Wat als je zaak al bijna een jaar noodgedwongen dicht is vanwege corona? Hoe kijk je dan naar de toekomst? En houden deze ondernemers hun hoofd überhaupt nog boven water? In een korte serie spreekt Forum deze ondernemers. Vandaag het verhaal van kapper Yvette Noy. 'Dit verlies haal je nooit meer in.'
'Jaaa, openen die hut. Ik mag weer knallen!' Kapper Yvette Noy uit Haarlem haalt opgelucht adem als ze hoort dat de kapsalons vanaf 3 maart weer open mogen. 'Sinds de lockdown van 15 december ging het hard achteruit met de zaak. Gelukkig heb ik een gezond bedrijf opgebouwd en had ik wat vet op de botten. Ik leef zuinig, ik keer mezelf geen hoog loon uit, houd mijn belastingen netjes bij. Maar ik teer enorm in op mijn spaargeld. Dat spaarpotje was bedoeld voor mijn pensioen, voor calamiteiten. Stel dat ik ziek word, of ik breek mijn pols. Dan mis ik inkomsten, daar had ik dat geld voor opzij gezet. Mijn spaargeld is als sneeuw voor de zon verdwenen. Dat is zuur.'
Wie is Yvette Noy? De kapster werkt 28 jaar bij Change Hairfashion in Haarlem, waarvan 22 jaar als eigenaar. Ze heeft één medewerker in dienst voor 3 dagen in de week.
Wat er volgens haar moet gebeuren? 'Bekijk alle maatregelen van de overheid opnieuw. Begrijp me niet verkeerd, ik ben er altijd trots op geweest dat we in Nederland wonen en dat we hier met zijn allen de hulppot vullen via de belastingen. Maar met de tweede lockdown kwamen we er als kappers slecht van af. We hebben méér steun van de overheid nodig. Dit is een schijntje.'
Rekensom kapsalon: hier moet je het mee doen tijdens de lockdownNoy’s jaaromzet vóór corona bedroeg ongeveer 100.000 euro, zeg, 8.000 euro per maand. En tijdens de lockdown? Ze verdiende drie maanden niets meer, maar moest toch de vaste lasten van ongeveer 12.000 euro betalen, die de gehele lockdown doorliepen. Voor de TOZO kwam ze niet in aanmerking, aangezien ze een partner heeft die meer dan 1.500 euro per maand verdient. Met de NOW-regeling lukte het haar om in elk geval één netto maandsalaris uit te betalen. En vorig jaar ontving ze een eenmalige uitkering van 4.000 euro, goed voor bijna drie maanden huur. Kijk je naar het eerste kwartaal van dit jaar, dan lijdt de kapster een geschat omzetverlies van 21.800 euro en draait ze een geschatte omzet van 2.000 euro. Via de TVL heeft ze recht op 2.700 euro tegemoetkoming over het eerste kwartaal. Had ze 100 procent omzetverlies geleden – maar dat is dus niet zo – dan zou ze bijna 4.000 euro ontvangen. Ook bij lange na niet genoeg om de vaste kosten mee te betalen.
Neem de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Bedoeld om de vaste lasten mee te verlichten, míts je een omzetverlies lijdt van tenminste 30 procent per kwartaal. 'Leuker kunnen we het niet maken, wel ingewikkelder. In januari en februari dit jaar verdien ik niets. Maar in maart werk ik me over de kop om iedereen zo snel mogelijk te helpen. Dan draai ik waarschijnlijk nét teveel omzet om voor de TVL Q1 in aanmerking te komen.' Ondertussen lopen haar vaste kosten gewoon door: huur, salaris, verzekeringen, kassasysteem, gas, water en licht. 'Mijn hart huilt en mijn bloed kookt als hoor hoe kappers illegaal thuis aan de gang waren. Wij waren met zijn allen zo veilig en serieus aan het werk, en dan krijg je dit. Ondernemers gaan straks zitten tellen en rekenen. Willen we met zijn allen naar een samenleving waarbij we creatief met de boekhouding omgaan om toch steun te ontvangen? Dat is toch bizar. Ik wil gewoon creatief met haar bezig zijn.'
Het interview gaat verder na de foto