Het is allemaal crisis wat de klok slaat. Om moedeloos van te worden. Maar ondernemers zouden geen ondernemers zijn als zij daar geen uitdaging in zien. Dus gaan ze aan de slag om wat licht in de duisternis te brengen. Voor zichzelf en voor anderen. En dan valt het misschien toch weer mee met het doemdenken.
Stikstof die bouw- en infraprojecten tegenhoudt, personeelstekort, dringende woningnood en het halen van de ambitieuze klimaatdoelen. Als we alle ambities uit het regeerakkoord om deze problemen op te lossen waar willen maken, kunnen we niet wachten. Dat hoeft ook niet. Overal in Nederland zijn ondernemers al aan het werk om deze problemen aan te pakken. Opinieblad Forum kwam de afgelopen jaren al heel wat van zulke doeners tegen. Kijkt u even mee?
We lossen het stikstofprobleem creatief op
De opvallende protesten van boeren hebben het stikstofprobleem dit jaar weer heviger dan ooit naar de voorgrond gebracht. Maar het is slechts het laatste hoofdstuk in een decennia slepend verhaal. Het zit de bouw, de energietransitie en mobiliteit lelijk in de weg, omdat de aanleg op stikstof- en ammoniakobstakels stuit.
Toch is er hoop, want er zijn genoeg ondernemers bezig een oplossing te bedenken. Bijvoorbeeld om in stallen poep en plas van vee te scheiden. De vermenging daarvan levert namelijk nogal al wat ammoniak op en die is verantwoordelijk voor 87 procent van de stikstofuitstoot door landbouw. Ja, de Raad van State uitte onlangs nog kritiek op twee van dit soort stalsystemen, want het is niet zeker of ze doen wat ze beloven. Maar er zijn rond de vijftig van dit soort systemen en bedrijven blijven werken aan het optimaliseren van de effectiviteit. Zo bedacht ondernemer Yke Roelevink de Filterfloor die in de veestallen poep en plas van de koeien filtert. En stalmechanisatiebedrijf Lely werkt met de Lelysphere ook aan een systeem dat koeien-ontlasting scheidt en zo ammoniakvorming voorkomt.
Ook buiten de boerderijen en voor heel andere sectoren wordt flink nagedacht over manieren om op CO2-vriendelijkere manier te produceren. Het bedrijf IBK uit Houten ontwikkelde bijvoorbeeld een speciale hoog-temperatuur-waterpomp die kan worden gebruikt in sectoren als voedsel, chemie, zuivel en papier. Daar wordt veel met hoge temperaturen gewerkt en de pomp van IBK zorgt ervoor dat voor het behalen van die temperaturen geen fossiele brandstoffen meer nodig zijn. Tot nog toe liepen de pompen op gas of zelfs olie. De pompen van IBK werken op stroom en produceren dus geen CO2.
En wat te denken van de hybride kranen die Spierings Mobile Cranes heeft ontwikkeld, als eerste ter wereld. Veel van de CO2-uitstoot op de bouwplaats, dat een beperkt deel is van het totale stikstofprobleem, komt van de dieselmotoren die worden gebruikt. Maar deze kranen kunnen ter plaatse op het stroomnet worden aangesloten en hun werk ook nog eens geluidsarm verrichten.
Al die innovaties zijn natuurlijk volstrekt zinloos als de overheid er niet naar kijkt bij het maken van stikstofbeleid. Gelukkig heeft het kabinet in augustus met de werkgeversorganisaties afgesproken dat wel te doen. Op korte termijn wordt er met het bedrijfsleven gewerkt aan een ‘innovatie-aanpak’.
We maken Nederland duurzaam
Een belangrijke stap in verduurzaming werd in april van dit jaar gezet. Het kabinet kondigde aan via het Nationale Groeifonds 5 miljard euro te investeren en ook nog eens 1,3 miljard te reserveren voor in totaal 28 projecten. Het geld gaat onder meer naar nieuwe investeringen in groene waterstofprojecten, digitalisering van hoger onderwijs en mbo, kankeronderzoek, groene chemie, verduurzaming van de vliegtuigindustrie, en emissievrije binnenvaart. Stuk voor stuk projecten die belangrijk zijn voor Nederland. Want dat er wat moet gebeuren, daar is iedereen van overtuigd. ‘Als je als ondernemer niet aan verduurzaming doet, graaf je je eigen graf’, vatte Lex Hoefsloot, ceo van Lightyear, de urgentie van dit moment samen in zijn alternatieve troonrede voor opinieblad Forum. Zijn zonneauto Lightyear 0 is maar één van de vele voorbeelden van de mobiele energietransitie – van fossiel naar schoon –in het bedrijfsleven. Zo rijden er steeds meer groene voertuigen van en naar de bouw. Er is ook ruim twintig miljoen aan subsidie beschikbaar voor de aanschaf van schone bouwmachines. Nog een goede ontwikkeling: momenteel rijden er ‘slechts’ tweehonderd vrachtwagens die elektrisch zijn of op waterstof rijden; dat worden er volgend jaar zeker 450. Het doel voor 2030 is twaalfduizend e-trucks, maar dat kan niet zonder financiële steun van de overheid om de meerkosten voor aanschaf en de aanleg van ‘nieuwe brandstof’- infrastructuur te dekken.
Achter de schermen kan kunstmatige intelligentie (AI) helpen om de verduurzaming te versnellen. Het bedrijf Sobolt gebruikt beelddata om 150 gemeenten te adviseren bij duurzamere keuzes. Bijvoorbeeld op welke locatie bomen het beste CO2 kunnen opnemen, of de gunstigste plekken voor zonnepanelen. En volgens Sobolt-ceo Jeroen van Zwieten moet de echte AI-omslag nog komen.
We laten iedereen meedoen
Mensen die langs de kant staan, die door hun achtergrond of handicap niet in een standaard functie lijken te passen of die niet in een genderhokje passen. Er zijn genoeg ondernemers die daar oog voor hebben en niet bang zijn om er en plein publique een punt van te maken. Bij groenbedrijf Vebego is Bas Wijbenga de man die ervoor wil zorgen dat iedereen werk kan krijgen dat past bij hun kwaliteiten. Het bedrijf doet de groenvoorziening van gemeenten, zorginstellingen en woningcorporaties. Ongeveer de helft van de duizend personeelsleden heeft een lichamelijke of psychische beperking. Geen punt, zegt Wijbenga: ‘Het gaat om heel loyale en gemotiveerde mensen die echt hun uiterste best doen. Dan accepteer je ook dat ze soms wat meer tijd nodig hebben, of behoefte hebben aan wat extra hulp. Eenmaal bij ons halen veel collega’s hun pensioen.’
Soms helpt het om je in te kunnen leven in elkaar. Sinds een aantal jaren voert het advocatenkantoor Allen & Overy een zeer actief diversiteitsbeleid waar dat aan de orde komt. Dat werkte aanvankelijk averechts. De witte collega’s voelden zich aangevallen. ‘Ik discrimineer niet, ik heb helemaal geen vooroordelen’, zeiden ze. Brechje van der Velden merkte dat bewustwording cruciaal is. ‘Bij ons werkte er een advocaat met Marokkaanse roots. Die vertelde me dat hij het zó zat was om elke keer tijdens de ramadan aan collega’s bij de koffieautomaat uit te leggen waarom hij geen koffie nam. Wij zagen hem als een succesvolle collega. Hij voelde zich juist eenzaam, omdat hij de hele tijd werd aangesproken op zijn anders-zijn. Nu we echt het gesprek zijn aangegaan, en medewerkers via werkgroepen en lunchbijeenkomsten zelf laten vertellen waar ze tegenaan lopen, is het beleid effectief.’
We vinden personeel (bijvoorbeeld zo)
Wie een beetje technisch, verzorgend of educatief gericht is, heeft de banen voor het uitkiezen. Datzelfde geldt voor winkel- en horecapersoneel. Waar ís iedereen? Je kun op je hrm-stoel blijven zitten, maar je kunt bijvoorbeeld zelf op stap en je in de aanbieding doen. Zo denken ze bij techniekbedrijf MTA. Ze maakten een cv voor het bedrijf, inclusief gemeenschappelijke hobby’s: motorrijden, poolbiljart, tafelvoetbal, barbecueën, drakenbootrace en samen gezellig een biertje drinken. Onder het motto: Wie wil dit bedrijf aannemen? En het werkt ook nog. Zo’n gekke campagne blijft in het geheugen van potentiële kandidaten hangen.
Je kunt natuurlijk binnen je eigen sector blijven zoeken, maar dat betekent al gauw dat je met je buren in dezelfde vijver zit te vissen. Dat schiet niet op, je kunt beter naar een vijver die onderbevist wordt. Zo gooide Gertjan Veldkamp van bouwbedrijf BAM Infra zijn netten uit bij overtallig geworden bankpersoneel. Dat de opleiding van geen kant klopt, dat is geen bezwaar. BAM leidt de geïnteresseerden zelf op. ‘Motivatie is het allerbelangrijkst. Ja, je moet kunnen rekenen als calculator. De vakkennis en het jargon brengen wij je bij. Als je innerlijke drive hebt, kun je hier aan de slag.’ Dat het serieus geld kost? ‘Als ik een werving- en selectiebedrijf inhuur, ben ik hetzelfde bedrag kwijt. Ik heb er calculators bij, dus ik ben happy.’
Energiebedrijf Stedin doet het weer anders met vacatures en kijkt naar bevolkingsgroepen die dun gezaaid zijn in het eigen personeelsbestand: zijinstromers, vluchtelingen met een verblijfsstatus en vrouwen. ‘We hebben bijvoorbeeld heel radicaal het woord monteur uit de vacaturetekst verwijderd’, zegt teamleider Marloes van Diffelen. ‘De meeste mensen denken bij dat woord alleen aan een man. Technische werkervaring is niet vereist, scholing doen we zelf. Nu werken hier onder anderen een voormalig schoonheidsspecialist en een ex-kappersstudente.’ Zo kon Stedin het aantal vrouwen in monteursfuncties verdubbelen.
We gaan al die woningen bouwen
Stikstofstilstand, woningnood, recordprijzen, problemen met de aanvoer van grondstoffen, er lijkt geen eind te komen aan het rijtje obstakels op de weg naar 100.000 woningen bouwen per jaar. Sommige van die tegenslagen op de woning(bouw)markt moeten we misschien maar gewoon uitzitten als een eendje: kalm aan de oppervlakte, maar met druk peddelende pootjes onder de waterspiegel. En als er dan iets mag, dan kan het snel, sneller dan je misschien denkt.
Late we wel wezen, veel huizen lijken op elkaar. Zeker in grote projecten.
Als ze eruitzien als seriewerk, waarom bouw je ze niet in serie aan de lopende band? Als je Bram Bevers (nomen est omen) heet en je inzet voor houten huizen, dan doe je dat dus ook gewoon. Bevers is commercieel manager bij de Koopmans Bouwgroep, het bedrijf achter HOUTbaar HUIS. Dat bouwt circulaire houten prefab woningen. ‘Een HOUTbaar Huis bestaat gemiddeld uit negen houten modules’, legt Bevers uit. ‘Deze worden gebouwd in de fabriek in Wehl. We plaatsen een woning per dag, die binnen een paar weken wordt afgemonteerd.’ De fabriek wil opschalen van duizend modules in 2022, naar vierduizend modules in 2025 en heeft een productiecapaciteit van zo’n vierduizend modules per jaar. En als de houten woningen niet meer voldoen aan eventuele toekomstige normen of woonwensen, kun je ze weer helemaal demonteren en de onderdelen hergebruiken.
In Amsterdam gaan ze nog een stapje verder met dat demonteren en afbreken. Het tijdelijke pand van de Amsterdamse rechtbank heeft zijn nut gehad, er is nieuwbouw, dus het kan weg. Dat gebeurt dus ook, want het is zo ontworpen door het Delfts architectenbureau Cepezed dat dat ook kan en dan weer elders kan worden neergezet. Inmiddels is het complete gebouw gedemonteerd. Op de plek waar het gebouw stond, ligt nu een groen kavel. De materialen liggen opgeslagen in Enschede en Genemuiden. Begin volgend jaar wordt begonnen met remontage op Kennispark Twente in Enschede. Het gebouw is dan als bedrijfsverzamelgebouw met een onderwijsfunctie klaar voor een nieuwe ronde intensief duurzaam gebruik.
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.