De industrie zorgt voor innovatie, banen op álle niveaus, werkt aan duurzaamheid én is de motor van onze economie. Dat blijkt zeker uit een bezoek aan Emmen, waar alles begint met de industrie. 'Wij zijn trots op de industrie, maar dat zeggen we niet vaak genoeg.'
Met een beetje fantasie heeft het Drentse chemiepark Getec iets weg van een pretpark. Het hele gebied is afgezet met een hek, je komt alleen binnen met een bezoekerspas via de balie en beveiliging en eenmaal binnen hoor je alles brommen en sissen. Met een kleurig plattegrondje in de hand, vind je je weg. Glimmende buizen slingeren langs gebouwen en over voetpaden, als de rails van een achtbaan. Her en der hangen borden die waarschuwen dat je handschoenen moet dragen en een helm. Maar hier, waar de zon weerkaatst in het metaal van de fabrieken en silo’s, staan chemiereuzen in plaats van attracties.
Hier produceren bekende en onbekendere bedrijven grondstoffen, waar de Emmenaren vijf minuten verderop in het winkelcentrum De Weiert zonder er bij stil te staan gebruik van maken. De draden in hun autogordels en banden, de plastics in de espressomachines van de eettentjes en in hun Doppers, het polyester in de kleding die er te koop hangt.
Zanddorp
‘Emmen was een zanddorp met een paar duizend mensen’, zegt Gerard Nijhoving. ‘Nu is het een van de grootste steden van het Noorden en de reden van die groei is de industrie. Punt.’ Nijhoving is sinds 2016 de directeur-grootaandeelhouder van Senbis, afgeleid van AkoNobel. Een beetje weggestopt, aan de zijkant van het park, naast het enorme Morssinkhof, dat plastic afval recyclet. Senbis is met vijftien mensen personeel en vijf freelance experts een kleine speler op het chemiepark van Emmen. Maar wel eentje met een belangrijke rol. Een aanjager, want ze doen aan R&D, oftewel onderzoek naar kunststof en toepassingen. In opdracht, maar ook zoekt Nijhoving met ‘zijn’ Senbis naar bioplastics die in de natuur en het water worden afgebroken. Zo hebben ze al speciale touwen en netten ontwikkeld voor de visserij en mosselteelt. Netten die na verloop van tijd ‘verteren’ en dus geen rommel in het water achterlaten. Of wat te denken van bioplastic draden voor een grastrimmer, zodat er geen plastic stukjes in de tuin achterblijven.
In het kantoor ligt in een vitrine een aantal grote klossen met draden, een soort prijzenkast met ontwikkelde producten. Klossen zijn overal in het gebouw te vinden. Op twee machines staan grote stickers met ‘Research’, voor wie nog twijfelt aan het werk van Senbis. ‘Dit hele park was allemaal AkzoNobel’, vertelt Nijhoving. ‘Het was allemaal productie; plastics en synthetische vezels. Eind jaren negentig is alles in delen verkocht. Twaron, de naam voor het ijzersterke aramidegaren dat Akzo heeft ontwikkeld, ging naar het Japanse Teijin Aramid bv.’ Dat bedrijf zit nog steeds op Getec en is met zo’n zevenhonderd man personeel de grootste werkgever van Emmen.