Deel 2 van het blog van Ton Schoenmaeckers vanaf de jaarvergadering van de ILO in Genève.
Ton Schoenmaeckers was de afgelopen weken namens de Nederlandse werkgevers vertegenwoordigd bij de ILC, de jaarvergadering van de International Labour Organization van de Verenigde Naties. Daarover doet hij in dit blog verslag. Onderaan vind je de links naar de twee eerdere afleveringen.
En toen was het stil. Na twee zesdaagse werkweken met avond- en voor sommigen nachtwerk, is de International Labour Conference afgesloten. De koptelefoontjes kunnen af en niet langer zijn we omringd door honderden mensen die zich in bijna alle talen van de wereld verstaanbaar proberen te maken in de massa. Alle grote agendapunten zijn tot een eindconclusie gebracht waar de ILO mee verder kan. En de basis is gelegd voor de tweede bespreking van een verdrag over biologische risico’s, volgend jaar.
Over dat volgend jaar wil ik het vooral hebben in deze laatste blog vanaf de ILC. Volgend jaar staan er (bij hoge uitzondering) twéé onderwerpen op de agenda die gaan leiden tot internationale regels: de tweede lezing van een verdrag over biologische risico’s bij het werk en de eerste lezing van een verdrag en/of aanbeveling over de platformeconomie. Dat laatste gaat heel veel teweeg brengen, want als de schijn niet bedriegt omvat dit mogelijk alle soorten platforms (ook bedrijfsinterne) en ook alle vormen van management door algoritmes. De komende maanden verzamelt de ILO de gedachten bij de lidstaten en de sociale partners hierover. We zullen onze betrokken leden hier zeker ook intensief bij betrekken.
Kijken we vanuit Genève hoog boven de denkbeeldige boomgrens: er komt in 2025 een sociale top (‘social summit’), georganiseerd door de VN. Dat gaat over een nieuw sociaal contract (ooit eerder gehoord?). De ILO gaat daar belangrijke input leveren want het is het enige onderdeel van de VN waar overheden, werkgevers en werknemers wereldwijd overleg voeren.
Die unieke positie vereist dat zij hier input levert met breed draagvlak. Voor ons belangrijk dat de positieve rol van het bedrijfsleven hierin goed wordt vastgelegd. Het is natuurlijk niet meteen concreet voor de dagelijkse beslommeringen van onze ondernemers, maar het bepaalt wel het klimaat, de sfeer, ten aanzien van ondernemen en is dus op langere termijn wezenlijk. We willen als bedrijfsleven laten zien dat we in deze tijd vol transities een onmisbaar deel zijn van de oplossingen,
Ik waardeer intussen terug in de Malietoren weer de rust en stilte van de concentratie die hier heerst. En ik verheug me op mijn nieuwe taak namens werkgevers in de management board van het Trainingscentrum van de ILO. Dat is in Turijn, waar jongeren uit ondernemingsorganisaties van over de hele wereld worden getraind voor hun belangrijke werk.