Een campagne van de papier- en kartonindustrie om op je handen te letten. Klinkt logisch, met machines vol messen en tanden. Maar zo vanzelfsprekend is dat niet, zegt Jelte Belshof van het Verbond Papier en Karton. ‘De machines zijn volgens de Arbo-coördinatoren niet het grootste probleem.’
Zo’n campagne lijkt mij toch geen overbodige luxe met al die grote productie- en verwerkingsmachines?
‘Dat zou je als leek misschien denken, maar de afgelopen jaren is er zoveel gedaan aan bescherming rondom machines, dat werknemers nauwelijks meer in de buurt kunnen komen van gevaarlijke delen. Toen wij het idee van een handletselcampagne voorstelden, kregen we dat ook meteen van onze Arbo-coördinatoren te horen.’
Waarom dan toch zo’n actie?
‘De brancheorganisaties in onze sector houden al tien, twintig jaar cijfers bij over het aantal ongevallen op het werk. Toen wij daar vorig jaar eens naar gingen kijken vanuit de vraag: welk type letsel komt nu het meest voor, zagen we dat het voor zo’n 40 procent ging om allerlei verschillende soorten handletsel. Dat kan gaan om snijden aan een scherp deel, maar ook om problemen met chemische stoffen zoals gemorste drukinkt. Of werknemers die tijdens onderhoudswerk met hun handschoen vast kwamen te zitten en zo letsel op liepen. Dat klinkt tegenstrijdig, maar soms is het dus veiliger om juist geen handschoen aan te hebben.’
'Soms is het veiliger om juist geen handschoenen aan te hebben'
Wat vindt de achterban er van?
‘De eerste reacties die we kregen waren meteen heel enthousiast. Ik heb veel positieve mailtjes van bedrijven gekregen over de folders, de posters en het andere voorlichtingsmateriaal. Als ik zie dat het merendeel van bij ons aangesloten bedrijven mee doet, ben ik daar wel trots op. Daar doen we het tenslotte voor.’
À propos, over ‘we’ gesproken, wie bedoelt u daar dan mee?
‘Dit is een campagne van de hele sector. Het is bedacht en uitgerold vanuit het Verbond Papier en Karton, waarin de brancheorganisaties VNP, Kartoflex en CBA samenwerken met vakbonden FNV en CNV. We hebben de campagne verder ontwikkeld met een reclamebureau om de goede strategie en toon te bepalen. Dat was erg belangrijk.’
Welke tips heeft u voor brancheorganisaties die nu geïnspireerd raken?
‘Ik kan zeggen wat voor ons goed werkte: wij waren goed voorbereid. Ik denk dat wij dicht op de Arbo-coördinatoren zitten, we zien en spreken ze vaak. Daardoor weten we goed wat de behoeften zijn en dat konden we onderbouwen met statistieken. In de campagnewerkgroep zaten niet alleen Arbo-mensen, maar ook personeelsleden uit de verschillende bedrijven die weten hoe er bij hen op de werkvloer wordt gecommuniceerd, zodat we daarop aan konden sluiten. Daar hebben we veel aan gehad.’
Hoe nu verder, komen er meer campagnes?
‘We kregen al snel uit onze achterban te horen dat daar meer ideeën leven voor voorlichting. Zo werden campagnes geopperd met werken met heftrucks als thema en over valrisico. Dingen die op zich goed geregeld zijn, maar waar je op de werkvloer aandacht aan moet besteden omdat je altijd voorzichtig moet blijven.’