Hanane Abdellaoui had een uitdagende jeugd. Al op jonge leeftijd hielp ze haar ouders, een eerste generatie nieuwkomers, met het vertalen van ingewikkelde overheidsbrieven. Nu, dertig jaar later, is ze vastbesloten om anderen de ondersteuning te bieden die haar familie miste.
‘Al vroeg wist ik: ik wil mensen helpen die willen meedoen in de maatschappij, maar dat om een of andere reden niet kunnen. Ik kom uit een achterstandswijk en heb mijn ouders zien struggelen. Als kind vertaalde ik overheidsbrieven voor mijn vader, omdat hij ze zelf niet kon lezen. Van de overheid kregen mijn ouders minimale ondersteuning, dus bood ik die. Die periode heeft mij gevormd tot wie ik nu ben.’
‘Tijdens stageperiodes deed ik ervaring op met het begeleiden van ‘spookburgers’. Ze hadden hun opleiding niet afgemaakt, kampten met verslaving of hadden een taalachterstand, en waren niet in zicht bij overheidsinstellingen. Ik voelde met ze mee, en wilde iets voor ze betekenen. Dat bleek nog niet zo simpel.’
VeerkrachtVeel ondernemers weten hoe het is om te vallen en toch weer op te staan. In de serie Veerkracht laten we deze ondernemers aan het woord. Wat maakten zij mee en hoe kwamen ze hier sterker uit?
‘Met mijn man run ik een goedlopend schoonmaakbedrijf, Just Clean. We deden destijds vooral gespecialiseerde schoonmaak, zoals cleanrooms in ziekenhuizen. Zouden we daar niet iets kunnen betekenen? Mijn partner had zijn twijfels. Waarom zouden we mensen met een rugzakje aannemen, die extra begeleiding nodig hebben? En wat zouden onze klanten daar wel niet van denken? Ik dacht toen nog: ‘Ik begeleid ze zelf wel, met hulp van de overheid.’
‘De mensen met wie we werken hebben veel begeleiding nodig. Ze komen niet altijd opdagen, zitten in de schuldsanering, hebben geen vervoer om naar het werk te komen etc. Maar iemand die uit zicht is bij de overheid, en dus geen uitkering krijgt, komt niet in aanmerking voor publieke re-integratietrajecten. De groep waar ik me op richtte, daar werd bijna niet naar om gekeken. Daar heb ik me zo aan geërgerd. Ik heb vaak gedacht: ‘Ben ik nou de enige die wil dat deze groep een kans krijgt?’