Informatietechnoloog, kunstenaar en ceo van Euronext. Maurice van Tilburg over het belang van schilderen, het uiten van gevoel en de kunst van het verrassen. ‘Ik wil tot de kern komen.’
Geklieder. Als kind vond Maurice van Tilburg (45) moderne kunst ‘belachelijk’. Dingen zo perfect mogelijk natekenen, dat deed hij graag. Vogels, dieren en mensen uit een boek van Rien Poortvliet. Tot zijn ouders hem op zijn twaalfde meenamen naar een tentoonstelling van de Belgische Cobra-schilder Pierre Alechinsky, in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. ‘Het was een van de laatste werken, vlakbij de uitgang’, vertelt Van Tilburg. ‘De alchemisten. Bij dat schilderij dacht ik: wauw. Het leek wel of het licht gaf. Hoe doet-ie dat, wilde ik weten.’
Van zijn zakgeld kocht Van Tilburg een replica, en vanaf dat moment was hij gegrepen door kunst. ‘Ik zag dat er meer is dan alleen maar dingen maken die anderen mooi vinden. Dat je als kunstenaar iets toe te voegen hebt, dat je nieuwe wegen zoekt op basis van wat je persoonlijk raakt. Dat ene schilderij heeft mij de drive gegeven om te gaan schilderen, maar vooral ook om verder te kijken, op zoek te gaan, te reflecteren en te gaan lezen. Wat is er nog meer in de wereld?’
In je middenrif
Van Tilburg, nu ceo van het beursbedrijf Euronext Amsterdam, vertelt het verhaal in zijn werkkamer met zicht op het Beursplein in Amsterdam. Schilderen doet hij nog altijd: zijn werk hangt in een galerie in New York. Uitzonderlijk voor een topmanager in de financiële wereld, al ziet Van Tilburg zelf geen tegenstelling. ‘Dit is voor mij een heel mooie combinatie. Mijn werk geeft me energie, en het schilderen ook. Als ik na een lange werkdag om 10 uur ’s avonds kan gaan schilderen, dan doe ik dat.’
Maar er is meer. ‘Als kunstenaar moet je een duidelijk beeld voor ogen hebben van waar je naartoe wilt. Dat is ook belangrijk bij het aansturen van teams. Als manager moet je dingen terugbrengen tot hun kern. Er zijn duidelijke parallellen. Ook als iets niet gaat zoals het moet gaan, in mijn werk of privé, kan de inspiratie vanuit de kunst bijdragen aan een oplossing. Als ik in m’n middenrif voel: dit gaat niet lekker, dan wil ik dat niet wegdrukken, maar onderzoeken hoe het komt, waarom het me raakt en wat ik ermee moet.’
Van Tilburg wijst naar de muur, waar een doek van zijn hand hangt waarop een stier en een beer – symbolen van een opgaande en neergaande markt – elkaar in een innige omhelzing houden. ‘Meestal leg ik mijn schilderijen niet uit, maar hier zie je dat de stier en de beer als een soort yin en yang vervlochten zijn; in de kern van de beer moet het zaadje ontstaan voor het weer omhoog gaan van de markt. Dit heb ik intuïtief gemaakt, in een hectische tijd waarin ik aandacht wilde geven aan wat echt belangrijk is.’
Kankercellen
Zijn talent voor tekenen en schilderen had zomaar kunnen leiden tot een carrière in de kunst, maar zijn ouders stonden niet te juichen toen hij de kunstacademie opperde. Bovendien: hij was óók goed in wis- en natuurkunde. Het werd een opleiding informatietechnologie, waar Van Tilburg niet al te gemotiveerd aan begon.
Het enthousiasme kwam pas tegen het einde van zijn studie, tijdens een afstudeerproject bij het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Van Tilburg moest een applicatie schrijven voor zogenoemde hyperthermie-behandelingen, waarbij kankercellen met warmte worden bestreden. ‘Daardoor duurde die behandeling geen twee uur meer, maar nog maar een uur. Voor patiënten, die in een soort koortstoestand worden gebracht, scheelde dat enorm. Tot dan vond ik technologie wel leuk. In het AMC merkte ik: het kan ook echt belangrijk zijn.’
'Dat gevoel in mijn middenrif wil ik niet wegdrukken'
Lang haar en een baard
Na zijn studie belandde Van Tilburg in 1995 als programmeur bij de Optiebeurs, een van de voorlopers van Euronext. Inmiddels heeft hij de hoogste baan op Beursplein 5, maar Van Tilburg ziet er niet uit als andere topmanagers in de financiële wereld. Zijn haar is langer, in zijn kleding zit net iets meer kleur, en hij draagt een baard. Ook is er zijn tongval, waarin het Uithoorn van zijn jeugd duidelijk te horen is. Allemaal geen probleem, zegt Van Tilburg. Integendeel: het is goed als de beurs uitstraalt dat er ruimte is voor diversiteit, zeker nu de financiële wereld na de crisis niet bepaald populair is.
Er zijn bankiers die op feestjes maar niet meer zeggen dat ze in de financiële wereld werken. Doet u dat nog wel?
‘Ik krijg vooral veel vragen. Wat doe je eigenlijk precies, wat gebeurt er allemaal op de beurs, hoe zit het met die snelle handel? Ik kan niet zeggen dat in de financiële wereld alles altijd goed gaat. Maar ik probeer altijd wel uit te leggen dat wij werken aan goed functionerende markten, en dat dat belangrijk is voor bijvoorbeeld bedrijven die geld nodig hebben om verder te groeien, en dus voor de Nederlandse economie. Als ik daar zelf niet in had geloofd, had ik dit werk niet gedaan. Ik heb vier kinderen, onder wie twee heel jonge. Aan hen wil ik straks wel kunnen uitleggen dat het een zinvolle reden heeft dat ik vaak niet thuis ben.’