Als het gaat om de gelijke behandeling van vrouwen, leidt IJsland steevast de ranglijsten. Nederland bungelt op plaats 28. Nederlandse bedrijven lopen dus talent mis. Tijd om de knop om te zetten.
Hjörleifur Palsson zucht. Heel recent nog had hij het bij de hand. Als commissaris bij een grote IJslandse retailketen was hij betrokken bij het aannemen van een nieuwe ceo. Een fantastische kandidaat werd gevonden. Buitenlandervaring. Strategisch inzicht. Goede match met het team. En dan blijkt, zegt hij, dat zelfs in IJsland de emancipatie nog niet voltooid is.
‘Het standaard-arbeidscontract voor bestuursleden behandelde van alles: salaris natuurlijk, maar ook de auto, de vakantiedagen, allerlei rechten die horen bij de functie. Maar niks over het zwangerschapsverlof.’ En laat dat nu net nodig wezen. Want de ideale kandidaat, een vrouw van 39, was zeven maanden zwanger.
De ceo is inmiddels met verlof en begint dit voorjaar aan haar nieuwe uitdaging. Of dat verlof nog een probleem was? Welnee, zegt Palsson. ‘Een ceo kies je voor de lange termijn. Wat maken die paar maanden nu uit? En een bedrijf wordt toch geleid door een team. Zoiets vang je samen op, vanzelfsprekend.’
Daarbij: in IJsland krijgen inmiddels zowel mannen als vrouwen zes maanden ouderschapsverlof, op te nemen in het eerste jaar. Als Palsson en zijn medecommissarissen een man hadden gekozen, had hetzelfde probleem zich kunnen voordoen.
Is het cultuur?
Als het gaat om gelijkheid tussen mannen en vrouwen, voert IJsland al veertien jaar de ranglijst van het World Economic Forum aan. De oorzaak is in de eerste plaats cultureel. In de IJslandse maatschappij namen vrouwen altijd al een sterke positie in, meent het Forum, zelfs toen er nog niet veel wetgeving was om hun positie te beschermen. Een sterke vrouwenrechtenbeweging streed begin 1900 voor kiesrecht. De eerste vrouwen in het IJslandse parlement (1922) kwamen niet vanuit een politieke partij maar vanuit een vrouwenkieslijst.
Een massale staking van 90 procent van alle vrouwen maakte in 1975 ook goed duidelijk hoe belangrijk vrouwen waren voor het draaiende houden van de maatschappij. Vrij kort daarna, in de verkiezingen van 1982, verenigden vrouwen zich weer op een vrouwenlijst en veroverden vijftien van de zestig zetels. Direct zetten zij zich in voor betere kinderopvang en andere maatregelen die vrouwen in staat zouden stellen om te werken. In diezelfde periode vulden Nederlandse vrouwen twintig van de 150 zetels. Vanaf de jaren negentig schommelt het percentage vrouwelijke Kamerleden tussen de 30 en 40. IJsland zit op dit moment op 48 procent.
Is het wetgeving?
Wetgeving – mogelijk gemaakt door die sterke vrouwelijke delegatie – heeft ook een groot effect gehad. IJsland nam in 2000 al een wet aan om het ouderschapsverlof – voor 80 procent betaald – uit te breiden naar negen maanden. Drie voor vrouwen, drie voor mannen en drie om onderling te verdelen. Het percentage mannen dat verlof opnam, sprong in een jaar van 30 naar 80 procent en steeg daarna naar 90 procent. Sinds 2021 is het verlof uitgebreid naar een jaar, met zes maanden voor vrouwen, zes voor de andere ouder, waarbij een ouder zes weken van diens portie aan de andere ouder kan geven. Er is nog een ouderschapsverlof van dertien weken, op te nemen voordat het kind 8 wordt.
‘Vrouwen hebben geen geduld meer met die nonsens. Mannen trouwens ook niet’
Hoe langer het verlof voor de partner van de vrouw, hoe beter, meldt de OECD. Vrouwen kunnen dan eerder weer aan het werk en ondervinden minder discriminatie op de arbeidsmarkt.
Zijn het de vaders?
Tegenwoordig is het volstrekt normaal dat beide partners werken, zegt Palsson, de commissaris. ‘Vrouwen hebben, merk ik, ook geen geduld meer met die nonsens. Mannen trouwens ook niet.’
Palsson voedde zijn kinderen op in de tijd vóór het uitgebreide vaderschapsverlof. Zelfs toen al vond hij het volkomen logisch dat zijn vrouw net als hij carrière zou maken. ‘IJsland is niet zo groot; als cfo bij Össur [een orthopedisch bedrijf; red.] had ik één van de zeldzame internationale topbanen die er te vergeven waren. Maar ik heb die baan niet gekregen door de carrière van mijn vrouw te remmen. Waarom zou ik? Mijn vrouw en ik zaten in dezelfde klas op de middelbare school. We gingen samen studeren, we startten tegelijk met werken, allebei als accountant, en zij is uiteindelijk mede-oprichter geworden van de IJslandse aandelenbeurs. Ik weet niet anders dan dat onze carrières gelijk op gingen. We hebben altijd alle taken thuis verdeeld.’