'Ik wil niet zeggen: jij moet elke dag naar kantoor komen.' En toch krijgt de thuiswerkende grenswerker dat te horen. Raar toch?
Sinds 1992 zijn we één Europese Unie met open grenzen en zelfs een gezamenlijke munt. Je zou zeggen dat hiermee de eenwording toch meer dan ooit een feit is. Toch krijgen we juist grensdossiers, en ik doel op de kwestie van de thuiswerkende grenswerkers, niet opgelost. Hoe kan dat nou?
Weerbarstige grens
Ik loop al heel wat jaartjes mee en vanuit verschillende rollen als bestuurder ben ik regelmatig actief over de grens. Dat kan ook niet anders in ons mooie Limburg, dat omringd is door België en Duitsland. Die ligging biedt oneindig veel kansen. We hebben meer dan 16 miljoen consumenten en duizenden bedrijven binnen anderhalf uur rijden. En toch lijkt die grens, ondanks dat ze feitelijk jaren geleden verdween, weerbarstiger dan ooit.
Thuiswerkende grenswerkers
Wat is er aan de hand? Er zijn zo’n tachtig- tot honderdduizend thuiswerkende grenswerkers. Het zijn Nederlanders die hier wonen en in het buitenland werken, of Belgen en Duitsers die in hun thuisland wonen, maar in Nederland werken. Net als overal, wordt in deze groep thuisgewerkt. Zeker sinds corona. Er was een tijdelijke regeling die loonheffing alleen in NL regelde. Helaas is die vervallen.
Duidelijk probleem
Werkgevers worden nu ineens geconfronteerd met extra administratieve kosten. Want zowel in het woonland als in Nederland moeten ze loonbelasting afdragen voor grenswerkers die thuiswerken. Dit kan voor de werknemers weer nadelig zijn doordat er verschillen ontstaan in nettoloon. Alles omdat er in elk land verschillende tarieven gelden. Met uiteindelijk weer gevolgen voor bijvoorbeeld de toeslagen en hypotheekrenteaftrek van de grenswerker. Een duidelijk probleem dus.
We moeten vooruit
Ik hoor u denken, ga dan niet thuiswerken. Zo zit ik er niet in. Thuiswerken hoort inmiddels tot de kern van goed werkgeverschap. Sterker nog, ik vind dat we dit moeten stimuleren als werkgevers. Thuiswerken betekent immers minder vervoerbewegingen en dus ook minder files en daarmee is het ook duurzamer. We moeten dit met alle betrokken landen fiscaal oplossen.
Zoals gezegd gaat het om zo’n honderdduizend werknemers. Je zou zeggen dat dat een overzichtelijke groep is waar we iets voor kunnen bedenken. Toch krijgen de drie landen het onderling niet opgelost. Al maanden horen we dat staatsecretaris Van Rij het ‘op gaat lossen’ net als zijn collega Van Gennip heeft gedaan voor de sociale premies. Met helaas nog steeds geen resultaat. Zou het niet veel makkelijker zijn om hier een generieke oplossing voor te verzinnen. Óf alles afdragen in het land waar je werkgever zit óf in het land waar je woont. We willen en moeten toch vooruit? Nu weet niemand waar we aan toe zijn.
Ron Coenen
Voorzitter Limburgse Werkgevers Vereniging