Doorstart na faillissement: scheid het kaf van het koren

02-12-2019

Faillissementen zijn nooit leuk. Niet voor de ondernemer, niet voor zijn personeel en niet voor de schuldeisers. Soms kan een definitief faillissement worden voorkomen via een doorstart in afgeslankte vorm. Daarmee maak je niet iedereen blij, maar wel een groot deel. Die mogelijkheid van een doorstart staat echter op losse schroeven.

 

‘Foute’ doorstarts

De afgelopen jaren hebben zich doorstarts voorgedaan waarbij de indruk werd gewekt dat zij bedoeld waren door de eigenaren om op een makkelijke manier van personeel en schulden af te komen. En vervolgens de draad weer op te pikken. Vakbonden reageerden met rechtszaken. In Europees verband was dit de aanleiding om de regelgeving in de lidstaten op het gebied van doorstarts nog eens tegen het licht te houden. Zo ook in Nederland.

 

Wetsvoorstel te ver

Deze zomer presenteerde het kabinet het voorstel voor de Wet overgang van onderneming in faillissement (Wovo of WOF). En daar was ik niet blij mee. De wet – in deze vorm – leidt ertoe dat er geen enkele doorstart meer mogelijk is. De (financiële) gevolgen en onzekerheden voor de nieuwe eigenaar zijn erg groot. Hij moet bijvoorbeeld eerst alle werknemers overnemen en mag daarna aan de hand van een objectieve selectiemethode bepalen met wie hij verder wil gaan. Zoals het nu wordt voorgesteld, moet hij wel dan nog alle salarissen betalen. Vooral in het geval van het midden- en kleinbedrijf hakt dat er nogal in. En wat gebeurt er met de nagelaten re-integratieverplichtingen en pensioenbetalingen, en de lopende ontslagzaken?

 

Verlies werkgelegenheid

Natuurlijk moet bij faillissementen en doorstarts goed worden gekeken naar de positie van werknemers. Zeker als het gaat om een doorstart door de zittende eigenaar. Wordt hier vals spel gespeeld?  Maar die zorg mag niet doorslaan. Want dan is er niemand meer geneigd om een bedrijf in problemen een tweede kans te geven. En dat betekent verlies van álle werkgelegenheid.

 

Onderscheid maken

In het wetsvoorstel zou daarom een onderscheid moeten worden gemaakt tussen doorstarts die al in een vroeg stadium, voor het uiteindelijke faillissement, zijn voorbereid, en doorstarts die na het faillissement tot stand komen, bijvoorbeeld op initiatief van de curator. In dat laatste geval zou de nieuwe eigenaar meer ruimte moeten krijgen om te bepalen met hoeveel en met welke werknemers hij verder wil.

 

Verzet groeit

Het wetsvoorstel is nu voorgelegd aan alle betrokken partijen. In eerste instantie leken die er weinig moeite mee te hebben. Maar langzamerhand beginnen ook andere partijen als advocaten en rechters in te zien dat je niet alle doorstarts over één kam kunt scheren. Want daarmee zouden we het kind met het badwater weggooien.

 

Susanne van Dijk 

Beleidssecretaris juridische zaken