Toen cultureel organisatiebureau LUSTR de Prinsjesdagopdracht binnen had, was het twee weken feest op kantoor. ‘Ik heb veel projecten binnengehaald dit jaar, maar voor déze hing de vlag uit. Bij alle partners en leveranciers knalde de champagnefles open,’ zegt directeur en oprichter Annemarie Goedvolk.
‘Dit project móet ik hebben,’ voelde ze na haar ‘intens spannende’ pitch voor de Eerste Kamer. ‘De Ridderzaal is een gegeven, die bestaat al een paar honderd jaar. Nu mochten we in de Koninklijke Schouwburg voor het eerst een níeuwe Prinsjesdagwereld bedenken en realiseren. Een waanzinnig vraagstuk om je over te buigen en zó’n eer, en zó’n verantwoordelijkheid.’ De Eerste Kamer had gevraagd om een ingrijpend en gewaagd voorstel. ‘Maar, zeiden ze: Prinsjesdag is geen elitefeestje. Dus niet: hop! Grote schermen, bakken licht erin. De ínhoud, dáár moet het om gaan.’
De overwinning valt samen met LUSTR’s tienjarig jubileum en dat van LUSTR’s eerste werknemer, hoofdproducent Marcel Winckens; hij is de man die Goedvolks ideeën met haar blinde vertrouwen naar de praktijk vertaalt. Het interview wil Goedvolk daarom het liefst aan hem overlaten. ‘Je waant je straks meer in de Ridderzaal dan in een toneelzaal. Het theaterelement houden we wel een beetje in stand, maar mét het Prinsjesdaggevoel.'
'Je waant je straks meer in de Ridderdaal dan in een toneelzaal'
Aan het woord is Winckens, namens LUSTR verantwoordelijk voor de inrichting van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. ‘De grootste uitdaging bij de Schouwburg zit ‘m erin dat het zaalniveau lager is dan het toneelniveau,’ legt Winckens uit. ‘Die twee werelden moet LUSTR verenigen tot een geheel, anders lijkt het alsof Prinsjesdag een soort voorstelling is. Het blijft een vergadering van de Eerste en Tweede Kamer. De koning zit daarom straks niet vooraan op het podium, maar juist helemaal achteraan.’