Bedrijf zonder topvrouwen? Dan hoor je er eigenlijk niet meer bij. Althans, dat wil Marry de Gaay Fortman, voorzitter van de stichting Topvrouwen, voor elkaar boksen. ‘Die bedrijven gaan straks last krijgen van de fear of missing out.’
Ceo’s krijgen veel voor elkaar in hun bedrijf, maar vrouwen benoemen: ho maar. Mevrouw De Gaay Fortman, hoe komt dat toch?
‘Naar mijn idee heeft dat met twee dingen te maken. In de eerste plaats wordt er niet voldoende gekeken naar de samenstelling van het team. Heel onverstandig. We weten dat diverse teams beter presteren – ook financieel. Dus het gaat ook nog eens om een gezond eigenbelang. Bedrijven zouden echt meer hun best moeten doen.’
‘Daarnaast gaat er nogal eens wat mis bij het zoeken naar een geschikte kandidaat. Ook bij executive search bureaus. Ik zal een voorbeeld geven. In 2013 was ik voorzitter van de selectiecommissie binnen de raad van commissarissen van het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf. Toen er een vacature was, maakte toenmalig wethouder Caroline Gehrels duidelijk dat ze graag een vrouw benoemd wilde zien vanwege de balans in de rvc. We hadden een aantal prima vrouwelijke kandidaten, maar de executive searcher bleef maar een mannelijke kandidaat pushen. Toen hij merkte dat dat niet goed viel, gooide hij het over een andere boeg: ‘Míjn kandidaat is gay.’ Waarop de wethouder brieste: ‘Dat maakt hem nog géén vrouw.’ Dat bedoel ik dus.’
‘Maar het kan wél: de bedrijven die echt het streefcijfer van 30 procent wilden halen, hebben gewoon hele goede vrouwen gevonden. En die zitten er nog.’
Wie is Marry de Gaay Fortman?
Marry de Gaay Fortman (51) is advocaat en partner bij Houthoff Buruma in Amsterdam. Daarnaast is ze commissaris bij DNB en bij het Amsterdams vervoersbedrijf GVB. Ook is ze voorzitter van de Raad van Toezicht van Toneelgroep Amsterdam en van Paleis ‘t Loo. Van 2011 tot 2016 was De Gaay Fortman voorzitter van VNO-NCW Metropool Amsterdam. Ze studeerde rechten aan de Vrije Universiteit. De Gaay Fortman is sinds dit jaar voorzitter van Stichting Topvrouwen.
Neem nou Ajax. Waarom kan zo’n club geen vrouw krijgen?
‘Ze zouden er in elk geval wel goed aan doen. Er is vrouwenvoetbal, jonge meisjes voetballen er en er gaan vrouwen naar hun wedstrijden. Een afspiegeling zijn van je afzetmarkt of doelgroep is heel belangrijk. Juist in de top.’
Televisiepresentator Arjen Lubach heeft de bedrijven zonder vrouwen online gezet: dezemannenkunnengeenvrouwkrijgen.nl. Als je daar als man opstaat, wil je er toch zo snel mogelijk vanaf?
‘De vraag is of dat door mannen wordt ervaren als naming and shaming. Of juist als iets verschrikkelijk stoers. Als je op de lijst van Lubach staat dan trek je je van niets of niemand wat aan. En dan laat je toch wel zien dat je zelf de baas bent en de rest je gestolen kan worden. De vraag is dus of dat ergens toe leidt.’
‘Maar Lubach heeft ons op deze manier wel geholpen om het gesprek met die ondernemingen gaande te houden. Annemarie Jorritsma, kwartiermaker van stichting Topvrouwen, gaat met de lijst in haar hand naar die bedrijven toe en gaat dan in gesprek.’
'Topvrouwen scoren gewoon veel beter dan mannen'
Dat heeft tot nu toe niet geholpen. Wat wel?
‘Wat ons gaat helpen, is als bedrijven binnenkort niet alleen uitleggen in hun jaarverslag waarom ze niet aan het streefcijfer voldoen, maar ook hoe ze ervoor zorgen dat ze dat wél voor elkaar krijgen. Als de corporate governance code straks gewijzigd is, staat dat erin. Bedrijven komen niet meer weg met elk jaar herhalen waarom het toch echt niet gelukt is. Ze moeten nadenken hoe ze aan diversiteit gaan voldoen.’
Gaat dat ze voldoende aan het denken zetten?
‘Ik ga ervan uit dat ze er geen spelletje van maken met elkaar. Al zullen er ook zijn die zeggen: ‘We zien wel.’ En proberen er liever mee weg te komen, in plaats van er wat mee te doen. We laten ons ook niet graag voorschrijven wat te doen.’ De Gaay Fortman denkt even na en stelt zichzelf hardop de vraag: ‘Zou dat het zijn? Of het heeft te maken met de veilige weg kiezen, doen zoals je het altijd al hebt gedaan. Geen risico’s willen nemen. Niet alle vrouwelijke commissarissen hebben evenveel ervaring – al zijn ze wel heel geschikt – dat wordt dan als een risico gezien. Daar moeten die bedrijven toch overheen stappen. Ook iemand die heel ervaren is, komt niet per se goed uit de verf.’