Mister Corendon wordt hij genoemd. Met twee vliegmaatschappijen, meer dan tien hotels en een miljoenenomzet. Maar vraag Atilay Uslu niet of hij trots is.
‘Trots?!? Ik ben daar helemaal niet mee bezig.’ Atilay Uslu (48) kijkt geërgerd op. Het vuur schiet de Turks-Nederlandse eigenaar van Corendon uit de ogen. ‘Trots, status: dat is allemaal buitenkant. Bovendien, ik ben van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat met dit bedrijf bezig. Ik heb niet eens tijd om trots te lopen zijn.’
Nee, spreek met Uslu niet over wat hij heeft bereikt en of dat zijn ego streelt. Daar is hij allergisch voor. Hij ziet zichzelf als een meewerkend voorman, niet als de baas van een miljoenenbedrijf. Een doener. Dat heeft alles te maken met zijn achtergrond. Uslu is de jongste zoon uit een gezin van vier. Vader Ata Uslu kwam meer dan vijftig jaar geleden uit het Turkse Yeni Kapi – via de mijnen in Charleroi – in Haarlem terecht. De lange, charmante Turk, was snel een bekende verschijning in Haarlem. Altijd aan het handelen. Eigenaar van restaurants, pensions.
Het ondernemen zit in uw bloed?
‘Nou, als ik naar mijn moeder had geluisterd, was ik nooit ondernemer geworden. Zij vond dat ik gewoon bij een baas moest gaan werken. Mijn vader was ondernemer en nooit thuis. Die arme vrouw van je wordt dan nooit gelukkig, zei zij. Ik heb netjes naar mijn moeder geluisterd. Na een studie elektrotechniek ben aan het werk gegaan bij de PTT. Toen vroeg ik aan mijn manager hoeveel hij verdiende. Dat was 2.500 gulden, na 25 jaar trouwe dienst. Ik dacht op dat moment: Sorry moeder. Dit schiet niet op.’
U wilde meer?
‘Mijn vader verdiende heel veel, maar maakte het ook op. Zijn grootste strijd was die met de Belastingdienst. Hij had niets met papieren, hield niets bij. Hij deed net of de Belastingdienst niet bestond. Daardoor is hij heel veel kwijtgeraakt. Op vier van zijn panden is beslag gelegd, terecht hoor. Ons eigen huis gelukkig niet, maar de rest wel. Zelfs zijn hotel aan de Amsterdamse Nieuwezijds Voorburgwal is hij kwijtgeraakt. Dat was wel een goede les voor mij. Als je zaken doet, dan moeten de papieren op orde zijn.’
‘Als ik naar mijn moeder had geluisterd, was ik nooit ondernemer geworden’
U hebt zelf ook problemen gekregen met de Belastingdienst. U zou zichzelf in de ogen van de Belastingdienst als ondernemer te weinig betalen. Die zaak loopt nog.
‘Mijn stelling is: genoeg is genoeg. De rest gaat terug in het bedrijf. Mijn bedrijven zijn wel wat waard, maar zelf heb ik niet zoveel met geld. Weet je, ik kom ook niet uit een rijk gezin. Mijn vader heeft zoals gezegd veel geld verdiend én weer verloren. Mijn vriendenkring bestaat niet uit ceo’s ofzo. Dat is mijn wereld niet. Als ik mijn levensstijl ineens aanpas, dan leg ik een bom onder mijn sociaal leven.’
Iemand die genoeg heeft, kan makkelijk zeggen: ‘Geld doet me niets.’
‘Neem mijn huis in Turkije, aan de kust in Foça. Dat kostte 80.000 euro. Een huis met drie slaapkamers. Dat is het. Niet armoedig, het uitzicht is zeker 10 miljoen waard, maar geen villa van een paar miljoen met een paar auto’s voor de deur. Dat past niet bij me. Een extra kamer maakte me niet gelukkiger. Wat andere bazen doen, moeten zij weten.’