Tijdens de corona-periode deed Hayo de Feijter wat alle Nederlanders deden. Klussen in huis, de tuin bijhouden... en nadenken over zijn toekomst. Toen schoot het verhaal over de reis van de cashewnoot te binnen. ‘Die is vervuilend, én haalt arbeid uit Afrika weg.’ Een plannetje begon zich in zijn hoofd te vormen.
‘Voor de coronapandemie heb ik de nodige jaren in Afrika doorgebracht. Eerst in Tanzania, later in Zuid-Afrika, waar ik jatropha-plantages beheerde. Dat is een boomsoort waarvan de olie kan worden gebruikt als biobrandstof voor vliegtuigen.’
VeerkrachtVeel ondernemers weten hoe het is om te vallen en toch weer op te staan. In de serie Veerkracht laten we deze ondernemers aan het woord. Wat maakten zij mee en hoe kwamen ze hier sterker uit?
‘Dat was bigbusiness in die tijd. De luchtvaart is natuurlijk supervervuilend. Alle luchtvaartmaatschappijen waren op zoek naar minder vervuilende alternatieven. Maar toen kwam covid, en stond de hele wereld stil. Opeens had niemand meer interesse in biobrandstoffen. We wisten überhaupt niet of de luchtvaart toekomst had.’
‘Ik moest weg uit Zuid-Afrika, en kon niet terug. Dankzij de ‘Zuid-Afrikaanse’-variant van het virus lag het vliegverkeer naar dat land grotendeels stil. Samen met heel Nederland heb ik weken thuisgezeten. Ik deed wat iedereen deed: het huis schilderen, de tuin verbouwen. In eerste instantie is dat leuk, maar na een tijdje ben je er wel klaar mee.’