Hoe serieus is de circulaire ambitie van de Nederlandse overheid eigenlijk? Bedrijven die een goedkeurende stempel willen voor hun circulaire uitvinding, kunnen lang zoeken naar het juiste loket. Voor Black Bear Carbon dringt de tijd.
Jaarlijks worden er 1,5 miljard (!) autobanden afgedankt en een groot deel daarvan wordt verbrand. Dat kan beter, dachten ze bij Black Bear Carbon. Het bedrijf maakt nieuwe grondstoffen uit oude banden. Aan de ene kant is dat ‘carbon black’, een zwart poeder dat allerlei toepassingen kent: versteviging van rubber in banden, maar ook pigment voor in plastics, inkt en coatings. Bij het ontleden van rubberbanden komt niet alleen ‘carbon black’ vrij, maar ook olie die in een raffinaderij weer in allerlei andere petrochemische producten kan worden omgezet.
Ceo Victor Vreeken, die sinds 2021 aan het hoofd staat, is vooral bezig met de bouw van een nieuwe fabriek. De oude fabriek in Nederweert brandde in 2019 af. Toen werd gekeken naar de Rotterdamse haven, maar daar was de stikstofproblematiek een onoverkomelijke hindernis. Chemelot (Geleen) is nu aangewezen als nieuwe locatie: hier moet de fabriek gebouwd worden die autobanden kan ‘ontleden’ in carbon black (of zwartsel) aan de ene kant en pyrolyse-olie aan de andere kant. Victor Vreeken: ‘Het plan is dat we dit najaar beginnen met bouwen en dat we eind 2024 operationeel zijn.’
Stevige hobbels
Maar vóór die tijd zijn er voor Vreeken nog wel enkele stevige hobbels te nemen. Het belangrijkste is dat de productstromen die Black Bear Carbon produceert het label ‘einde afval’ krijgen. De ‘einde afval-status’ is een juridisch oordeel dat de overheid afgeeft zodat een bepaalde stof niet langer als afvalproduct wordt beschouwd maar als grondstof opnieuw de keten in kan. Dat betekent dat zo’n product met heel andere wetten en regels te maken heeft. In het verleden kon je als bedrijf naar Rijkswaterstaat toestappen om zo’n verklaring te krijgen, vertelt Vreeken. ‘Voor de pyrolyse-olie hebben we zo’n verklaring. In 2018 dienden we een verzoek in bij Rijkswaterstaat. Het was een grondig en langdurig proces, maar de route was wel duidelijk en uiteindelijk kwam er een rechtsverklaring.’
'Vroeger kon je tenminste naar Rijkswaterstaat voor zo'n verklaring'
Die procedure is de afgelopen jaren gewijzigd, vertelt Vreeken. Tot grote frustratie van de ondernemer. Want Vreeken heeft de juridische verklaring nu nog maar voor één grondstof in een specifieke toepassing. Het ‘carbon black’ en de olie voor andere toepassingen gelden nog steeds als een afvalstof en niet als grondstof. ‘Ineens nam Rijkswaterstaat de verzoeken van circulaire bedrijven niet meer in en moesten bedrijven zich maar tot de omgevingsdiensten wenden.’ Op de overheidswebsite www.afvalcirculair.nl staat daarover te lezen dat er ‘vanwege het grote aantal verzoeken (…) niet voldoende capaciteit is om nieuwe verzoeken in behandeling te nemen.’ Die logica bevreemdt Vreeken: ‘Als je nou even uitzoomt: wat zegt dat dan over de circulaire ambities? Je zou het ook om kunnen draaien: zoveel mensen die circulaire bedrijven starten, wat fantastisch!'