Ondernemers moeten de ruimte krijgen en niet worden tegengehouden door ‘foute of te veel’ regelgeving, zegt PvdA-Kamerlid Barbara Kathmann. En Den Haag is de plek om dat te regelen, ‘liefst buiten het circus in de plenaire zaal’.
PvdA-Kamerlid Barbara Kathmann heeft het de komende tijd druk met de aardgaswinning in Groningen. Met de parlementaire enquête daarover om precies te zijn. ‘Daarin komt alles bij elkaar: het vertrouwen dat mensen hebben verloren in de politiek, en het belang dat overheid en bedrijfsleven samenwerken voor de energietransitie. Bedrijven leveren de kennis en de overheid faciliteert de boel. Alleen is ‘Groningen’ daar geen goed voorbeeld van. Het maatschappelijk belang moet voorop staan. Geld verdienen is niet lelijk, maar je moet je altijd afvragen tegen welke prijs.’
Wie is Barbara Kathmann?Barbara Kathmann (44) studeerde rechten en geschiedenis van de internationale betrekkingen in Utrecht. Van 2005 tot 2010 was zij programmamaker bij LLINK op Radio 1. In 2010 richtte zij met haar man Stichting Jarige Job op. Van 2012 tot 2018 werkte zij als directeur bij de Giovanni van Bronckhorst Foundation (sport en onderwijs voor kinderen). Politiek is Kathmann sinds 2014 actief in Rotterdam, eerst als raadslid en van 2018 tot haar Kamerlidmaatschap als wethouder.
Hoe kijkt u tegen het bedrijfsleven aan?
‘Als banenmotor én een manier om de wereld te verbeteren door te ondernemen. Daarbij maak ik wel onderscheid tussen het mkb en de multinationals en techgiganten. Want die hollen het mkb uit, onder meer met een platformeconomie waar niet tegenop te concurreren is. En een mkb’er is meer geneigd om goed voor zijn medewerkers te zorgen, want hij kan niet zonder. Multinationals en techgiganten hebben daar volgens mij maling aan.’