In de Leidse kapsalon Smittenaar werken drie generaties kappers. Opa Jan (75) is de oudste en kleindochter Kiki (26) de jongste. Ze begonnen beiden als 15-jarigen in het kappersvak. Hoe gaat dat als je tot zulke verschillende generaties behoort? 'We kunnen uren discussiëren.'
Kiki van der Zijl (26)
'Op mijn 4de mocht ik al watergolfrollers bij de oude dametjes eruit halen. Elf jaar later had ik hier een bijbaantje; jassen aannemen, vegen, dat werk. Toch koos ik niet meteen voor het kappersvak. Ik vond het eng om verantwoordelijk te zijn voor iemands haar. Ook was ik erg verlegen en wist ik niet of ik al die gesprekken kon voeren. Ik heb eerst andere dingen geprobeerd. Na verpleegkunde, wat ik niks vond, ging ik naar de hotelschool en nadat ik in een lunchroom en strandtent had gewerkt, was ik af van mijn verlegenheid.'
'Ik mocht hier (bij de Leidse kapsalon Smittenaar; red.) stage lopen. Mijn moeder en opa gooiden me in het diepe, omdat zij wisten dat ik het kon. Terwijl ik zelf nog twijfels had. Nu heb ik m’n plek gevonden als jongste van de familie. Van een generatiekloof is geen sprake. Mijn moeder vindt social media zelfs leuker dan ik! Ik ben beter met computers en ik heb in de horeca veel ervaring met gastvrijheid opgedaan. Maar als jongste zeg ik nooit dat een kapsel niet meer kan. Hoeft ook niet: opa gaat met z’n tijd mee. Ik leer heel veel van hem. En echt, kapsels zitten ook beter als hij er nog met zijn handen doorheen gaat.'
'Opa praat zelfs als er niets wordt teruggezegd'
'Mijn opa is liever dan ik. Hij verontschuldigt zich uitgebreid dat hij vanwege corona geen krantjes of koffie mag aanbieden. Ik ben directer tegen klanten: ‘Het mag niet’. Opa is ook veel meer een prater. Hij praat zelfs als er niks wordt teruggezegd. Daardoor heeft hij heel goede banden met klanten. Sommigen komen hier al 50 jaar. Hij wordt zelfs op begrafenissen uitgenodigd. Ik ben nog wat terughoudender. In stilte werken vind ik ook prima. Meiden van mijn leeftijd die hier komen, vinden praten ook niet nodig.'
'Ik ben de bemiddelaar. We kunnen uren discussiëren over waar de handzeep komt te staan. Of dan wil opa een andere kleur stoelen, of koopt ie gewoon nieuwe stoelpoten. Soms ben ik het met hem eens, soms met haar, en dan probeer ik de ander steeds over te halen. Een middenweg te vinden.'
'Als ik ooit het roer in handen zou krijgen, dan zou ik de zaak heel graag groter willen maken. Met hokjes voor wassen en voor de wenkbrauwen. Maar de naam blijft en het warme contact met de klanten ook.'