Was het nu expres vlak voor Kerst of kon het echt niet eerder? Hoe dan ook, op 24 december werd toch nog een handelsverdrag met het Verenigd Koninkrijk gesloten. Sommige afspraken vallen goed uit voor het bedrijfsleven, andere minder. Opinieblad Forum zette 6 hete hangijzers op een rij.
Fijn dat dit geregeld is:
#1 Hoera, er is een akkoord
Dat klinkt wat flauw: er is een akkoord. Maar het verschil tussen het hebben van een handelsakkoord en het niet hebben van zo'n akkoord is van niet te onderschatten belang. Hoewel de Britten nu uit allerlei gemeenschappelijke regelingen stappen, blijven ze verbonden met de EU. De deur is niet met een boze klap dichtgeslagen waarna alleen een internationale 'Rijdende Rechter' nog uitkomst had kunnen bieden. En een akkoord is een goede basis om over lange of minder lange tijd verder te praten. Banden kunnen langzaam meer aangehaald worden als de eerste ideologische stofwolken zijn gedaald.
Hier vind je de volledige tekst van de Brexit-deal (wel in het Engels)
De Brexit is nu eerder hard dan zacht, toch heeft de EU de wederkerigheid gekregen die zij wilde. Hoe verder de Britten door hun zelfverkozen zeggenschap afwijken van EU-beleid, hoe meer de EU-markt voor hun dicht gaat.
#2 Geen import- en exportheffingen
Grote angst van de EU was dat de Britten hun land met hoge importheffingen zouden afschermen voor producten uit Europa. Voor een land als Nederland, dat jaarlijks voor miljarden aan goederen over het kanaal transporteert, zouden heffingen export aanmerkelijk duurder maken. In 2019 waren er volgens het CBS circa 22,5 duizend grote Nederlandse bedrijven die goederen exporteerden naar het Verenigd Koninkrijk. Hiervan exporteerden bijna 4,4 duizend bedrijven goederen van eigen makelij. En maar liefst 1 op de 3 Nederlandse bedrijven die goederen van eigen makelij exporteren, heeft export naar het Verenigd Koninkrijk.
Harde Brexiteers betoogden dat hun bedrijven makkelijk in staat waren de producten van het vasteland te 'compenseren'. De Britse bedrijven zelf, die vaak ergens in een internationale handelsketen zitten, waren daar minder gerust op. Zij vreesden voor verlies van afzetmarkt, problemen met de import van voor hun bedrijf onmisbare goederen of halffabricaten en prijsverhogingen. In het verdrag staat nu dat beide partijen elkaar geen im- en exportheffingen mogen opleggen.
Een akkoord en wat nu?Mooi zo’n akkoord, maar eigenlijk is het er nog niet echt. Het Britse parlement ging op 30 december halsoverkop akkoord, geholpen door premier Johnsons ruime meerderheid in het Lagerhuis, het Hogerhuis stemde op 31 december in met de deal. Het Europese Parlement moet zijn handtekening nog zetten. Dat gaat nog wel een paar weken duren. Voor het gemak is het verdrag al wel in werking getreden. Mochten één of meer lidstaten vinden dat EU-onderhandelaar Barnier geen goed werk heeft geleverd, dan wordt het verdrag met terugwerkende kracht ongeldig. Zou dat gebeuren, dan gaan de handelsmuren omhoog tussen de EU en het VK, wordt de laatste een ‘derde land’ en dan gaan alle beperkingen gelden voor landen die geen handelsakkoord hebben met de Europese Unie. Feitelijk worden dat de basisregels van de WTO. Ieder WTO-lid heeft een lijst van heffingen en quota die per product van toepassing zijn voor ieder land waarmee het geen handelsakkoord heeft.
#3 Afspraken over staatssteun
De EU-onderhandelaars wilden tegengaan dat de Britten met hoge subsidies hun bedrijven bevoordelen, zodat zij goedkoper konden produceren. De Britse premier Boris Johnson had daar op zijn gebruikelijk ronkende wijze meermalen op gespeculeerd. Er moest dus een compromis komen tussen handelingsvrijheid voor de Britten en voldoen aan de EU-regels.
Probleem tijdens de onderhandelingen was dat de Britten onder geen beding de gebruikelijk scheidsrechter, het Europees Hof, accepteerden. Daarvoor in de plaats is een Trade Partnership Committee in het leven geroepen. Daar kunnen zowel de Britten als EU-landen terecht als zij denken dat de andere partij het gelijke speelveld verstoort en zo zorgen voor oneerlijke concurrentie in de EU.
Wat Commissievoorzitter Von der Leyen zei over de deal tijdens de persconferentie op 24 december:
De Britten doen hier wél meeZe stapten uit de EU, maar de Britten blijven wel meedoen met een aantal Europese samenwerkingsverbanden zoals die voor het uitwisselen van data voor het bestrijden van criminaliteit en terrorisme. Zij accepteren de regels van de agentschappen en blijven meebetalen aan de werkzaamheden, zonder stemrecht, zoals het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, het Europees Geneesmiddelenbureau, het Europees Agentschap voor chemische stoffen, het wetenschapsprogramma Horizon+ en Euratom.
Opvallend genoeg willen de Britten niet mee blijven doen met het Europese studentenuitwisselingsprogramma Erasmus. Zij zetten een eigen organisatie, het Turing-fonds, op waarmee Britse studenten een beurs kunnen krijgen om in de EU te studeren.