GroenLinks-PvdA-lijsttrekker Frans Timmermans wil niet als het ‘grote rode gevaar’ worden gezien door ondernemers. Maar hij heeft wel wat noten te kraken: minimumloon omhoog, geen zzp’ers meer, en iedereen duurzaam. ‘Het wordt niet makkelijk, maar dat wordt het voor niemand.’
Hij was de ‘klimaatpaus’ in Brussel. Zijn Green Deal liep over van de duurzame ambities. Dus is het logisch dat het klimaat ook in het gezamenlijke verkiezingsprogramma van PvdA en GroenLinks een belangrijke plaats heeft. En ook de rol van het bedrijfsleven daarin. Er moet veel gebeuren, en ook nog eens in vrij korte tijd. Gaat dat allemaal wel lukken?
Meneer Timmermans, kunt u zich voorstellen dat ondernemers zich zorgen maken over uw groene ambities?
‘Absoluut. En het zijn niet alleen ondernemers die zich zorgen maken. Er is heel veel onrust in de samenleving over de snelle veranderingen in de wereld. Het wordt niet makkelijk voor bedrijven, maar dat wordt het voor niemand. We hebben niet de luxe om de tijd te nemen. Je kunt niet in Scheveningen aan het strand zitten en tegen eb zeggen ‘je moet blijven’, en tegen vloed: ‘je mag niet meer komen’. Hoe langer we wachten, hoe duurder en moeilijker het wordt. Wie het eerst door die cyclus heen gaat, zal ook als eerste het betere verdienmodel hebben. Daar zie ik voor Nederland enorme kansen.’
Maar even: u wilt de uitstoot van CO2 in 2030 met 65 procent verminderen, terwijl er nu wordt ingezet op 55 procent. Dat is al een hele klus. Waarom dan meer?
‘Omdat ik zie dat de energietransitie veel sneller gaat dan iedereen had gedacht. Nederland liep ontzettend achter, maar zit nu bijna in de kopgroep. We kunnen nóg meer versnellen als we het stroomnet verstevigen. Dat is nu het grootste knelpunt in Nederland. Als dat lukt, kunnen we de transitie maken naar een energiesysteem dat volledig hernieuwbaar is.’
Liever als podcast luisteren? Dat kan ook. Klik dan hier.
Wat betekent dat dan voor de industrie?
‘Ik wil eerlijk zijn. Sommige vormen van bedrijvigheid hebben geen langetermijntoekomst in Nederland. Hoe zorg je dat de mensen die daar werken, ondernemers en werknemers, naar andere sectoren kunnen switchen?’
In het verkiezingsprogramma gaat het over ‘energie slurpende raffinaderijen, kunstmestfabrieken en distributiecentra’.
‘Ja. Waarom maken we in Nederland zoveel kunstmest? Omdat er destijds heel goedkoop gas is geleverd aan die sector. We moeten echt af van fossiele subsidies. Je mag hier wel blijven, maar dan ga je gewoon ook een eerlijke prijs voor het gas betalen. En distributiecentra: we zijn met 18 miljoen mensen op niet meer dan 42.000 vierkante kilometer. Moet je dan van die heel grote distributiecentra hebben, terwijl ze relatief weinig bijdragen aan de Nederlandse economie? Dat zijn toch vragen die we samen met ondernemers moeten stellen de komende jaren.’
Als bedrijven uit Nederland verdwijnen, gaat ze natuurlijk wel naar landen waar ze minder duurzaam produceren.
‘In de eerste plaats: ze hoeven niet te verdwijnen. Kunstmest kun je ook met groene waterstof maken. In de tweede plaats: we hebben in Europa afgesproken dat producten van buiten die niet aan onze duurzaamheidseisen voldoen, een heffing krijgen aan de grens. Maak het duurzaam, dan kun je blijven.’