De VVD is een van de weinige partijen die waardering hebben voor ondernemers, zegt lijsttrekker Dilan Yeşilgöz. Dat wil ze voortzetten en uitbouwen. ‘De meeste ondernemers willen graag hun rol in de samenleving spelen.’
De VVD staat bekend als vriend van het bedrijfsleven. Maar als je naar de afgelopen dertien jaar kijkt, waarin de VVD vaste kracht was in de opeenvolgende kabinetten, was niet alles rozengeur en maneschijn voor ondernemers. Denk aan de stijgende werkgeverslasten en de verslechtering van het vestigingsklimaat. Herkennen ondernemers zich nog in de VVD?
Nou mevrouw Yeşilgöz, zegt u het maar: is de VVD nog een ondernemerspartij?
‘Volmondig ja. Ik vind het belangrijk dat je ondernemers tegemoet komt om te kunnen ondernemen. Dus de lasten op arbeid verlagen. Ik denk ook dat de VVD een van de weinige partijen is die waardering heeft voor ondernemers. Als je in Den Haag het woord ‘ondernemer’ zegt, denken de meeste politici aan heel rijke ceo’s die niks om de wereld geven. Terwijl je het ook over al die kleine en middelgrote ondernemers hebt die keihard werken. Die juist heel betrokken zijn bij hun omgeving en voor banen, innovatie en vooruitgang zorgen. Dit piepkleine landje is wereldwijd groot geworden dankzij de innovatiekracht van ondernemers. Ik denk dat we als VVD veel hebben gedaan om te voorkomen dat ‘ondernemer’ een vies woord werd. En op sommige momenten hadden we het misschien nog beter kunnen doen.’
‘De stijging van werkgeverslasten houdt een keer op’
Waar hebt u steekjes laten vallen?
‘De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in het verlagen van de lasten voor werkenden, voor gezinnen. Ondertussen zijn de lasten voor ondernemers stap voor stap gestegen. Ik denk dat we dat goed kunnen uitleggen: ergens moet je het geld vandaan halen. Maar op een gegeven moment houdt het op.’
Ondernemers zijn geen pinautomaat?
‘Daar begint het wel op te lijken. Het spreekt vanzelf dat je geld alleen maar kunt verdelen als je het eerst verdient. Die balans maakt ons land juist zo rijk. Dan het vestigingsklimaat. Blijven we interessant genoeg voor bedrijven om hier te blijven? Ik kan zorgen dat morgen de CO2-uitstoot in Nederland bijna weg is. Als je het bedrijfsleven het land uitgooit, heb je dat zo bereikt. Maar dat is natuurlijk onzin. Je moet zorgen dat die bedrijven hier hun uitstoot kunnen verminderen. Dat de banen hier blijven en ze hier innoveren. En met die innovaties wereldwijd koploper kunnen worden.’
Liever als podcast luisteren? Dat kan ook. Klik dan hier.
Op klimaatgebied komt er een hoop op bedrijven af. Hoe gaan we dat allemaal doen?
‘Ik kijk daar met optimisme naar. Niet, zoals ik wel bij andere partijen hoor: als we dit niet doen, gaan we eraan. Ondernemers vragen om een langetermijndoel, zodat ze daar hun investeringen op kunnen afstemmen. Ik wil bedrijven helpen om te vergroenen. Dan moet je ze niet wegzetten als boemannen en overladen met meer doelen en kosten, zonder op te letten hoe dat in de praktijk uitwerkt. Dan eindig je in de energietransitie als land waaruit alle denkkracht en innovatie weg is, en andere landen daarmee hun geld verdienen, terwijl wij met geitenwollen sokken aan thuiszitten. Dat is niet de bedoeling.’
Maar wat wilt u dan concreet doen voor bedrijven?
‘Kleine ondernemers willen we helpen met een verduurzamingsfonds, voor bedrijven die hun productie en pand willen verduurzamen maar het geld daar niet voor hebben liggen. Voor grotere bedrijven is er het bestaande Europese ETS-stelsel voor vermindering van de CO2-uitstoot. En iedereen heeft het nu over de afschaffing van fossiele subsidies, maar als je inzoomt, zie je dat er ook subsidies bij zitten die juist bijdragen aan vermindering van de CO2-uitstoot. Dus je moet wel intelligent naar al die regelingen kijken.’