De Bovib is de grootste branchevereniging voor onafhankelijke en kwalitatieve intermediairs en brokers. Voorzitter Marc Nijhuis vertelt.
Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?
‘Wij vertegenwoordigen staffing-intermediairs. Zij brengen vraag en aanbod van ‘flex’ samen en zoeken voor organisaties naar de best beschikbare professional in de markt. Ze hebben niet zelf professionals in dienst, maar leggen de vraag neer bij detacheerders, zelfstandigen en – in iets mindere mate – uitzendbureaus. De branchevereniging heeft zo’n 45 leden. Die bedienen met zo’n 1.500 medewerkers een markt van 8 tot 10 miljard euro. De belangrijkste en grootste spelers zijn lid. De Bovib is de eerste 10 jaar gerund door leden zelf. Vorig jaar is besloten om de vereniging te professionaliseren en ons geluid meer te laten horen bij overheid en politiek. Daarom willen we dit jaar een bureau inrichten voor ondersteuning bij ledenwerving, eventorganisatie, keurmerkontwikkeling en lobby.’
Hoe lang bent u al voorzitter en wat is uw achtergrond?
‘Sinds januari. Ik kom zelf uit de branche en ben sinds 11 jaar financieel directeur bij Circle8, voorheen De Staffing Groep.’
Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?
‘De politiek werpt allerlei barrières op om flex terug te dringen, ondanks de maatschappelijke wens van opdrachtgevers én werkenden. Het is belangrijk om samen te kijken hoe we flex op een goede manier borgen naar de toekomst toe. We zijn daarover in contact met het ministerie van SZW. In de Kamerbrief van december vorig jaar benoemt minister Van Gennep het inbeddingscriterium: werk dat ingebed is in de dienstverlening of productiviteit van een organisatie, kan niet in zelfstandigheid uitgevoerd worden. En als iemand niet ingebed is, kan er nog een contra-indicatie zijn die duidt op ondernemerschap. Dat maakt de discussie alleen maar complexer. Is een ICT’er wel ingebed bij een ICT-organisatie, maar niet bij de overheid?
Wij zeggen: kijk eerst of iemand evident zelfstandig is. Daarvoor is een bepaalde tarifering van belang, opdrachten met een kop en een staart en zelfstandig werkzaamheden kunnen inrichten. Pas als die signalen op rood staan, dan kijk je naar inbedding. De Bovib staat voor een gelijk speelveld. Iedereen betaalt dezelfde belasting op basis van inkomen en iedereen doet mee in het sociale domein. Dus een AOV-verzekering voor alle werkenden en iedereen moet zorgen voor een pensioenvoorziening. Verder willen we meer contractvrijheid voor de werkenden.
Een tweede kwestie is de manier waarop de overheid met aanbestedingen omgaat. Als branche kun je met de overheid afspreken hoe je een aanbestedingsproces inricht dat niet elke keer leidt tot juridische toestanden achteraf. Daar gaan we komend jaar echt op inzetten, ook bij commissies van VNO-NCW en MKB-Nederland.’
Wat zijn de belangrijkste lobbypunten?
‘Bovenaan de agenda staat de wijze waarop Nederland in de toekomst omgaat met de dynamiek en de veelzijdigheid van de arbeidsmarkt. Daarnaast hebben we vaak te maken met eisen aan diversiteit, inclusie, maatschappelijk verantwoord ondernemen en social return. We polsen of we daarvoor branchebreed beleid kunnen opzetten, in samenwerking met gespecialiseerde partijen. Ten slotte is internationalisering een belangrijk onderwerp. Je hebt altijd te maken met lokale wet- en regelgeving, zeker bij de inzet van zelfstandigen.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche(vereniging)?
‘Zeer positief; het wordt alleen maar meer. De branche bestaat nu ongeveer 25 jaar. In het begin waren er pioniers, maar 10 jaar geleden is er een professionaliseringslag gemaakt. En inmiddels zijn we een belangrijke schakel in de keten van werk. Naarmate regelgeving complexer wordt en de risico's toenemen, gaan steeds meer inleners staffing-intermediairs inzetten. Door de schaarste op de arbeidsmarkt gaan opdrachtgevers op zoek naar andere vijvers. Dat maakt staffing-intermediairs aantrekkelijk, want wij hebben als enigen contacten met de volle breedte van de aanbodmarkt van flex.
De Bovib groeit mee. We willen doorgroeien naar 80 tot 100 leden eind 2024. Omdat in deze branche steeds meer geld omgaat, worden we belangrijker. Wij overzien het hele speelveld en willen graag met politiek en overheid meedenken.’
Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?
‘In mijn eerste gesprekken werd duidelijk dat men bij VNO-NCW niet goed wist wat wij doen. Na mijn uitleg viel het kwartje wel. In onze rol hebben we ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid: zorgen dat alle inleners zich houden aan wet- en regelgeving. Met compliancy checks voorkomen we dat opdrachtgevers onbedoeld mensen inhuren van malafide organisaties of zelfstandigen verkeerd contracteren en inzetten. Veel van onze klanten zijn ook lid van VNO-NCW. Die zijn nog veel te stil op dit domein. Er moet veel meer dynamiek komen rond werk vanuit de bredere ledenvertegenwoordiging van VNO-NCW. Niet iedereen zal op één lijn zitten, maar dialoog en de discussie kunnen leiden tot inzichten. Die geven een mooie blauwdruk van waar we over tien tot vijftien jaar staan in dit dossier.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?
‘Ik kan een branche noemen waarbij ik me comfortabel voel, maar dat is geen uitdaging. Dus kies ik een branche die onder druk staat: de brancheorganisatie van olie en gas, ElementNL. Die zijn negatief in het nieuws vanwege het milieu. Hoe ga je daar nou mee om?’