SGP-Kamerlid André Flach wil de stem van ondernemers (meer) laten horen in het parlement. ‘Nu leggen ondernemers het vaak af tegen burgers als politici geld zoeken voor hun plannen. Het bedrijfsleven is te veel melkkoe.’
Met voormalig drogist André Flach is er weer wat meer ondernemerschap in de Tweede Kamer gekomen. En dat is nodig, ervaart hij. ‘Dat zag je al in campagnetijd, toen partijen voor hun plannen aan de knop van belastingverhoging voor ondernemers draaiden. In verkiezingstijd kiezen partijen voor burgers en niet voor bedrijven. Het gemak waarmee dat wordt gedaan, verbaast mij. Die miljarden moeten wel eerst worden verdiend. Dat besef ontbreekt soms in de Kamer. De grilligheid en de risico’s van het ondernemen worden nogal eens onderschat.’
Wie is André Flach?Na een opleiding tot drogist stapte André Flach (47) in het familiebedrijf van drogisterijen. Van 1997 tot 2014 had hij zelf een drogisterij. In 2006 werd hij politiek actief voor de SGP als raadslid in Hendrik-Ido-Ambacht. Van 2014 tot 2023 was hij wethouder. In de tussentijd studeerde hij bestuur- en organisatiewetenschap. Sinds vorig jaar zit hij in de Tweede Kamer.
Wat is uw eerste indruk van de Tweede Kamer?
‘De druk van camera’s leidt vaak tot statements in plaats van gesprekken. In de wandelgangen kun je wel genuanceerd praten met collega’s van andere partijen, maar dat verandert zodra je in de vergaderzaal bent. Ik voer liever grondige gesprekken, dat verdient de kiezer ook. Mijn ervaring in de lokale politiek is dat je daar makkelijker over partijgrenzen heen stapt en zoekt waar je elkaar kunt vinden. In de Kamer is het meer een zoektocht naar de verschillen. Ik merk overigens wel dat nieuwe Kamerleden daar anders in staan. Ik hoop dat dat zo blijft, want de nieuwelingen vormen nu een meerderheid. Maar dat is misschien beginnersnaïviteit.’
Zijn opa begon negentig jaar geleden een drogisterij: het begin van het familiebedrijf. Flach had tot 2020 zelf een drogisterij. Zijn zus en neef hebben die nog steeds. In 2006 stapte hij als raadslid in de lokale politiek. ‘Dat is een mooie plek om iets te doen voor het dagelijks leven van de mensen in je omgeving. Dat gaf veel voldoening.’ Hij werd wethouder en werkte onder andere tien jaar aan het opzetten van een circulair bedrijvenpark. ‘Daar kreeg ik energie van, maar ik ontdekte gaandeweg dat veel besluiten in Den Haag worden genomen, en dat je daar moet zijn als je iets wil veranderen. Het ondernemerschap ben ik niet kwijtgeraakt. Het blijft boeien. In spreek regelmatig met mijn familie over hun winkels. Maar Den Haag is nu mijn plek. De politiek past bij me.’