Robots, sensoren, eHealth, big data. Nieuwe technologie zet de zorg totaal op zijn kop, stelt Hans de Jong. Daarom zoekt Philips artsen, zorgverzekeraars en patiënten op om over innovatie in de zorg te praten. Eenvoudig is het echter niet. 'Om echt verandering te krijgen denk ik weleens dat de druk op de zorg nog groter moet worden.'
Trots loopt Hans de Jong, president van Philips Nederland, door het Customer Visit Center in Best. Van buiten een wat saai gebouw, maar van binnen de ‘innovatiekeuken’ van Philips, vol met futuristische apparaten die de gezondheidszorg gaan veranderen. Een nagebouwde slaapkamer, met de nieuwste eHealth snufjes voor thuis. Of een ruimte met een CT-scanner waar rustgevende videobeelden worden afgespeeld om kinderen af te leiden zodat de foto’s in één keer goed zijn. Het paradepaardje is de Azurion, een systeem waarbij de opererende arts beeldschermen tot zijn beschikking heeft om live te kijken in het lichaam van de patiënt. En waarmee hij beelden op kan roepen uit het dossier van de patiënt of informatie over de operatie. Zelfs een muziekje opzetten met Spotify is mogelijk.
Wie is Hans de Jong?Hans de Jong (1957) studeerde mechanical engineering aan de Technische Universiteit Delft. Na zijn studie ging hij aan de slag bij Philips. Sinds 2012 is hij president van Philips Nederland. Naast zijn werk bij Philips is hij onder meer voorzitter van de Raad van Commissarissen van het Muziekgebouw in Eindhoven. De Jong doet aan roeien, zeilen, is getrouwd en is vader van vier kinderen.
Innovatie in de zorg
Even voor de duidelijkheid: de Azurion is géén flashy gadget, de iPhone nummer zoveel onder de zorgapparaten. Het apparaat maakt hartoperaties mogelijk via een kleine ingang in de lies. Patiënten hoeven hierdoor niet meer helemaal opengesneden te worden, zegt De Jong. Het apparaat werd samen met twintig vooraanstaande artsen uit de gehele wereld ontwikkeld. Nu moet de technologie nog zijn weg vinden naar alle Nederlandse ziekenhuizen. En dat is belangrijk, stelt de topman. Innovaties en technologie maken de zorg beter én houdbaarder. Dat de topman zich daar drukt over maakt, vindt hij logisch. Ondernemers moeten hun verantwoordelijkheid nemen in het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. ‘Dat doen we met energie en grondstoffen, dus ook met de houdbaarheid van de zorg.’
‘Dankzij technologie kan de zorg goedkoper en beter worden’
Is dat nou moeilijk, om nieuwe innovaties het ziekenhuis in te krijgen?
‘Niet als je het hebt over de bereidwilligheid van artsen om onze apparatuur te gebruiken. Artsen werken graag met de nieuwste technologie. De kunst is om het zo te maken dat ze het bij wijze van spreken uit je handen willen trekken. Daarom maken we het ook samen met artsen, om echt precies te weten dat het werkt zoals zij dat willen. Als het product op de markt komt, weten we zeker dat het doet wat het moet doen.’
Toch staat niet in elk ziekenhuis dit jaar al zo’n Azurion.
‘Dat klopt. Dat kost tijd, maar de wereld is groot en dit is de best beschikbare oplossing. Er wordt nog altijd relatief weinig geïnvesteerd in technologie. Hooguit een paar procent van de totale zorgkosten. De rest gaat naar mensen, medicijnen en gebouwen. Dat is spijtig, want dankzij technologie kan de zorg goedkoper en beter worden.’
In het huidige zorgstelsel is dat moeilijk voor elkaar te krijgen. Voor de duidelijkheid: de zorg in Nederland is top, maar de kosten blijven almaar stijgen, stelt De Jong. 'Door vergrijzing en door steeds meer chronische ziektes. We zullen ons ook steeds meer moeten gaan richten op het gezond houden van mensen, in plaats van ze in het ziekenhuis te behandelen, preventieve zorg.’ Met andere woorden: alle technologie die kan helpen om kosten te voorkomen of te besparen is keihard nodig.
Zorg op afstand
De Jong geeft een voorbeeld: ‘Er is steeds meer bewijs dat hartpatiënten veel beter op afstand bewaakt kunnen worden. Patiënten krijgen dan een met het internet verbonden bloeddrukmeter, weegschaal en hartslagmeter mee naar huis. Die geven één keer per dag relevante gegevens door en een rekenmodel ziet of er een trendbreuk is, waarop een zorgverlener kan reageren. Uit onderzoek blijkt dat door deze methode patiënten veel minder snel een terugval krijgen.’ Wat Philips doet, zegt De Jong, is om de tafel gaan zitten met cardiologen, verzekeraars en patiënten om dit te ontwikkelen. Cocreatie, noemt hij dat. ‘Dat faciliteren, dat zie ik als onze verantwoordelijkheid. Maar bij het invoeren op grote schaal, blijkt dat de praktijk nog weerbarstig is.’