Longread – leestijd ongeveer 8 minuten.
Het sentiment in de samenleving over het bedrijfsleven is niet best. Vooral de zware industrie moet het ontgelden. Die kan maar beter haar biezen pakken, is de gedachte soms. Maar wat als de industrie écht uit Nederland vertrekt? Wat gebeurt er dan?
Drie keer raden met welke afbeeldingen Google komt als je het woord ‘industrie’ intikt. Rokende schoorstenen, opslagtanks en De Maasvlakte – precies. Het past wel in het negatieve sentiment over het bedrijfsleven dat in de samenleving lijkt te heersen – zeker als het gaat om de industrie. Die lijkt alleen nog maar te boek te staan als ‘vervuilend’ of ‘energieslurpend.’
De positieve aandacht voor het bedrijfsleven is de afgelopen jaren afgezwakt, merkt ook minister van Economische Zaken Micky Adriaansens. ‘Daar maak ik me zorgen over’, zei ze eerder in Forum. ‘Te vaak lijkt het alsof onze industrie alleen maar onderdeel is van de problemen, terwijl ze wat mij betreft juist een belangrijk onderdeel is van de oplossing.’
Liever kwijt dan rijk
Ook Kamerleden lijken soms de industrie liever kwijt dan rijk te zijn. Het vertrek van energiegigant Shell uit Nederland werd toegejuicht. ‘Een zegen voor het land’, zo was op Twitter te lezen.
Maar wat als de industrie nou echt uit Nederland verdwijnt? De raffinaderijen die de diesel voor onze vrachtwagens maken en de basis vormen voor de chemische industrie. Die op háár beurt weer grondstoffen levert aan de maakindustrie, die weer vrijwel alle producten produceert die wij in het dagelijks leven gebruiken, van mobiele telefoons en wasmiddel tot toetsenborden en de kleren die we dragen. We hebben het over de basismetaalindustrie die aluminium en staal voor onze auto’s levert, onze woningen, bruggen en windmolens. De papierindustrie die zorgt voor kartonnen verpakkingen. Glasfabrikanten waardoor we zonnepanelen en glasvezel kunnen maken. De voedingsmiddelenindustrie die ervoor zorgt dat we op elk moment van de dag bij de supermarkt eten kunnen halen. Wat zijn de gevolgen als die bedrijven allemaal vertrekken? Een verkenning.
Wáár hebben we het eigenlijk over?
Volgens het CBS zijn er ruim zeventigduizend bedrijven actief in de Nederlandse industrie en werken er achthonderdduizend mensen in deze sector. Zo’n 10 procent dus van alle werkenden in Nederland. Daarmee is de industrie na de zakelijke dienstverlening, zorg en handel, de sector die voor de meeste banen zorgt. De industrie is goed voor 12 procent van ons bbp. Dat is veel, vooral als je bedenkt dat de zakelijke dienstverlening, waar tweeënhalf keer zoveel mensen werken, ‘maar’ 15 procent van de totale economie uitmaakt.
De industrie speelt een belangrijke rol in de export van Nederland. In 2021 bedroeg de totale waarde van uit Nederland geëxporteerde goederen en diensten zo’n 710 miljard euro.
Bijna 400 miljard euro daarvan wordt daadwerkelijk in Nederland gemaakt (dus daarbij gaat het niet om wederuitvoer). Ruim de helft van die ‘made in NL’-uitvoer staat op conto van de Nederlandse industrie. De grootste exporteurs zijn de chemische industrie (40 miljard euro), de voedingsmiddelenindustrie (39,6 miljard euro) en de machine-industrie (29 miljard euro).