Op de modefoto’s van kledingmerk LaDress ziet oprichter Simone van Trojen er perfect uit. Maar het leven ís niet perfect, weet ze al sinds haar jeugd. Vorig jaar werd ze behandeld voor borstkanker. ‘Verdriet laat ik toe, maar ik kijk daarna weer naar wat ik wél heb.’
De ruime werkkamer van Simone van Trojen, in een statig kantoor aan het Amsterdamse Vondelpark, staat vol kledingrekken. Van Trojen zelf draagt een donkerblauw ‘werkpak’ uit de eigen collectie, met daaronder gympen voor het gemak. ‘Als ik die thuis verwissel voor een paar hakken, is het zo een uitgaansoutfit’, zegt ze en dat klinkt meteen als een perfecte reclameslogan.
Ze ziet er goed uit en steekt enthousiast van wal. Je zou niet zeggen dat ze een zwaar jaar achter de rug heeft, met twee operaties vanwege borstkanker.
Van Trojen: ‘Het ging juist goed met LaDress. We waren weer teruggekeerd naar de kern: geen winkels en eigen distributie meer, maar een kleine organisatie die zich richt op online verkoop. En dan krijg je bij een controle in het ziekenhuis ineens te horen: ‘We zien toch iets op de mammografie.’ Na de eerste schrik betekende dat zes weken stress: wat is het en wat is de prognose?’
Wie is Simone van Trojen?Na een studie fiscaal en Nederlands recht aan de Universiteit van Amsterdam begon Simone van Trojen (53) in 1994 als jurist bij advocatenkantoor Loeff Claes Verbeke. Die jaar later vertrok zij naar Endemol, waar ze manager programmasponsoring werd. In 1999 werd zij mededirecteur van een softwarebedrijf en groeide het besef dat zij toch meer een ondernemer was. Met LaDress begon Van Trojen in 2006. Het online begonnen bedrijf werd uitgebreid met distributie en winkels. In 2019 keerde LaDress terug tot de (online) kern.
Geen controle
Voor een perfectionist als Van Trojen was vooral de onzekerheid ‘heel eng’, vertelt ze. ‘Een perfectionist is een controlfreak en op zo’n moment heb je het gewoon niet onder controle.’ Ze maakte zich ook zorgen over haar kinderen Beau en Lise, die allebei in hun eindexamenjaar zaten. ‘Dat gun je ze natuurlijk niet.’ Het tekent haar dat ze zich op zo’n moment bijna meer zorgen maakt over anderen dan over zichzelf.
Maar de operaties zijn gelukt en de kinderen geslaagd. Zoon Beau begint binnenkort aan een bètastudie, dochter Lise reist met een vriendin een halfjaar door Azië. ‘Daar heeft ze zelf voor gewerkt, onder meer bij LaDress. Ik mis haar natuurlijk, maar gun het haar ook.’ Zelf toog Van Trojen op die leeftijd ook naar het buitenland om de wereld te ontdekken, ze ging naar Parijs en Londen.
Werken als troost
Zoon en dochter figureren met enige regelmaat met hun moeder in de advertenties van LaDress op de website en in bladen. Of ze later in het bedrijf zullen komen werken, is nog geen gespreksonderwerp. ‘Ze bepalen hun eigen richting’, zegt Van Trojen. ‘Je weet toch niet hoe het leven loopt.’ Haar man Bart, die in het verleden ook ondernemer was, werkt inmiddels wel in het bedrijf en is verantwoordelijk voor de logistiek. Hij verzorgt tijdens het interview de koffie. Hond Tommie ligt in de gang bij de keuken te wachten (lees: bedelen) tot hij iets te eten krijgt.
Van Trojen groeide op als enig kind. Haar vader had een handelsonderneming, haar moeder zat in de badmode. Nee, daar komt haar eigen keuze voor de mode niet vandaan. ‘Mijn moeder heeft wel altijd een goede smaak gehad en helpt me nog altijd met LaDress.’
Op haar tiende werd haar vader ziek, hij overleed vrij plotseling op 38-jarige leeftijd. ‘Dat was heel heftig, dat is natuurlijk hartstikke jong. Het werd stil in huis met z’n tweetjes. Mijn moeder vond troost in haar werk. Dat heeft ze me altijd voorgehouden: zorg dat je werk je passie is.’ Later hertrouwde Van Trojens moeder met haar ‘tweede vader’, die ook nog eens twee stiefbroers meebracht. ‘Er kwam weer muziek in huis’, zegt ze over die tijd.
Zo gaat ze eigenlijk om met alle verdriet en tegenslag in haar leven: daar komen weer mooie, nieuwe dingen uit voort. Zo is LaDress ook ontstaan. Al had ze dat niet kunnen bedenken toen ze aan haar loopbaan begon. Want na een rechtenstudie lagen de mode en ondernemerschap niet voor de hand. Van Trojen werkte achtereenvolgens op een advocatenkantoor, bij Endemol en als mededirecteur van een softwarebedrijf. Toen groeide langzaam het besef dat ze misschien toch meer een ondernemer was.