Michiel Muller (Picnic): ‘Medewerkers zijn bij ons ook meedenkers’

22-05-2023

Boodschappenbezorger Picnic groeit en doet dat met slimme mbo’ers én robots. Medeoprichter Michiel Muller wil een goede werkgever zijn. Lukt dat wel als je zo hard groeit? ‘Medewerkers mogen hier best een keer onderuit gaan.’

 

Hij staat bekend als ‘serial ondernemer’ en uitdager van bestaande markten. Zoals die van de supermarkten. Picnic heeft geen winkels en een efficiënt bezorgmodel, waar door het gratis boodschappen kan bezorgen. En dat slaat aan. In 80 procent van Nederland is Picnic nu actief en zie je overal de witte elektrische wagentjes rijden. Nu zijn Duitsland en Frankrijk aan de beurt. Michiel Muller (58), een van de vier oprichters van het bedrijf, blijft zo de gevestigde orde opschudden en risico’s nemen.

 

Meneer Muller, wordt Picnic inmiddels serieus genomen?

‘Nou, we doen ons best, maar de e-commerce sector wordt helaas nog wel eens weggezet met het beeld van mensen die in dozen langs de snelweg werken. Daar kan ik best verdrietig om worden, want je zegt daarmee eigenlijk: ‘Je werkt in een sector die niet de moeite waard is, dus je hebt een minderwaardige baan.’ Terwijl de mbo’ers die bij ons werken de ruggengraat van de maatschappij vormen. Ik bedoel maar: meer dan de helft van alle afgestudeerden is mbo’er. Natuurlijk heb je mensen nodig die bijvoorbeeld een kerncentrale kunnen bouwen, maar je hebt ook mensen nodig die een zaak kunnen laten draaien en van aanpakken weten.’

Wie is Michiel Muller?Na een studie economie in Rotterdam begon Michiel Muller in 1990 bij ExxonMobil. In 2001 vertrok hij naar Petroplus en nog datzelfde jaar begon hij met Marc Schröder achtereenvolgens Tango (onbemande tankstations), Route Mobiel (alternatief voor de ANWB) en Bieden en Wonen (huizenveiling). Na een periode als investeerder in bedrijven richtte hij met Joris Beckers en Frederik Nieuwenhuys in 2015 Picnic op. Vanuit die rol is hij medeoprichter van werkgeversorganisatie E-commerce Nederland.   

Diezelfde mensen klaagden volgens de FNV in 2018 over de veiligheid, de werkdruk en de beloning bij Picnic.

‘Dat artikel stelde ons ten onrechte in een kwaad daglicht. De klachten waren voor een deel verzonnen. Er zijn zelfs situaties in scene gezet om het zogenaamd te bewijzen. Daar hebben we veel last van gehad. We hebben daarna wel dialoogsessies gehouden om te kijken wat we konden verbeteren. Zo is het werk lichter gemaakt met pickkarren en hebben medewerkers meer zeggenschap over hun rooster gekregen.’

 

‘Onze cao is ook écht te lezen voor medewerkers’ 

 

En het verwijt dat u niet betaalde volgens de cao voor supermarkten?

‘Wij vinden dat we niet onder die cao vallen omdat we geen winkels hebben. Dat vond de rechter in 2019 ook. We doen wezenlijk iets anders en in onze sector werken volwassenen met een volwaardig loon en pensioenopbouw. Inmiddels hebben we daarom een eigen cao voor de e-commercesector in het leven geroepen. Die is overzichtelijk voor medewerkers en past bij hun behoeftes. We merken dat we sindsdien serieuzer worden genomen. Wij kregen wel eens te horen dat we geen normaal bedrijf waren omdat we geen cao hadden. Maar die bestond dus nog niet. Probleem is wel dat er nauwelijks medewerkers van ons lid zijn van een vakbond die ze zou kunnen vertegenwoordigen. Vakbond De Unie heeft toen alle medewerkers geënquêteerd naar hun wensen. Daarover hebben wij met De Unie onderhandeld en het resultaat daarvan is ter stemming voorgelegd aan de medewerkers. Het voordeel van die aanpak is dat de medewerkers nu weten wat een cao is en erbij betrokken worden. En het is een cao die ook echt te lezen is. Overigens zijn we nu in gesprek met de grote supermarktketens om de cao’s in elkaar te schuiven.’

 

Het cao-stelsel is aan vernieuwing toe?

‘Ja. Er zijn nu meer dan duizend cao’s in Nederland. Jaarlijks zijn er vijfhonderd rechtszaken in Nederland over cao’s omdat de grenzen tussen sectoren vervagen. Dan krijg je nutteloze grensconflicten. Het kan allemaal veel simpeler. Waarom geen model-cao met een klein aantal beloningsonderdelen en aanvullende regelingen voor individuele bedrijven die met de ondernemingsraad worden afgesproken? Dat scheelt ook weer in de regeldruk, vooral voor mkb-ondernemers.’

Bij Picnic is een baan meer dan alleen je geld verdienen, zegt medeoprichter Michiel Muller. ‘Elke dag een beetje beter’ is het bedrijfsmotto
Bij Picnic is een baan meer dan alleen je geld verdienen, zegt medeoprichter Michiel Muller. ‘Elke dag een beetje beter’ is het bedrijfsmotto

Medewerkers zijn veelal in vaste dienst bij Picnic. Waarom heeft u daarvoor gekozen?

‘We hebben nooit met zzp’ers gewerkt of met grote groepen arbeidsmigranten. In het begin wel met uitzendkrachten, want dan heb je in een korte tijd veel mensen nodig. Van alle vijftienduizend medewerkers werken er zo’n tienduizend in Nederland, en die hebben allemaal een contract. We hebben daarvoor gekozen omdat we met iets nieuws bezig zijn, boodschappen bezorgen zonder winkels. Dan kun je het beter zelf doen met eigen mensen en jezelf elke dag een beetje verbeteren. In de distributiecentra hangen bijvoorbeeld schermen met het procesverloop en de scores van individuele medewerkers.’

 

Hebben zij daar geen moeite mee?

‘Nee. Ze willen zelf ook weten hoe het gaat. Ze willen meedenken en zich betrokken voelen bij het bedrijf. Een arbeidsmigrant komt vooral voor het geld werken. Dat is prima, maar wij willen meer. Onze medewerkers zijn gemiddeld 29 jaar en wonen vaak in de buurt, ze hebben een gezin en zijn bezig een bestaan op te bouwen. We proberen rekening te houden met hun wens om hun werk flexibel in te vullen. Dat is ingewikkeld om te organiseren, maar met slimme software kan dat. Waarbij wij natuurlijk wel het voordeel hebben een groter bedrijf te zijn. Het is anders als je met twee mensen in een schoenenzaak werkt.’

Muller streeft naar een echte Picnic-cultuur op de werkvloer. Waarbij talent belangrijker is dan ervaring of de juiste papieren. Medewerkers worden gestimuleerd om te ontdekken waar hun talenten liggen, en mogen daarbij best een keer onderuit gaan. Als ze er maar van leren. Hij begint enthousiast over het Olympia-programma, dat speciaal voor de groei van Picnic in het buitenland is opgezet. ‘Dat is heel cool. Ervaren medewerkers kunnen een halfjaar als expat in Duitsland gaan werken, om te helpen bij het opstarten van vestigingen daar. We zoeken dan voor vier tot acht medewerkers tijdelijk een appartement, en ze gaan aan de slag. Zo leren ze bijvoorbeeld leidinggeven. Voor mbo’ers is buitenlandervaring ontzettend leuk en waardevol.’

 

‘We doen alles zelf; dat is een beetje een afwijking geworden’ 

 

Lukt het om voor al die nieuwe vestigingen medewerkers te vinden?

‘Tot dusver wel. We hebben nu zevenduizend shoppers in de fulfilment centers, waar de boodschappen worden ingepakt, en evenzoveel runners voor de elektrische autootjes. En dan nog duizend medewerkers centraal, onder wie driehonderd softwareontwikkelaars. We doen namelijk alles zelf: de inrichting van de distributiecentra, de routering van de busjes, de software voor de werkschema’s. Dat is een beetje een afwijking van ons geworden.’ Een voorbeeld is de app die de veelal jonge runners gebruiken. Die houdt hun verkeersprestaties bij, waardoor zo’n 80 procent van de verkeersincidenten is teruggebracht. En relevante informatie uit die app, bijvoorbeeld over onveilige rotondes, wordt gedeeld met gemeenten.

Picnic investeert ook in de automatisering van distributiecentra. Die in Utrecht is zelfs volledig geautomatiseerd. Muller: ‘Toen we begonnen werd 1 procent van de boodschappen in Nederland online gedaan. Dat is nu 8 procent. Als je naar 30 procent wil, heb je heel veel medewerkers nodig. Je moet de arbeidsproductiviteit verhogen via robotisering. In die Utrechtse vestiging werken nog altijd zevenhonderd medewerkers, maar er gaat dankzij de automatisering vier keer zoveel het gebouw uit.’

 

De angst van werknemers is dat ze worden vervangen door robots.

‘Die angst is zo oud als de weg naar Rome. Het gaat echter niet om vervanging van mensen maar van werk. Mensen gaan iets anders doen binnen het bedrijf, slimmer werken, werkzaamheden met meer toegevoegde waarde. We hebben in Nederland in het verleden allerlei administratieve werkzaamheden geautomatiseerd, en moeten nu verder. De arbeidsproductiviteit heeft de afgelopen twintig jaar stilgestaan omdat er toch wel genoeg arbeidskrachten waren. De productiviteit moet nu omhoog, en daardoor wordt het werk leuker voor medewerkers. Dat is toch voor iedereen goed?’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.