een klein pasfotootje een schilderij heeft laten maken van mijn vader. Dat heeft bij haar altijd in de keuken gehangen. Dat zijn heel ontroerende dingen. Natuurlijk is hij door dergelijke ervaringen gevormd en natuurlijk geeft hij daarvan ook iets aan ons mee. Zoals zijn houding van tanden op elkaar en doorzetten.’
Altijd werken
Het was een huishouden van ambitie. Thuis werd eigenlijk geen Twents gesproken, maar iedereen van de familie verstond het wel. En de regio heeft nog een hoorbare invloed op de spraak van Romanyk. ‘Twents is een hartstikke leuk taaltje. Mijn moeder schrijft nu trouwens anekdotes in het dialect die lokaal gepubliceerd worden.’ Romanyks vader studeerde dertien jaar in de avonduren en weekenden. Na het behalen van zijn lesbevoegdheid in wis- en natuurkunde, maakte hij een gedegen carrière tot ingenieur bij Stork. ‘Mijn vader was altijd aan het werk. Nu was die hele generatie altijd aan het werk, maar hij heeft ook nog zijn eigen huis gebouwd, heeft altijd vertaalwerk gedaan, vroeger zelf de auto onderhouden, meubels gemaakt en nog veel meer.'
Dat betekende ook dat Tatjana uitgedaagd werd om goede cijfers te halen. ‘Als ik met een 7 voor natuurkunde thuis kwam dan was het: 'Wat had de rest?' Daardoor ben ik wel heel resultaatgericht. Mensen vinden dat competitieve en ambitieuze misschien een beetje oncomfortabel. Zeker als vrouwen dat zijn. Daar zit toch soms nog het stigma van een bitch aan vast. Maar als je niet ambitieus bent, wat moet je dan bereiken?’
(tekst gaat verder onder de foto)