De politiek kan wel vinden dat de hele wereld acuut van ‘fossiel’ af moet. Maar is dat wel reëel en moreel in de haak, vraagt Pieter van Oord van maritiem dienstverlener Van Oord zich af. 'Wie zijn wij om anderen meer welvaart te ontzeggen?'
Het Rotterdamse familiebedrijf Van Oord wil een belangrijke rol spelen in de energietransitie. En die transitie wordt spannend. Worden alle ambitieuze doelstellingen wel gehaald, vraagt ceo Pieter van Oord zich af. Hij ziet wel wat haken en ogen. No time to waste dus. Wat dat betreft goed dat er eindelijk een nieuw kabinet is.
Meneer Van Oord, bent u blij met de energieplannen van het nieuwe kabinet?
'Ik ben vol lof over wat er in het coalitieakkoord over de energietransitie staat. Er wordt eindelijk écht prioriteit aan gegeven. Nederland liep al een tijdje achter met verduurzaming, en dit is echt een inhaalslag. Maar ik heb wel een zorg. Het is eenvoudig om een doel te stellen, maar de uitvoering is uiteindelijk bepalend. Dat hebben we meer gezien in de politiek de afgelopen tijd. Wij zijn de uitvoeringsorganisatie van de energietransitie, maar de politiek maakt de keuzes.'
Wie is Pieter van Oord?Na een studie economie in Amsterdam werkte Pieter van Oord (60) vanaf 1991 eerst in de VS, Engeland en Dubai. In 1994 kwam hij in dienst bij het familiebedrijf. Sinds 2008 is hij ceo. Van Oord bestaat meer dan 150 jaar en heeft ruim 5.000 medewerkers wereldwijd. Het bedrijf is aannemer van bagger-, waterbouwkundige en offshore-projecten (voor winning van energie).
U maakt zich zorgen over de uitvoering?
'Ja. Neem wind op zee. We hebben nu 2,5 gigawatt op zee staan, die is in 15 jaar tijd gebouwd. Dat moet 20 gigawatt worden in 2030, over 8 jaar dus. Dat betekent een enorme versnelling en grote investeringen. Maar waar ik me vooral zorgen over maak is de arbeidsmarkt. De energietransitie gaat heel veel – technisch – werk opleveren, en die handen moeten er wel zijn. Het werk is arbeidsintensief en in Nederland is bijna geen werkloosheid, dus dat wordt een knots van een uitdaging. Ik zit zelf in de raad van toezicht van het Scheepvaart en Transport College in Rotterdam, en merk dat de aanmeldingen van studenten teruglopen. Terwijl het hier echt om goedbetaalde banen met toekomstperspectief gaat.'
Waarom slaat dat verhaal niet aan bij jongeren en hun ouders?
'Dat heeft met cultuur te maken. Er wordt nog steeds neergekeken op met je handen en buiten werken. Terwijl, wat is nou leuker: een saaie kantoorbaan of op zee een windmolenpark bouwen en meewerken aan de energietransitie? De politiek en het bedrijfsleven – de uitvoerders van de transitie – moeten echt om tafel om dit probleem op te lossen.'
'Energietransitie levert veel werk op, maar die handen moeten er wel zijn'
Want anders redden we het niet?
'Europa wil de uitstoot van CO2 met 55 procent verminderen in 2030, en Nederland wil zelfs verdergaan tot 60 procent. Dat is super-ambitieus. En heus, dit is het eerste kabinet dat ambities laat zien op energiegebied, maar het moet wel allemaal kunnen.'
Wat doet Van Oord zelf aan energietransitie?
'Het bouwen van windparken neemt een steeds groter deel van ons werk in beslag. Vorig jaar haalden we voor het eerst meer omzet uit wind dan uit baggeren. We zijn marktleider in Nederland met wind op zee en investeren honderden miljoenen in schepen daarvoor. We laten nu zelfs het grootste 'windschip' ter wereld bouwen in China…'
Waarom niet in Nederland?
'Simpel: omdat er geen enkele werf in Europa geïnteresseerd was. Dat schip is geschikt voor het gebruiken van duurzame methanol als brandstof, met een minimale uitstoot. Een ander schip dat we laten bouwen – in Roemenië – voor het leggen van stroomkabels is geschikt voor synthetische brandstoffen. We kunnen nog niet helemaal overschakelen, want die brandstoffen zijn er gewoon nog niet voldoende. Maar wij hebben zeker voldoende vertrouwen in de markt van verduurzaming.'
En dat na al die jaren van fossiele projecten. Geen spijt van?
'Nee, want die projecten waren al onderdeel van de Nederlandse transitie en hebben Nederland welvaart opgeleverd. Het gaat er nu om die welvaart te behouden terwijl we de transitie verder doorvoeren.'