Hoedenontwerper Berry Rutjes ziet als geen ander hoe de tijdsgeest zich vertaalt in de garderobe van Prinsjesdaggenodigden. Tijdens de coronajaren waren de Prinsjesdag-ontwerpen soberder. Nu alle coronaregels eindelijk zijn losgelaten en mensen gezellig bij elkaar komen op feestjes en partijen wil men weer iets uitbundigs. ‘Iets met een mooie bloem erop, of een felle kleur.’
‘Mensen zijn zó blij dat ze in het gezelschap van vrienden weer iets leuks aan kunnen,’ vertelt ze enthousiast. ‘En diezelfde mensen worden blij en vrolijk wanneer ik iets moois voor ze maak. Daar word ik op mijn beurt heel gelukkig van. Juist in een ingewikkelde tijd als deze, met onder meer de stikstofproblematiek en de oorlog in Oekraïne.’
Of dat ook voor de Eerste- en Tweede Kamerleden geldt, is nog maar de vraag zegt Rutjes. ‘De wereld is nu een beetje spannend; het is alsof mensen de adem inhouden. Er zullen Kamerleden bij zijn die zeggen: een hoed dragen? Dat kunnen we niet maken. Prinsjesdag-hoeden zijn meestal een mooie afspiegeling van wat in de samenleving gaande is.’
'Het is nu een ingewikkelde tijd'
Rutjes spreekt uit ervaring. Ze ‘zit al een jaar of dertig in de hoeden’, was ‘piepjong’ (23) toen ze voor zichzelf begon en heeft een internationale clientèle. ‘Mijn eerste Prinsjesdaghoed maakte ik zo’n 25 jaar geleden.’ Afgelopen voorjaar is Rutjes’ leerbedrijf door Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) benoemd tot beste in de categorie specialistisch vakmanschap van Nederland. Jonge aspirant-hoedenmakers konden zich al bij Rutjes specialiseren, maar die missie nam tijdens corona een vlucht. ‘Mijn boetiek moest dicht, waardoor ik veel tijd overhad. Niet alleen voor het ontwerpen van mijn beste hoedencollectie ooit, maar ook voor de oprichting van de Berry Rutjes Dutch Hat Academy waarmee ik mensen zowel face-to-face als aan de andere kant van de wereld het vak kan leren.’