Ondernemers: 7 goede en 6 iets minder goede punten uit het coalitieakkoord

17-12-2021

Met de moed van de hoop en op hoop van zegen ligt er nu een coalitieakkoord. Maar wat vinden ondernemers daar eigenlijk van? 7 goede punten en 6 keer werk aan de winkel.

 

‘We gaan niet over één nacht ijs’, verzekerde Mark Rutte. ‘Er is ontzettend veel te doen’, sprak Sigrid Kaag. ‘We moeten nu van woorden naar daden’, aldus Wopke Hoekstra. ‘Met de moed van de hoop en op hoop van zegen’, sloot Gert-Jan Seegers de persconferentie af waar ze het regeerakkoord presenteerden.

Het is een goede samenvatting van het hobbelige proces dat deze formatie is geweest. Met als resultaat een coalitieakkoord dat desalniettemin een goede basis kan vormen voor de noodzakelijke verduurzaming en modernisering van Nederland, zo is de hoop bij VNO-NCW en MKB-Nederland. Nederland moet immers klaar gemaakt worden voor de toekomst met onder meer een ambitieus klimaat- en stikstofbeleid, een vernieuwd arbeidsmarktbeleid en een stevige bouw- en woonagenda. Ook hameren ondernemers al tijden op een beter vestigingsklimaat. Krijgt het bedrijfsleven met dit nieuwe kabinet meer mogelijkheden om werk te kunnen maken van een duurzamer, socialer en ondernemender Nederland? 

 

Dit zijn de 7 positieve punten uit het coalitieakkoord:

 

1. Er wordt fors geïnvesteerd in Nederland

Een klimaatfonds, een stikstoffonds, een woon- en infrafonds, een groeifonds en een fonds voor onderzoek en wetenschap: de nieuwe coalitie schudt alle schroom van zich af om flink bij te lenen. Dit om te kunnen investeren in het oplossen van grote maatschappelijke problemen. Bij elkaar gaat het om ruim 100 miljard. Een enorm bedrag, maar het lijkt ook verantwoord te kunnen. De staatsschuld loopt verder op, maar niet veel meer dan naar 60 procent van het bruto binnenlands product. De grote uitdaging ligt in de uitvoering, iets waar Nederland niet per se heel goed in is. Alle aandacht moet daarom gaan naar het snel en effectief inzetten van de beschikbare fondsen.

 

2. Aan de slag met het sociaal akkoord

Niet zo spannend misschien, maar wel belangrijk: Rutte IV committeert zich aan het SER-advies over de arbeidsmarkt dat de sociale partners afgelopen jaar sloten met oog op de formatie. De nieuwe coalitie neemt dit op hoofdlijnen over, zo blijkt uit het regeerakkoord. In het advies werden onder meer voorstellen gedaan om de verschillen tussen flexarbeid en vaste contracten te verkleinen. Om bedrijven ondertussen wendbaar genoeg te houden, gaat het nieuwe kabinet aan de slag met het uitwerken van een regeling voor een deeltijd-WW, een lang gekoesterde wens vanuit het bedrijfsleven. Ook positief is dat het kabinet werk wil maken van een soepele overgang van werk naar werk. Om- en bijscholing naar beroepen waar een schreeuwend tekort aan is, vormt daar bijvoorbeeld een onderdeel van.

 

3. Ook pensioen gaan we doen

Al iets langer op de plank ligt het Pensioenakkoord uit 2020. Het afgelopen jaar is door de sociale partners nog volop gesleuteld aan de verdere uitwerking. Dat is in ieder geval niet voor niks geweest, want ook de nieuwe coalitie geeft aan dit onverkort te willen uitvoeren. Het gaat daarbij onder andere om de vormgeving van de nieuwe pensioencontracten, de transitie daarnaartoe en een aangepast fiscaal stelsel. Zo komen we tot een beter, moderner stelsel met stabielere premies.

Ook komt er een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen, die zo wordt vormgegeven dat oneerlijke concurrentie en te grote inkomensrisico’s voor individuen worden voorkomen. Fijn is dat de coalitie aangeeft rekening te houden met de randvoorwaarden uit het pensioenakkoord, waarbij ondernemers nog zoveel mogelijk keuzevrijheid wordt gegeven.

 

4. Hoera, geld voor innovatie en wetenschap

Bedrijven die innoveren en investeren, zorgen voor een groene en sterke economie. Daar zijn natuurlijk de kennisinstellingen hard bij nodig. Daarom is het ook zo goed dat het nieuwe kabinet het topsectorenbeleid doorzet. En dat er een fonds komt voor onderzoek en wetenschap van totaal 5 miljard in 10 jaar. Het Groeifonds, dat moet zorgen voor investeringen in projecten die zorgen voor economische groei op de lange termijn, heeft straks ruim 6 miljard extra ter beschikking voor kennis- en innovatieprojecten. Ook de Regiodeals – meer regionale en lokale projecten zoals bijvoorbeeld investeringen in Brainport Eindhoven – worden verder doorgezet. Prima plannen, volgens ondernemers.

 

5. Investeren in onderwijs

Er wordt structureel 4,5 miljard euro uitgetrokken voor het onderwijs. Een fors deel daarvan (2 miljard) gaat naar het verbeteren van de onderwijskwaliteit en gelijke kansen, iets waar VNO-NCW en MKB-Nederland nadrukkelijk voor hadden gepleit. Ook mooi is dat er geld wordt uitgetrokken om de salarissen in het basisonderwijs gelijk te trekken naar die in het voortgezet onderwijs. Goede leraren én voldoende leraren, zeker in het basisonderwijs, zijn enorm belangrijk. Net als goed schoolmanagement overigens. Hier wordt immers de basis gelegd voor de beheersing van lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden. Dit is van groot belang voor de maatschappij en het bedrijfsleven.

Wel een puntje van aandacht is dat bij de plannen voor ‘brede brugklassen’ jongeren die na de basisschool bewust kiezen voor een praktische beroepsgerichte opleiding hier niet het slachtoffer van mogen worden. Een vroege keuze voor een praktische vmbo-opleiding moet mogelijk blijven.

 

6. Op naar klimaatneutraal!

Het nieuwe kabinet zet fors in op de klimaat- en energietransitie. De CO2-reductiedoelstelling wordt verhoogd van 49 naar 55 procent in 2030. Er komt een klimaat- en transitiefonds van 35 miljard euro voor de komende 10 jaar. Het eindelijke doel is een klimaatneutrale energievoorziening, en het kabinet heeft daar een ambitieus pakket voor samengesteld, bestaande uit hernieuwbare energieproductie, kernenergie (geen CO2-uitstoot) en investeringen in de benodigde infrastructuur. Daarnaast worden de procedures voor de vergunningverlening versneld. Positief is dat met de 10 tot 20 grote ‘uitstoters’ in de industrie wordt gezocht naar maatwerkoplossingen. Want we zijn het er allemaal over eens dat de CO2-uitstoot drastisch naar beneden moet. Maar dat moet allemaal wel gebeuren terwijl ‘de zaak’ moet blijven draaien.

 

7. Meer woningen en wegen

Er wordt de komende kabinetsperiode flink geïnvesteerd in infrastructuur en woningbouw. Niet alleen in nieuwe infrastructuur (zoals de Lelylijn en de Noord-Zuidlijn tussen Amsterdam en Schiphol), maar ook in het broodnodige onderhoud van auto-, spoor- en vaarwegen. Want achterstallig onderhoud is er al genoeg. Die infrastructuur is ook nodig voor de ontsluiting van al die nieuwe woningen die gebouwd gaan worden: 100.000 per jaar, op basis van een Nationale Woon- en Bouwagenda. En weer met een eigen minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Krijgen we de woningmarkt dan toch nog van het slot? Graag wel in overleg met bedrijven en marktpartijen, want die moeten het leeuwendeel van de investeringen doen. En met een nationaal programma voor bedrijventerreinen en werklocaties, want de – hard nodige – woningbouw mag niet ten koste gaan van de ruimte voor bedrijvigheid. Het is in Nederland toch al snel woekeren met de ruimte.

 

En dit zijn de 6 punten die ondernemers graag anders zouden willen zien…

 

1. (Zelfstandig) ondernemerschap wordt niet gestimuleerd

De zelfstandigenaftrek – waardoor zzp'ers minder belasting hoeven te betalen – stond al een tijdje op de agenda en wordt nu echt verder afgebouwd tot 1.200 euro in 2030. Een aderlating voor veel zelfstandig ondernemers. En daarom moeten er ook nieuwe regelingen komen die ondernemerschap stimuleren. Maak bijvoorbeeld met een gerichte vrijstelling het werkgeverschap aantrekkelijker voor zelfstandig ondernemers, zodat zij kunnen doorgroeien en daarmee banen kunnen creëren. Dat kan door middel van een fiscale ‘aannamebonus’ als tegemoetkoming voor de kosten die ondernemers maken als ze medewerkers in dienst willen nemen. En zorg voor aantrekkelijke fiscale regelingen zodat zij gericht kunnen investeren. Dat is niet alleen goed voor henzelf, maar dat komt ten goede aan onze maatschappij.

 

2. Eén algoritmetoezichthouder – dat werkt niet

Steeds meer bedrijven innoveren met kunstmatige intelligentie en gebruiken algoritmes. Dat is mooi, want kunstmatige intelligentie biedt kansen, maar brengt ook risico's met zich mee. Om toezicht te houden op én bedrijven te begeleiden bij het ontwikkelen en op de markt brengen van AI-toepassingen is multidisciplinair toezicht nodig. We ondersteunen dan ook dat het kabinet inzet op het versterken van de samenwerking tussen verschillende toezichthouders, zoals ook de AFM en de ACM. Maar één 'AI-waakhond', dat is geen goed idee. Kunstmatige intelligentie is een te breed gebied om te kunnen volstaan met een eenzijdige focus – zoals bijvoorbeeld alleen een focus op het beschermen van persoonsgegevens. Het versterken van de onderlinge samenwerking is daarbij van groot belang.

 

3. Het is nog niet duidelijk hoe er precies geïnvesteerd gaat worden in digitale technologie

Het nieuwe kabinet wil graag de kansen die digitale technologie biedt 'verzilveren', door de investeren in chips- en sleutel-technologieën zoals kunstmatige intelligentie. En start- en scale-ups moeten extra gestimuleerd worden. Dat is natuurlijk een fantastisch streven, waarvan akte. Het is alleen nog wel onduidelijk hoe dit bereikt moet worden. Komt er bijvoorbeeld een investeringsfonds voor startups? En hoe wordt kunstmatige intelligentie dan precies aangejaagd? Veel ambitie, maar nog weinig duidelijkheid, en daar zitten ondernemers wel op te wachten.

 

4. Waar blijft het aanvalsplan voor de tekorten op de arbeidsmarkt?

Natuurlijk, er staan nuttige dingen in het coalitieakkoord die kunnen helpen om de enorme tekorten op de arbeidsmarkt te verzachten. De bijna gratis kinderopvang bijvoorbeeld, maar ook werk-naar-werk- én uitkering-naar-werk-regelingen, scholing via leerrechten en arbeidsmigratie. Maar is het genoeg om hét probleem waar veel ondernemers (en de overheid zelf) op stuiten aan te pakken? Werkgevers denken dat er meer nodig is. Om te beginnen een integraal en samenhangend aanvalsplan.

 

5. Stikstof aangepakt, maar…

Het Nationaal Programma Landelijk Gebied van het nieuwe kabinet – zeg maar het stikstofplan – sluit aan op de aanpak in het Versnellingsakkoord dat het bedrijfsleven en enkele ngo’s eerder sloten. Er komt in de periode tot 2035 25 miljard euro beschikbaar voor maatregelen om de uitstoot van stikstof terug te dringen. De aanpak is gebiedsgericht en biedt middelen voor zowel de ‘stoppers’ en de ‘blijvers’ in de landbouw. Dat is op zich positief, want we moeten als land echt uit de stikstofklem zien te komen, voor zowel natuur als economie. Er zit echter wel een grote ‘maar’ aan vast: er komen geen middelen beschikbaar in 2022, en slechts 3,5 miljard euro in de gehele kabinetsperiode. Zo kunnen we geen vaart maken met de nodige ontwikkelruimte voor onder meer de industrie, havens, de infrastructuur en de energietransitie. Het kabinet schroeft de stikstofreductie bovendien nog eens fors omhoog: van 26 naar 50 procent in 2030. Het is de vraag of dat in alle sectoren wel haalbaar is. Dus er zijn nog de nodige vraagtekens om weg te werken en écht positief te kunnen zijn.

 

6. Nieuwe bestelbus wordt duurder

Iedere ondernemer – van vervoerder tot stukadoor – aan de duurzame bestelbus: een mooi streven, maar nog niet haalbaar aangezien er nog niet voldoende volledig elektrische bestelbussen worden gemaakt door fabrikanten. Gij zult alleen maar elektrisch rijden lukt gewoonweg nog niet. En toch wil het nieuwe kabinet de vrijstelling van de bpm (voluit: Belasting van Personenauto's en Motorrijwielen) afschaffen zodat de aanschaf van bestelauto’s met een conventionele verbrandingsmotor duurder wordt voor ondernemers. Een aanschaf die zij niet uit luxe doen, maar uit noodzaak. Voert het nieuwe kabinet toch deze maatregel door? Dan is het belangrijk dat het voor deze ondernemers goedkoper wordt om een elektrisch voertuig aan te schaffen. Dat is immers wel toegezegd door het kabinet, zonder daar vervolgens geld voor beschikbaar te stellen.