Wat stelt u dan concreet voor?
‘Heel lang zeiden we wel dat circulariteit superbelangrijk was, maar dan gebeurde er vervolgens te weinig. Op een gegeven moment klopten er ook een paar bedrijven bij mij aan die zeiden: ‘Ik zou uit de restanten van suikerbieten of andere producten, zou ik plastic kunnen maken. Dan hoeven we dat niet meer te doen op basis van olie. Alleen, ik heb een beetje hulp daarbij nodig.’ Dus we hebben nu besloten om het verbranden van plastic in Nederland duurder te maken, een norm te stellen voor het percentage van het door jou gebruikte plastic circulair moet zijn en is er een subsidieregeling voor bedrijven die circulaire plasticfabrieken in Nederland neerzetten. Laten we die aanpak ook kiezen voor beton, voor staal en voor allerlei andere productieprocessen. De overheid moet dat soort zaken veel meer faciliteren, want als minister voor Klimaat en Energie heb ik wel geleerd dat het bedrijfsleven vooruit loopt en wij met onze fossiele wet- en regelgeving gewoon nog enorm achterlopen.’
Voor circulariteit hebben bedrijven ook ruimte nodig. Die wordt nu vaak opgeofferd om woningen te bouwen.
‘Dat is denk ik een terechte waarschuwing. Want we hebben grote ambities in Nederland, maar aan ruimte altijd gebrek. Dus we moeten ook goed kiezen, wat doen we en waar doen we dat? Dat betekent soms ook iets meer sturend zijn als overheid. En op een proactieve manier meedenken met bedrijven over wat kan wel en wat kan niet en op welke plek.’
Maar ja, dan ben je als bedrijf bezig met verduurzaming, loopt je tegen volle stroomnetwerken aan.
‘Klopt, alleen al in de haven van Rotterdam is in twee jaar tijd de elektrificatie gerealiseerd die voor over tien jaar was voorspeld. Voor heel Nederland geldt dat we ongeveer honderd keer de capaciteit van de stad Amsterdam aan stroomvoorziening moeten bijbouwen om de elektrificatie te kunnen bijbenen. Dat moeten we dus ook maximaal faciliteren.’
‘Kernenergie kan een goede aanvulling zijn’
Ook met de bouw van nieuwe kerncentrales?
‘Er zijn heel veel schone oplossingen, zoals wind en zon, waar we het grootste deel van onze energietransitie mee voor elkaar krijgen. Maar je hebt een basiscapaciteit nodig, voor als de zon niet schijnt of wanneer het niet waait en dat regelen we nu nog met kolen- en gascentrales. Die moeten er op een gegeven moment ook uit. Dan kan kernenergie een goede aanvulling zijn. Het helpt uiteindelijk ook om in Nederland en Europa op het gebied van energie minder afhankelijk te worden.’
Lees hier wat de belangrijkste standpunten voor ondernemers zijn deze verkiezingen
Maakbedrijven, de industrie kunnen het idee krijgen dat de politiek ze liever kwijt dan rijk is. We kunnen toch niet toe met alleen maar ASML’s in Nederland?
‘Dat is zo. We hebben allemaal kleding nodig, voeding, meubels voor in ons huis. Je hebt dus allerlei sectoren nodig. Ik denk dat de kans voor Nederland ligt in hoe we klimaatactie verbinden aan nieuw economisch potentieel. De productie van groene waterstof zal over de hele wereld enorm gaan toenemen. Je ziet nu al dat juist Nederlandse maakbedrijven voorop lopen in patenten voor de electrolyzers die die groene waterstof kunnen produceren. Dus hoe geweldig zou het zijn als dat soort maakindustrie juist in Nederland de komende jaren maximaal wordt gestimuleerd. Niet alleen om de Nederlandse klimaatdoelen te halen, maar ook om dat de exportproducten van de toekomst te laten zijn.’
Wie gaan in die nieuwe bedrijven werken? Voor welke banen leiden we onze jongeren nu op?
‘Het is onbegrijpelijk, maar in verkiezingscampagnes gaat het altijd te weinig over onderwijs. Terwijl de Nederlandse economie over twintig jaar totaal anders is. De banen die we dan hebben, zijn er nu nog niet. Die zullen veel meer digitaal zijn, meer met elektrificatie te maken hebben. Dat vraagt een heel ander type technische vakmensen. Schoon en slim vraagt andere skills. Je ziet gelukkig dat mbo’s daar al op aan het voorsorteren zijn. We moeten dus zorgen dat we de komende tijd overal in het onderwijs veel meer aandacht hebben voor techniek, it en al die nieuwe skills. Want de automonteur die nu wordt opgeleid, is straks gewoon een it-specialist.’
‘Maar de vraag is ook: hoe stimuleer je een leven lang leren? Ik ben voorstander van een zogenoemde loopbaanboost. Die kan oplopen tot 50.000 euro per Nederlander. Zodat je in de loop van je arbeidscarrière kunt omscholen en bijscholen en nieuwe skills kunt aanleren. Ik heb zelf bestuurskunde gestudeerd. In mij heeft de overheid veel geïnvesteerd. In iemand die twee jaar een mbo-opleiding heeft gedaan en daarna meteen is gaan werken, is veel minder geïnvesteerd. Dat verschil vullen we aan door diegene een grotere loopbaanboost te geven.’
Wie is Rob Jetten?Na een studie bestuurskunde in Nijmegen doorliep Rob Jetten (36) een traject als managementtrainee bij ProRail en ging hij daar later werken als adviseur en regiomanager. Tussen 2010 en 2017 was hij gemeenteraadslid en fractievoorzitter van D66 in Nijmegen. In 2017 kwam hij in de Tweede Kamer, in oktober van het volgende jaar volgde hij Alexander Pechtold op als fractievoorzitter. Hij was daarmee de jongste fractievoorzitter ooit van D66. In 2022 werd Jetten minister van Klimaat en Energie. Medio dit jaar gaf Jetten aan Sigrid Kaag te willen opvolgen als partijvoorzitter. Hij kreeg die functie in augustus, tegelijkertijd met het lijsttrekkerschap van de partij.
Er zijn ongelooflijk veel mensen nodig voor de energietransitie, digitale transitie, de verduurzaming. Hoe krijgen we meer mensen aan het werk en die vacatures gevuld?
‘Dat is echt de grote hoofdbreker voor heel veel bestuurskamers. Het begint met werken en meer werken weer aantrekkelijker te maken. Mensen die nu parttime werken, kunnen het zich financieel niet veroorloven om meer uren te maken, omdat ze toeslagen kwijtraken. Of omdat ze de kinderopvang niet kunnen betalen. Dus biedt gratis kinderopvang aan, zodat werk en privé makkelijker te combineren zijn. Geef iedereen die meer dan drie dagen in de week werkt, een hogere belastingkorting. In de zorg en het onderwijs lossen we het grootste deel van de tekorten op als iedereen die er werkt een paar uur in de week meer gaan werken. Dan moet je dat wel financieel en fiscaal stimuleren, zodat het loont. Tot slot moet het minimumloon omhoog. We hebben in dit land zo'n 800.000 mensen in armoede. Vaak zijn dat ook werkende armen. Dat is eigenlijk om je voor te schamen, in zo'n rijk land.’
‘Bedrijfsleven en politiek hebben de afgelopen jaren te veel in platte frames over elkaar gesproken’
Snapt u dat bedrijven zich daar zorgen over maken? Want ze hebben ook hoge energiekosten, hoge inkoopkosten en ze moeten fors investeren in verduurzaming. Dat moet wel kunnen.
‘Daarom pleit ik voor stapsgewijze loonsverhoging, zodat het bedrijfsleven zich daar goed op voor kan bereiden. Ik realiseer me dat voor bestaanszekerheid ook nodig is dat je meer geld in je portemonnee overhoudt. Daar moet de overheid voor zorgen en de belastingen op arbeid verlagen.’
‘De les van de afgelopen jaren is dat politiek en bedrijfsleven te veel tegenover elkaar zijn komen te staan. We hebben te veel in simpele platte frames over elkaar gesproken. Terwijl de uitdagingen op het gebied van verduurzaming, de arbeidsmarkt en zo nu zo groot zijn dat ik echt hoop dat we weer een overlegstructuur krijgen. Dat we als overheid en bedrijfsleven samen kunnen vaststellen: wat zijn de transities, hoe gaan we die samen doormaken en hoe gaan we daar het bedrijfsleven ook bij faciliteren?’
Uw partij was ook de partij die het bedrijfsleven niet langer een stem in de waterschappen wilde geven. Terwijl zij daar ook meewerken aan verduurzaming.
‘Nou daar kwam de natuur te veel onder druk te staan en de toekomst van onze hele watervoorziening.’
Dus zodra het belangrijk wordt mogen ondernemers niet meer meepraten?
‘Nee juist wel. Maar je kunt nu de hele dag tegenover elkaar staan en zeggen: het bedrijfsleven moet meer doen. Of de overheid. Je kunt ook zeggen, zullen we dat gezamenlijk oplossen en veel meer samen optrekken.’
Het verkiezingsprogrammaDe titel van het verkiezingsprogramma van D66 is Nieuwe energie voor Nederland. De partij wil ondernemers helpen met hun verduurzamingsambities. En ruimte en steun geven aan ‘bedrijven die bijdragen aan de economie van de toekomst’. Ondernemers moeten niet alleen in hun bedrijf maar ook in de samenleving investeren. De ‘vervuilende sectoren’ moeten klimaatneutraal worden en dat in hoog tempo. In totaal 1 miljard wil het D66 vrijmaken om te investeren in de productie van groene en circulaire producten. Per sector moet er een strategie komen om circulair en klimaatneutraal te worden. Ook wil D66 een ‘Toekomstraad’, die advies geeft over het beleid rond het bedrijfsleven. Daarin krijgen ook ceo’s van bedrijven zitting. De toekomst ziet het D66 met een focus op hoogwaardige diensten en complexe technologische activiteiten, zoals ASML en NXP. medische technologie, biotechnologie en watermanagement. Door subsidies voor onderzoek en innovatie wil D66 de groei van zulke bedrijven stimuleren. D66 zegt zich sterk te maken voor het mkb, immers de ‘motor van onze economie’. Dit door onder meer het financieren van verduurzaming makkelijker te maken. Maar wie geld voor verduurzaming wil, moet een duidelijk plan hebben. Houd je je daar niet aan, dan moet het geld terug. Ook wil D66 zorgen voor minder hinderlijke regels en een strengere toets op nieuwe regels. Jetten en zijn partij willen daarnaast de arbeidsmarktkrapte aanpakken door opleidingen aantrekkelijker te maken, het makkelijker maken van verzilveren van eerder opgedane (werk)ervaring en het verbeteren van secundaire arbeidsvoorwaarden. Te beginnen in het onderwijs, de zorg en in de techniek. D66 wil ook veel aandacht besteden aan start-ups en scale-ups. Die zijn volgens hen onmisbaar voor de ontwikkeling van nieuwe technologie.