Nederlandse ondernemers met medewerkers in Oekraïne en bedrijven die direct de impact voelen van de Russische sancties voelen zich machteloos en wanhopig. Maar hun actiebereidheid en ondernemersgeest laat ze niet in de steek. ‘Geef Oekraïners de mogelijkheid om hier aan de slag te gaan.’
Een Russische inval in heel Oekraïne had Remy Lubbe, ceo van groenbedrijf Molter, in zijn wildste dromen niet voorzien. Molter kweekt en veredelt vaste planten en exporteert ze wereldwijd naar meer dan dertig landen. Lubbe kwam één keer per maand in Oekraïne en sprak dan onder anderen zijn lokale architecten en mensen van de ambassade. ‘Zij waren allemaal in de veronderstelling: het gaat om die twee volksrepublieken in het oosten. Niemand had hierop gerekend.’ De dag dat Poetin Oekraïne binnenviel zal Lubbe niet snel vergeten. ‘Omdat ik zo internationaal werk, check ik ’s ochtends als eerste de nieuwssites. Ik hing direct aan de app en telefoon naar mijn meest warme contacten.’ De eerste Nederlander die Lubbe belt, woont tussen Kiev en het vliegveld in. Hij vertelt dat ze die ochtend om 5 uur werden gewekt door raketinslagen op de luchthaven. Hoorbaar geëmotioneerd vertelt Lubbe: ‘Het hele huis stond te trillen. Kiev is omringd door rivieren. Bang dat de bruggen gebombardeerd zouden worden, reden ze om 6 uur al de stad uit, op weg naar Nederland.’
Ondernemer in Oekraïne
Molter is nu vier jaar actief in Oekraïne. Vier lokale (groen)architecten werken daar op projectbasis. Zij zitten op het moment van het interview thuis in schuilkelders; één in Dnipro, één in Zaporizhzha en twee in Kiev. ‘Ze zijn echt in paniek,’ zegt de Lubbe. ‘De meesten spreek ik twee of drie keer per dag.’ De groenondernemer voelt zich machteloos. ‘We kunnen niks doen voor onze Oekraïense medewerkers. Op afstand kun je alleen maar ondersteunen, je kunt ze niet hierheen halen. De mannen mogen het land al niet meer uit, veel vrouwen willen bij hun man blijven. Gisteravond had ik een van hen een half uur, drie kwartier aan de telefoon. Over koetjes en kalfjes, puur om even de gedachten te verzetten.’
'Ik zie bij jonge mensen de angst in hun ogen'
Frank van Gool, ceo van internationaal uitzendbureau OTTO Work Force, was wél op de mogelijkheid van een Russische inval voorbereid. OTTO Work Force is met inmiddels zeven kantoren sinds tien jaar actief in het Oekraïense Charkov. Van de ongeveer 100 stafmedewerkers werkt de helft in Oekraïne en de andere helft in de back office in Polen. Zo’n drieduizend Oekraïense uitzendkrachten zijn aan het werk bij Poolse klanten van het bedrijf, voornamelijk in de logistiek en de productie-industrie. Twee weken voor 24 februari had Van Gool al een plan klaarliggen. ‘Onze mensen in Oekraïne zeiden: we zitten al acht jaar in dezelfde situatie, we geloven echt niet dat Poetin Oekraïne gaat binnenvallen. Je maakt je druk om niks. Maar ik voelde dat alle diplomatieke middelen op niets uitliepen. Dus besloot ik een crisisteam op te richten vanuit de OTTO holding in Nederland, aangestuurd vanuit ons managementteam in Oost-Europa. We hebben noodprotocollen geschreven, met twee keer per dag overleg.’ Op 24 februari treedt het crisisplan meteen in werking. Van Gool spreekt de Oekraïense stafmedewerkers in een meeting toe. ‘Ik zie echt de angst in hun ogen. We hebben vrij jonge mensen in onze organisatie, de meesten zijn tussen de 20 en 40 jaar. Je ziet hun dromen voor de toekomst vervliegen, maar ook hoe blij ze zijn dat we ze niet in de steek laten als bedrijf.’
Geld inzamelen
Het crisisplan biedt onder meer regelingen voor familieleden die in Polen herenigd willen worden met Oekraïense flexmedewerkers, en andersom voor Oekraïners in Polen die terug willen naar Oekraïne. ‘In Polen hebben we om die reden honderden extra bedden ingekocht,’ vertelt Van Gool. ‘We hebben satelliettelefoons gestuurd naar onze Oekraïense kantoren en de medewerkers direct een maand vooruitbetaald.’ Inmiddels zijn tientallen familieleden herenigd met onze flexmedewerkers in Polen, en tientallen met OTTO’s steun teruggekeerd naar Oekraïne. Deze stroom mensen in beide richtingen is nog steeds op gang, maar wordt met de dag moeilijker.’
Vooruitdenken brengt Van Gool rust, en het gevoel een heel klein beetje verschil te kunnen maken. OTTO’s 26 duizend medewerkers en relaties krijgen de mogelijkheid te doneren via de bestaande Otto Foundation. Het opgehaalde bedrag wordt straks verdubbeld, waarna de opbrengst wordt ingezet voor projecten in Oekraïne. ‘Binnen 24 uur na de lancering staat de teller al boven de 100.000 euro.’
'De sancties tegen Rusland gaan een probleem vormen voor de wereldmarkt'
Voor groenbedrijf Molter zijn de financiële gevolgen van de oorlog in Oekraïne op dit moment nog moeilijk te overzien, zegt Lubbe. De Russische sancties vormen voor zijn sector de grootste bedreiging. ‘Een voordeel van buitenlandse handel drijven is dat je bij opdrachten 50 procent vooruitbetaald wordt. Bovendien zijn we in meer dan dertig landen actief; in dat opzicht is ons financiële risico betrekkelijk. Puur door de problematiek in Oekraïne zullen we niet snel in de problemen komen, daar is de Oekraïense markt te klein voor.’
Rusland daarentegen is een ander verhaal. ‘Ik zie gebeuren dat er in het kader van de Russische sancties een exportverbod komt richting Rusland. Op z’n minst kunnen de Russen ons niet meer betalen. Dat gaat indirect echte problemen veroorzaken voor de totale sector, want er zijn groenbedrijven die wel 50 tot 60 procent van hun omzet uit Rusland halen. Als hun producten niet meer naar Rusland kunnen, komen ze op de wereldmarkt terecht en heb je mogelijk al snel een overschot. Dan komt de hele sector in een negatieve spiraal terecht. Dat raakt dan elk bedrijf.’