For sure. Het zijn woorden die Fredrik Persson vaak gebruikt, als antwoord op de vraag of Europa nog relevant is. De Zweedse voorzitter van Business Europe is beslist, onwankelbaar, begeesterd en pragmatisch. En optimistisch als het gaat over Europa, ondanks de donkere wolken die zich soms boven het continent vormen. ‘Er is geen plan B.’
Meneer Persson, hoe staat Europa ervoor aan de vooravond van de Europese verkiezingen?
‘Somber, als je kijkt naar de groeicijfers. Het afgelopen jaar is de Europese economie met 0,5 procent gegroeid. Vergeleken met 2,5 procent in de Verenigde Staten en 5,2 procent in China verkeert Europa in een erbarmelijke toestand; dat is een boodschap die wij als BusinessEurope al een paar jaar verkondigen.’
Wat een grimmige boodschap.
‘Als reactie hoorden we vaak dat we alarmistisch zouden zijn en speculatief. We gingen door een pandemie, daarna volgde de Russische agressie in Oekraïne. Europa verkeert in een goede staat, zeiden mensen, met ‘een paar hobbels’ op de weg. Maar de realiteit is anders. Ook daarvóór liep Europa achter in termen van groei. De pandemie ging redelijk gelijkmatig de wereld over, iedereen ondervond de gevolgen daarvan. Natuurlijk raakt de oorlog in Oekraïne het Europese bedrijfsleven veel harder dan onze concurrenten in Azië of zelfs de Verenigde Staten. Maar ook daarvóór liep Europa achter in termen van groei.’
Persson wijst op de Reform Barometer, het onderzoek dat BusinessEurope jaarlijks uitzet onder haar leden waarin de achterban deze keer werd gevraagd: hoe kijk je naar het investeringsklimaat in Europa, vergeleken met Azië en de Verenigde Staten? ‘Negen van de tien ondernemers vindt Azië of de VS een betere plek om te investeren. Een sterk en verontrustend signaal.’
Waarom zou Europa níet de plek zijn om te investeren?
‘Hoge energieprijzen, de veelheid en complexiteit aan regelgeving en een langzame vergunningafgifte worden genoemd. Dat is de overkoepelende uitkomst, ongeacht het land en de sector waarin de ondernemers opereren.’
‘De hoge energiekosten drijven bedrijven for sure weg uit Europa. Kijkend naar de pre-pandemie tijd – mensen zijn geneigd de Russische agressie als startpunt aan te wijzen, maar daarvóór waren prijzen al aan het stijgen – dan zie je dat de energieprijzen in Europa bijna zijn verdubbeld. Als je beseft dat energie de ruggengraat is van de industriële natie, dan weet je hoezeer de hoge energieprijzen de concurrentiekracht van Europa raken.’
Volgens Persson zijn de energieprijzen in de Verenigde Staten ‘marginaal’ gestegen vergeleken met Europa. ‘In de VS gebruiken ze nog veel fossiele energie tegen een lage prijs. Bovendien is het land zelfvoorzienend als het om energie gaat. Tel daarbij op dat buitenlandse bedrijven vaak langetermijnenergiecontracten tegen aanzienlijk lagere prijzen dan in Europa krijgen aangeboden, en je begrijpt de aantrekkingskracht.’
Volgens Persson moet er meer worden ingezet op een Europese energiemarkt, en het bij elkaar brengen van de stroomnetwerken. ‘We moeten nieuwe, groene technologieën ondersteunen. Inzetten op waterstofproductie als brandstof, op windenergie, onshore en offshore én kijken naar nucleaire energie. Als het gaat om energie hebben we geen keuze.’
Ook is er vanuit de Europese Commissie de afgelopen vijf jaar ‘een tsunami aan reguleringen’ geweest, benadrukt de BusinessEurope-voorzitter, veelal gekoppeld aan groene initiatieven. Hij neemt het Duitse chemieconcern BASF als voorbeeld, die volgens Persson vijftigduizend pagina’s aan reporting obligations moest ophoesten. ‘50.000. Om duurzame initiatieven in kaart te brengen. We staan honderd procent achter de doelen van de groene transitie, maar al dit papierwerk helpt de transitie niet. Integendeel.’