En toen werd Installatiebedrijf van Dorp bestolen door een werknemer

06-04-2020

Een charmante, jonge man, zo herinnert ondernemer Henk van Dorp zich de nieuwe projectleider. Maar een die wel zomaar 30.000 euro in zijn eigen zak stopte. ‘Niemand loopt rond met een briefje op zijn rug: ‘Ik ben een dief.’

 

Wie had gedacht dat de vacature voor projectleider voor zoveel ellende zou zorgen? Henk Willem van Dorp, eigenaar van installatiebedrijf Van Dorp, ontmoet samen met zijn echtgenote de nieuwe medewerker tijdens een personeelsbijeenkomst. ‘Een keurige, charmante jongeman, vond ook mijn vrouw. En zij heeft mensenkennis’, aldus Van Dorp. Maar al gauw haalt de projectleider vreemde fratsen uit. Medewerkers moeten speciale bonnen gebruiken om materiaal op te halen bij de groothandel. ‘Het viel collega’s op dat de projectleider met die bonnen spullen ophaalde bij de groothandel die helemaal niet nodig waren voor het bouwproject. Het ging met name om dure, flexibele buizen voor waterleidingen. Dat materiaal leverde hij vervolgens niet af bij de bouwplaats.’ Het groeiend gevoel van onbehagen maakt dat enkele medewerkers aan de bel trekken bij hun leidinggevende. ‘Die nam de zaak heel serieus. Een onderzoek werd ingesteld. Zo kwam de fraude aan het licht.’

 

‘je schaamt je de ogen uit de kop als iemand de boel bedriegt’

 

De leidinggevende confronteert de projectleider met de opgehaalde spullen, die zijn betaald door Van Dorp en de opdrachtgever, maar nergens te vinden zijn. ‘Die bekende uiteindelijk dat hij de flexibele buizen doorverkocht aan zijn zwager, die een loodgietersbedrijf runde. Hij had valse facturen gestuurd naar onderaannemers. In totaal heeft de medewerker spullen achterover gedrukt met een waarde van in totaal 30.000 euro. Waarom? Hij had het geld nodig voor zijn gok- en luxeverslaving.’

Van Dorp doet aangifte bij de politie. Ook start hij een civiele procedure om het geld terug te krijgen. ‘De ouders van de projectleider betaalden het bedrag uiteindelijk terug. Keurige mensen – ze schaamden zich rot voor hun zoon.’ De man krijgt een taakstraf.

De tegenslag van…Wat doet het met je als ondernemer als alles in het leven ineens tegenzit? Een faillissement, je compagnon overlijdt, je raakt ernstig ziek. In een korte serie vertellen ondernemers openhartig over hun tegenslag en hoe zij er weer bovenop probeerden te komen. Deel 1 tot en met 4 vind je hier.  

Spijt en berouw

Bleef het nou maar bij dit ene geval. Maar Van Dorp wordt opnieuw geconfronteerd met fraude. Een afdelingschef geeft op papier aan dat hij een betaling van 19.500 euro heeft ontvangen van een klant. In werkelijkheid gaat het om een bedrag van 24.000 euro. Het verschil stopt de chef in zijn eigen zak. De ondergeschikte die hem helpt, krijgt last van zijn geweten en biecht het op. ‘Dat vond ik indrukwekkend. De chef heb ik ontslagen. Die vond dat hij niets verkeerd had gedaan. Hij wilde carrière maken, maar was teleurgesteld geraakt in zijn loopbaan. Hij had zogenaamd recht op dat geld. Zijn ondergeschikte toonde spijt, en berouw. Hij besefte: ik ben fout geweest voor dit bedrijf. Ik wil mijn gedrag veranderen. Hem heb ik niet ontslagen. Ieder mens die berouw toont heeft recht op een tweede kans, vind ik.’ Uiteindelijk is de man uit eigen beweging weggegaan. ‘Uit schaamte, al heb ik natuurlijk niets tegen zijn medewerkers gezegd.’

 

Vuile was

Fraude kun je nooit 100 procent voorkomen, weet Van Dorp. In een op de drie bedrijven komt het voor. ‘Er werken 1.800 mensen bij ons, verdeeld over 30 locaties in Nederland. De kans dat daar een crimineel tussen loopt is groot. Het is niet dat je ze herkent, dat ze een bordje op hun rug hebben: ‘Ik ben een dief.’ Soms denken ondernemers dat ‘ons soort mensen’ niet steelt.’  Tegen hen wil Van Dorp zeggen: word wakker. ‘Criminelen groeien niet alleen op in een crimineel milieu.’ Al zijn medewerkers moeten een Verklaring omtrent het gedrag overleggen – ook zijn twee fraudeurs hadden er een. ‘Maar dat papiertje stelt in de praktijk niets voor, dat blijkt wel.’

Of hij wakker ligt van de fraudeurs? ‘Nee. De directe directeuren waren er wel ziek van. Als het zou gaan om een naaste collega van mij, zou het denk ik harder zijn binnengekomen. Maar het kost veel tijd, energie en geld. Je moet aangifte doen bij de politie. Daar kom je onderaan de stapel. Je kunt een civiele procedure starten. Of naar de rechter gaan om ontslag op staande voet te eisen. Dat is niet zo makkelijk in Nederland. In Duitsland kun je al ontslagen worden als je als medewerker bij de McDonalds een plakje kaas steelt. In Nederland hangt het af van de mate van het vergrijp of je iemand kan ontslaan. Je moet aantonen dat je er als werkgever alles aan hebt gedaan om fraude te voorkomen. Je moet juristen inschakelen, onderzoek doen. Dat kost geld.’   

Geen regels en handboeken, zegt Henk Willem van Dorp. ‘Daar ben ik allergisch voor. Handel op je werk zoals je het thuis zou doen.’

 

En natuurlijk voelt Van Dorp teleurstelling. Schaamte. ‘Wat het is met een familiebedrijf: de medewerkers zie ik toch een beetje als mijn kinderen. Net als bij een gezin schaam je je de ogen uit je kop als je erachter komt dat iemand de boel bedriegt.’ Dat is volgens hem ook de reden dat zo weinig ondernemers aangifte doen. ‘Je wilt het als ondernemer altijd hebben over hoe fantastisch het gaat, hoe uitstekend alles is. En dat is het dan even niet. Je hangt niet graag je vuile was buiten.’

 

Wees transparant

Hij is niet wantrouwiger geworden, vindt hij. Van Dorp: ‘Ondernemers zeggen wel eens: vertrouwen is goed, maar controle is beter. Daar ben ik het niet mee eens. Ik ben een christen, en ik vind dat je als christen gemakkelijk te bedonderen moet zijn. Ik ben open, heb vertrouwen in de mens. Natuurlijk kan iedereen in principe een fraudeur zijn. Natuurlijk kan het weer gebeuren – dat is een fact of life. Maar als je slechte mensen wílt zien, dan zíe je ze ook. Zo wil ik niet leven. Ik richt me op de 98 procent van de medewerkers die wél te vertrouwen zijn. Ik geloof in hun intrinsieke waardenpatroon, dat zij zelf kunnen bepalen wat juist is. Dat leg je niet op met opgelegde regels van buiten. Wij hebben een fantastische groepsdynamiek hier. Medewerkers voelen zich betrokken. Ze vertrouwen de leiding.’

 

‘Ik vind dat je als christen gemakkelijk te bedonderen moet zijn’

 

Want die frauderende projectleider, zo blijkt later, had al eerder werkgevers bedonderd. ‘Bij de eerste kon hij 3 jaar zijn gang gaan, bij de tweede een jaar. ‘Bij ons werd hij na 6 maanden al betrapt. Vanwege onze bedrijfscultuur.’

Niet dat er helemaal geen regels zijn bij Van Dorp. ‘We hebben duidelijke werkafspraken geformuleerd met onze medewerkers en deze vastgelegd. We kennen het vier-ogen-principe bij financiële transacties. Contant geld nemen we niet aan. Elke melding van fraude wordt serieus onderzocht. En we bidden voor onze jongens: breng ze niet in verzoeking.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.