Ceo Ton Goedmakers wist dat zijn vader en oom Ronald nog wel eens botsten als leiders van facilitair bedrijf Vebego. Dat wilde hij hoe dan ook voorkomen toen híj zijn vader opvolgde. Maar hoe krijg je dat voor elkaar?
Ronald Goedmakers (59)
'Ik zat nog op school, toen mijn oudere broer me meenam naar ons net overgenomen bedrijf in Zürich. Ja, ik spijbelde, maar we gingen heen en terug met het vliegtuig! Zelfs mijn klasgenoten vonden dat geweldig, want niemand had ooit in een vliegtuig gezeten. Dat was mijn kennismaking met het bedrijf. Later heb ik bewust voor de studie bedrijfskunde gekozen om bij het familiebedrijf te kunnen werken. Eerst ben ik inkoper geworden bij DSM. Geweldig, omdat ik andermans geld mocht uitgeven én ik heb geleerd eigen keuzes te maken en die te kunnen verdedigen. Ik begon bij Vebego toen mijn broer een it-bedrijf kocht en mij vroeg om dat te leiden. Later kwam ik bij het productiebedrijf waar we eigen schoonmaakmiddelen produceerden en vervolgens in de 'kern van het bedrijf'. We hebben in 12 landen gezeten en zo leerde ik dat verschillen per land erg groot zijn. Dat maakt het lastig om een goede werkgever te zijn en synergie te realiseren. Nu zijn we nog actief in 4 landen.'
'ik ben weleens jaloers op mijn neef'
'Ik heb al die tijd een koppel gevormd met mijn broer, Tons vader. Hij is elf jaar ouder en een flower-powerkind. Net als bij Ton nu, was ik de ratio en hij de man van het buikgevoel en de emotie. Ik wil altijd alles snappen en de achtergrond weten. Maar door met Ton en zijn vader samen te werken, heb ik geleerd dat je niet alles kunt voorzien. En ook, dat 'ik heb er geen goed gevoel over' een sterk argument is. Dat maakt het samenwerken met Ton zo spannend. Hij is de extravert, ik help hem van het verleden te leren.'
'Als ik naar Ton kijk dan ben ik wel een beetje jaloers op hoe hij mensen kan enthousiasmeren. Als ik één ding aan hem mag veranderen, dan zou ik nog één reflectiemoment extra inbouwen voordat hij ergens voor gaat. Samen doen we ons stinkende best het bedrijf beter over te dragen. Volgens mij is dat wel gelukt; toen mijn vader het bedrijf overdroeg, was de omzet zo’n 60 miljoen gulden. Toen mijn broer het overdroeg ging het om 1 miljard gulden en nu zitten we op 1 miljard éuro. Maar het gaat natuurlijk niet alleen om die bedragen. Ik zie ook hoe belangrijk het voor veel mensen is om hier te werken. Economisch, maar ook sociaal, dat blijkt wel uit het feit dat velen ook lang na hun tijd hier nog altijd onderling contact houden.'